Uitspraak
mr. H.F.G. de Witte Almere,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam werd behandeld, zijn de appellanten, ISA B.V. en een andere partij, in hoger beroep gekomen tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een internationale kwestie met betrekking tot betekening van de dagvaarding aan de buitenlandse rechtspersoon Visual Numerics Inc., gevestigd in Houston, Texas, Verenigde Staten. De appellanten hebben op 24 februari 2012 een dagvaarding uitgebracht, maar de betekening aan de geïntimeerde is problematisch gebleken. De buitenlandse autoriteit heeft op 23 maart 2012 geprobeerd de dagvaarding te betekenen, maar de geïntimeerde was niet op het opgegeven adres te vinden.
Het hof heeft vastgesteld dat de betekening aan het parket van de ambtenaar van het Openbaar Ministerie tijdig heeft plaatsgevonden, conform artikel 55 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rolraadsheer heeft op verzoek van het hof een exploot laten betekenen aan het kantooradres van de advocaat van de geïntimeerde, mr. P.J.G.M. van Gool. Het hof ging ervan uit dat de dagvaarding de geïntimeerde inmiddels had bereikt, gezien het contact dat mr. Van Gool had met de bedrijfsjurist van het concern.
Uiteindelijk heeft het hof besloten om verstek te verlenen tegen de geïntimeerde, omdat deze niet was verschenen. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol van 16 oktober 2012 voor memorie van grieven. Dit arrest is uitgesproken op 11 september 2012 door de rechters W.J.J. Los, J.H. Huijzer en G.C.C. Lewin.