In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat door [appellant] is ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Alkmaar. De rechtbank had op 6 april 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen [appellant] en Liander N.V. betreffende hennepteelt en diefstal van elektra. De appellant heeft op 1 juli 2011 hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de zaak op de rol van 19 juli 2011 geplaatst en termijnen verleend voor het nemen van een memorie van grieven, met als laatste termijn 11 december 2012. De zaak is vervroegd behandeld op 24 april 2012. In het incident heeft [geïntimeerde] verzocht zich te mogen voegen aan de zijde van [appellant]. Het hof heeft vastgesteld dat [appellant] niet tijdig heeft geantwoord op het incident, waardoor zijn recht daartoe is vervallen. Liander N.V. heeft in het incident geantwoord en zich gerefereerd aan het oordeel van het hof. Het hof heeft geoordeeld dat er voldoende reden is voor de gevraagde voeging. De beslissing omtrent de kosten in het incident is aangehouden. De hoofdzaak stond oorspronkelijk gepland voor 11 december 2012 en zal opnieuw naar die rol worden verwezen voor memorie van grieven aan de zijde van zowel [appellant] als [geïntimeerde]. Het hof heeft verder elke beslissing in de hoofdzaak aangehouden. Het arrest is op 29 mei 2012 uitgesproken door de rechters W.J.J. Los, W.J. Noordhuizen en G.C.C. Lewin.