3.1. Het gaat in deze zaak om het volgende.
a. [geïntimeerde] is tot 1 september 2010 werkzaam geweest bij IMC Trading B.V. te Amsterdam (hierna: IMC). In de arbeidsovereenkomst tussen IMC en [geïntimeerde] is een non-concurrentiebeding voor de duur van één jaar na afloop van de arbeidsovereenkomst opgenomen.
b. IMC en [geïntimeerde] zijn in 2007 een (nieuwe) bonusregeling overeengekomen. Daarin is onder meer het volgende bepaald:
“(…) De beëindiging van de arbeidsovereenkomst brengt mee dat alle nog niet uitbetaalde delen van de voorwaardelijke toegekende bonus(sen) onmiddellijk komen te vervallen. Ten aanzien van een Good Leaver geldt evenwel dat hij zijn aanspraak op de voorwaardelijke toegekende bonus(sen) behoudt. Ten aanzien van een Good Leaver geldt voorts dat uitbetaling van alle nog niet uitgekeerde bonustoekenningen onmiddellijk wordt opgeschort tot 12 maanden nadat de arbeidsovereenkomst is geëindigd, nu IMC na afloop van die periode pas definitief kan vaststellen of de werknemer daadwerkelijk een Good Leaver is.
Een Bad Leaver verliest onmiddellijk en onherroepelijk alle aanspraken op nog niet uitgekeerde (voorwaardelijke) bonustoekenningen.
(…)
Definities
Good Leaver: De werknemer die – al dan niet op eigen initiatief - uit dienst treedt bij IMC
(a) waarmee IMC tijdens en zowel in de periode van 12 maanden na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst geen geschillen heeft over de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en/of de nakoming van contractuele en wettelijke verplichtingen (in het bijzonder het beginsel van goed werknemerschap) die (mede) zijn bedoeld om te gelden in de periode na afloop van de arbeidsovereenkomst; en
(b) die voorafgaand aan zijn uitdiensttreding schriftelijk aan IMC bevestigt dat hij geheimhoudingsbeding volledig zal respecteren, alsmede het non-concurrentiebeding, en deze bedingen derhalve op geen enkele wijze zal aanvechten of niet-nakomen.
Bad Leaver: De werknemer die – al dan niet op eigen initiatief - uit dienst treedt bij IMC en die geen Good Leaver is. Een werknemer is onder meer – maar niet uitsluitend – geen Good Leaver (en derhalve een Bad Leaver in de zin van deze regeling) in de volgende gevallen:
(…)
(f) als de werknemer de toepasselijkheid van het non-concurrentiebeding in rechte aanvecht (bijvoorbeeld een verzoek om schorsing, vernietiging of matiging aanhangig maakt, of om een financiële compensatie verzoekt in verband met de toepasselijkheid van het non-concurrentiebeding);
(…)”
c. Juridisch Support heeft in de persoon van Mr. E.F.J. Goossens (hierna: Goossens) [geïntimeerde] in opdracht en voor rekening van [geïntimeerde] bijgestaan bij de afwikkeling van de arbeidsovereenkomst tussen hem en IMC.
d. Bij e-mail van 23 mei 2010 heeft Goossens aan [geïntimeerde], voor zover hier van belang, het volgende bericht:
“(…) Voor de goede orde bevestig ik nog even wat we hebben afgesproken over mijn honorering. Ik werk op no cure no pay basis wat betekent dat je me alleen wat schuldig bent als er wat uitkomt. Mijn vergoeding bedraagt 15% over het bruto bedrag dat je ontvangt samenhangende met beëindiging van de arbeidsovereenkomst minus € 100.000,- bruto. Daartoe reken ik de vergoeding bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst, de vergoeding voor het geval zij je willen houden aan het concurrentiebeding en tenslotte de bonus over 2010. Immers, ook ingeval van een gebroken jaar heb je recht op een bonus, tenzij dat uitdrukkelijk anders is afgesproken.(…)”
e. Bij beschikking van 10 augustus 2010 heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbonden per 1 september 2010 en daarbij ten gunste van [geïntimeerde] een vergoeding toegekend van € 160.000,-- bruto. Conform de hiervoor onder 3.1 sub d geciteerde afspraak is door Goossens 15% over de vergoeding minus € 100.000,-- in rekening gebracht bij [geïntimeerde] en door [geïntimeerde] betaald.
f. Goossens heeft IMC namens [geïntimeerde] op 15 oktober 2010 gedagvaard en gevorderd dat IMC zal worden veroordeeld om voor de duur dat zij [geïntimeerde] aan het non-concurrentiebeding wil houden een maandelijkse vergoeding aan hem te betalen. Ter verkrijging van een voorschot op deze vergoeding heeft Goossens eveneens een kort geding procedure aanhangig gemaakt.
g. Op 22 oktober 2010 heeft in de kort geding procedure een mondelinge behandeling plaats gevonden. Tijdens een schorsing van de mondelinge procedure zijn [geïntimeerde] en IMC een schikking overeengekomen. Goossens heeft [geïntimeerde] geadviseerd de schikkingsresultaten te accepteren. [geïntimeerde] en IMC zijn daarbij overeengekomen dat het non-corrurrentiebeding eindigt op 30 november 2010 en dat IMC de tweede tranche van de bonus over 2009 betaalt ten bedrage van € 85.000,00 bruto. Zij hebben elkaar daarbij over en weer finale kwijting verleend.
h. Daarop heeft Goossens [geïntimeerde] verzocht om een aanvullende betaling als vergoeding voor zijn werkzaamheden. [geïntimeerde] heeft betaling geweigerd.
i. Juridisch Support heeft in eerste aanleg in conventie gevorderd, samengevat, een verklaring voor recht dat [geïntimeerde] aan Juridisch Support een vergoeding verschuldigd is voor door Goossens verrichte werkzaamheden in het kader van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst tussen [geïntimeerde] en IMC waartoe mede gerekend dienen te worden de procedures ter verkrijging van een vergoeding voor het vasthouden aan het non-concurrentiebeding en veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling (ter zake van vergoeding voor genoemde werkzaamheden) van een bedrag van € 89.700,00. Hieraan legt Juridisch Support ten grondslag dat een redelijke uitleg van de no cure no pay afspraak met zich brengt dat [geïntimeerde] honorarium verschuldigd is over het door hem genoten voordeel bestaande uit de uitkering van de tweede tranche van de bonus over 2009 en de extra verdiencapaciteit van [geïntimeerde] door beperking van de termijn van het non-concurrentie verbod.
j. In het geding in eerste aanleg heeft [geïntimeerde] in reconventie gevorderd, samengevat, een verklaring voor recht dat Juridisch Support toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens hem en dat Juridisch Support aansprakelijk is voor de schade die hij als gevolg daarvan heeft geleden. [geïntimeerde] legt daaraan ten grondslag dat – gelet op het bepaalde in de bonusregeling - Juridisch Support heeft nagelaten [geïntimeerde] te informeren over de mogelijke consequenties van een procedure tegen IMC voor [geïntimeerde]’s aanspraak op een bonus over 2010. Juridisch Support zou [geïntimeerde] evenmin hebben voorgelicht over het verlies op deze aanspraak bij aanvaarding van het schikkingsvoorstel van 22 oktober 2010 waarbij partijen elkaar over en weer finale kwijting hebben verleend.
k. In het vonnis waarvan beroep heeft de rechtbank de vordering in conventie afgewezen en de vordering in reconventie toegewezen.