ECLI:NL:GHAMS:2012:BV7338

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.090.378/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing inzake ontheffing beheerder aandelen en niet-ontvankelijkheid enquêteverzoek in faillissement van Tekengilde B.V.

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, zijn Amity B.V. en SIR HIG B.V. als verzoeksters opgetreden tegen Tekengilde B.V. en belanghebbenden Jasper Jacobus Adrianus Boetekees, Majo Woudrichem B.V. en Eric Marie Honoré Charles Matifas. De procedure betreft een verzoek tot ontheffing van de beheerder van aandelen in het faillissement van Tekengilde B.V. De Ondernemingskamer heeft eerder in 2011 al maatregelen getroffen, waaronder de tijdelijke overdracht van aandelen aan mr. R.H.L. Cornelissen. Echter, na een verzoek van mr. J.G. Molenaar om ontheffing uit zijn functie als beheerder, heeft de Ondernemingskamer besloten om deze ontheffing te verlenen, aangezien er geen bezwaren zijn ingebracht tegen dit verzoek.

Daarnaast heeft de Ondernemingskamer geconstateerd dat het enquêteverzoek van Amity c.s. is ingetrokken, wat betekent dat er geen verdere beslissing nodig is over het onderzoek naar het beleid van Tekengilde. Dit leidt tot de conclusie dat Amity c.s. niet-ontvankelijk worden verklaard in hun verzoek. De onmiddellijke voorziening die eerder was getroffen, wordt opgeheven, en de kosten van het geding worden gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven op 20 februari 2012 door de voorzitter en twee raadsheren, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
BESCHIKKING in de zaak met nummer 200.090.378/01 OK van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AMITY B.V.,
gevestigd te Almere,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SIR HIG B.V.,
gevestigd te Bussum,
VERZOEKSTERS,
advocaat: mr. K. Guldemond en mr. B. van der Kamp, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TEKENGILDE B.V.,
gevestigd te Woudrichem,
VERWEERSTER,
(voorheen bijgestaan door mr. J.H.J. Rijntjes, advocaat te Rotterdam, thans:) niet verschenen,
e n t e g e n
1. Jasper Jacobus Adrianus BOETEKEES,
wonende te Woudrichem,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MAJO WOUDRICHEM B.V.,
gevestigd te Woudrichem,
3. Eric Marie Honoré Charles MATIFAS,
wonende te Vendargues (Frankrijk),
BELANGHEBBENDEN,
(voorheen bijgestaan door mr. J.H.J. Rijntjes, advocaat te Rotterdam, thans:) niet verschenen.
1. Het verloop van het geding
1.1 Verzoeksters worden hierna aangeduid als Amity c.s., verweerster als Tekengilde, en belanghebbenden als Boetekees, Majo respectievelijk Matifas.
1.2 Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 1 en 10 augustus 2011 in deze zaak.
1.3 Bij de beschikking van 1 augustus 2011 heeft de Ondernemingskamer - voorzover thans van belang - bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding bepaald dat alle door Majo en alle door Matifas gehouden aandelen in het geplaatste kapitaal van Tekengilde met ingang van 1 augustus 2011 ten titel van beheer zijn overgedragen aan mr. R.H.L. Cornelissen te Amsterdam. Voorts heeft de Ondernemingskamer bij die beschikking bepaald dat het verzoek voor zover dat strekt tot het bevelen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Tekengilde zal worden behandeld op een op eerste verzoek van (één) partij(en) nader te bepalen terechtzitting.
1.4 Bij de beschikking van 10 augustus 2011 heeft de Ondernemingskamer mr. Cornelissen voornoemd ontheven uit diens functie van beheerder van aandelen en mr. J.G. Molenaar te Amsterdam als zodanig aangewezen.
1.5 Bij brief van 6 februari 2012, ingekomen ter griffie van de Ondernemingskamer op 8 februari 2012, heeft mr. Molenaar voornoemd verzocht om ontheven te worden uit diens functie van beheerder van aandelen. Ter toelichting van zijn verzoek heeft mr. Molenaar in die brief opgemerkt dat Tekengilde sinds 8 november 2011 in staat van faillissement verkeert, dat zij geen zekerheid heeft gesteld voor de betaling van zijn - met diens werkzaamheden verband houdende - salaris en kosten en dat niet te verwachten is dat Tekengilde alsnog over middelen zal beschikken om bedoelde zekerheid te stellen.
1.6 Bij brief van 9 februari 2012 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid gesteld zich uiterlijk op 15 februari 2012 uit te laten over voormeld verzoek van mr. Molenaar en voorts - gelet op de omstandigheid dat Tekengilde inmiddels failliet is - over al dan niet voortzetting van de procedure en - indien partijen voortzetting wensen - over (financiering van salaris en kosten van) de volgende aan te wijzen beheerder van aandelen.
1.7 Bij brief van 15 februari 2012 heeft mr. Guldemond de Ondernemingskamer laten weten dat Amity c.s. geen bezwaar hebben tegen inwilliging van het verzoek van mr. Molenaar en dat zij afzien van het voortzetten van de procedure.
1.8 Van de andere partijen is niet (tijdig) vernomen. Bij brief van 16 februari 2012 heeft mr. Rijntjes bericht niet meer op te treden voor Majo en Matifas. Mr. Rijntjes heeft de secretaris van de Ondernemingskamer op 17 februari 2012 desgevraagd (telefonisch) geantwoord dat hij ook niet meer optreedt voor Tekengilde en Boetekees.
2. De gronden van de beslissing
2.1 De Ondernemingskamer zal thans mr. Molenaar uit diens functie van beheerder van aandelen ontheffen, reeds omdat hij de Ondernemingskamer daarom heeft verzocht en daartegen geen bezwaren zijn ingebracht.
2.2 Ten aanzien van het enquêteverzoek overweegt de Ondernemingskamer als volgt. De Ondernemingskamer begrijpt de brief van 15 februari 2012 van mr. Guldemond aldus dat hij daarin het enquêteverzoek namens Amity c.s. intrekt. Dit betekent dat het verzoek tot het bevelen van een onderzoek geen beslissing behoeft en dat Amity c.s. niet-ontvankelijk in hun verzoek dienen te worden verklaard. Het voorgaande brengt mee dat de bij beschikking van 1 augustus 2011 getroffen onmiddellijke voorziening moet worden beëindigd. Gelet hierop zal de Ondernemingskamer deze onmiddellijke voorziening met ingang van heden en uitvoerbaar bij voorraad opheffen.
2.3 De Ondernemingskamer acht termen aanwezig de kosten van het geding tussen partijen te compenseren, zoals hierna te vermelden.
3. De beslissing
De Ondernemingskamer:
ontheft mr. J.G. Molenaar te Amsterdam uit diens functie van beheerder van aandelen, een en ander zoals bedoeld in de beschikkingen van 1 en 10 augustus 2011 in deze zaak;
verklaart Amity c.s. niet-ontvankelijk in hun verzoek tot het bevelen van een onderzoek;
heft op, met ingang van heden, de bij beschikking van 1 augustus 2011 getroffen onmiddellijke voorziening;
compenseert de kosten van het geding tussen partijen, aldus dat iedere partij haar eigen kosten draagt;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. M.P. Nieuwe Weme en mr. J.H.M. Willems, raadsheren, drs. P.R. Baart RA en H. de Munnik, raden, in tegenwoordigheid van mr. R. Verheggen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 20 februari 2012.