ECLI:NL:GHAMS:2011:BX7730
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis in het kader van de vermogensrechtelijke afwikkeling van een echtscheiding
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een hoger beroep, gaat het om de schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis van de rechtbank Haarlem. De partijen, een man en een vrouw, waren gehuwd onder huwelijkse voorwaarden en hun huwelijk is ontbonden op 27 juni 2007. De vrouw had in een eerdere procedure een verklaring voor recht gevorderd dat de man zich had verbonden vervangende huisvesting voor haar te kopen. De rechtbank had de man veroordeeld tot nakoming van deze overeenkomst, met een dwangsom van € 5.000,- per dag bij niet-nakoming. De man is in hoger beroep gegaan tegen deze vonnissen en heeft een incidentele vordering ingesteld tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis van 13 juli 2011, omdat hij stelt niet in staat te zijn aan de veroordeling te voldoen. Het hof overweegt dat de schorsing van de tenuitvoerlegging beperkt moet blijven tot gevallen waarin de tenuitvoerlegging neerkomt op misbruik van de executiebevoegdheid. Het hof concludeert dat de rechtbank een juridische misslag heeft begaan door de man te veroordelen tot nakoming van een vage overeenkomst, en schorst daarom de tenuitvoerlegging van het vonnis voor de duur van het hoger beroep. De beslissing over de proceskosten wordt aangehouden tot de hoofdzaak is beslist.