Uitspraak
mr. M.C.A. Stoopte Heerhugowaard,
mr. J. de Haante Alkmaar.
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
2.Beoordeling
- [Y] exploiteert aan het adres [adres] te
- De ouders van [geïntimeerde] en [Y] zijn eigenaar van het naastgelegen perceel, [adres 2] te Sint Maarten. Zij verhuurden de op dat terrein gelegen kas aan een derde die daar tot 2008 een tuincentrum in exploiteerde. In dat tuincentrum werden ook dierbenodigdheden verkocht. [appellante] was bij die derde in dienst ten behoeve van die verkoop.
- Bedoeld tuincentrum ging in 2007 failliet, waarna de huurovereenkomst met bedoelde derde eindigde. [Y] heeft zijn activiteiten vervolgens uitgebreid met de verkoop van dierbenodigdheden vanuit zijn hengelsportwinkel. In dat kader is er met ingang van 24 januari 2008 een arbeidsovereenkomst tot stand gekomen tussen hem en [appellante]. Omdat de resultaten van de verkoop van dierenbenodigdheden tegenvielen heeft [Y] besloten die activiteit te beëindigen. De winkelvoorraad is in 2009 uitverkocht. Die uitverkoop was in juli 2009, toen [appellante] arbeidsongeschikt werd, al bezig, naar [appellante] heeft verklaard.
- [geïntimeerde] exploiteerde sinds 2005 een bedrijf in camerabeveiligingssystemen op het terrein van zijn ouders. Nadat de huurder van het tuincentrum de gehuurde kas had verlaten, is de kas afgebroken en vervangen door een nieuwe loods. Daarin exploiteert [geïntimeerde] sinds 1 oktober 2009 een tuincentrum als franchisenemer van Welkoop. In het tuincentrum worden ook dierenbenodigdheden verkocht, die worden ingekocht via de Welkoop organisatie.