GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
Beslissing van 26 juni 2012 in de zaak van:
[klager],
wonende te [plaatsnaam],
APPELLANT
[notaris],
notaris te[plaatsnaam],
GEÏNTIMEERDE.
1.
Het geding in hoger beroep
1.1. Van de zijde van appellant, verder klager, is bij een op 23 november 2011 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift - met één bijlage - hoger beroep ingesteld tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te ‘s-Hertogenbosch, verder de kamer, van 17 november 2011, waarbij de kamer de klacht van klager tegen geïntimeerde, verder de notaris, ongegrond heeft verklaard.
1.2. Van de zijde van de notaris is op 13 december 2011 een verweerschrift ter griffie van het hof ingekomen.
1.3. De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 10 mei 2012 alwaar de notaris is verschenen en het woord heeft gevoerd. Klager had, bij brief ingekomen op 8 mei 2012, laten weten niet te zullen verschijnen.
2.
De stukken van het geding
Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.
3.
De feiten
Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Voor zover klager heeft bedoeld bezwaar te maken tegen de vaststelling van deze feiten zal het hof dit bezwaar meenemen in de hierna volgende overwegingen.
4.
De standpunten van partijen
De standpunten van partijen blijken uit de beslissing waarvan beroep.
5.
De beoordeling
5.1. De klacht heeft betrekking op de bemoeienissen van de notaris bij het verlenen van een algehele notariële volmacht door de moeder van klager, [naam], aan vier van haar acht kinderen (niet zijnde klager) op 8 oktober 2008.
5.2 . De stellingen van klager en ook overigens de behandeling in hoger beroep hebben niet geleid tot de vaststelling van andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die zijn vervat in de beslissing van de kamer. Het hof verenigt zich dan ook met deze beslissing.
5.3 Het hof tekent hier nog bij aan dat de kamer heeft overwogen dat de notaris de gevolgen van het verstrekken van een algehele volmacht aan vier van de acht kinderen met de moeder van klager heeft besproken. Hieruit blijkt, anders dan klager in zijn verzoekschrift in hoger beroep stelt, dat ook het eerste onderdeel van de klacht, inhoudende dat de notaris de belangen van klager niet voldoende heeft behartigd, door de kamer is behandeld. Een verdergaande behartiging van de belangen van klager kon van de notaris niet worden verwacht: de moeder van klager was vrij om te beslissen of en aan wie zij een volmacht wilde verlenen. De notaris kan in beginsel niet verantwoordelijk worden gesteld voor hetgeen de gevolmachtigden vervolgens met de gegeven volmacht hebben gedaan en ter zake kan hem geen verwijt worden gemaakt. De feiten en omstandigheden door klager in dit verband aangevoerd, nopen niet tot afwijking van dat beginsel.
5.4. Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing
6.
De beslissing
- bekrachtigt de bestreden beslissing.
Deze beslissing is gegeven door mrs. A.L.G.A. Stille, A.M.A. Verscheure en C.P. Boodt en in het openbaar uitgesproken op dinsdag 26 juni 2012 door de rolraadsheer.
KLN 11.07
17 november 2011
DE KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN IN HET ARRONDISSEMENT 's-HERTOGENBOSCH
neemt de navolgende beslissing op de klacht van [naam], hierna te noemen klager, tegen [notaris], notaris te [plaatsnaam], hierna te noemen de notaris.