ECLI:NL:GHAMS:2011:BW8921
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.G. Kemmers
- A. van Haeringen
- W.J. van den Bergh
- Rechtspraak.nl
Ontkenning van vaderschap na in-vitrofertilisatie en bedrog omtrent de biologische vader
In deze zaak gaat het om de ontkenning van het vaderschap door de man van de kinderen [kind B] en [kind C], geboren uit een in-vitrofertilisatie behandeling die de moeder heeft ondergaan. De man heeft aangevoerd dat hij niet de biologische vader is van de kinderen, omdat de moeder gebruik heeft gemaakt van een zaaddonor, [X], zonder hem hierover te informeren. De moeder heeft steeds volgehouden dat de zaaddonor anoniem was. Het hof heeft vastgesteld dat de man niet de biologische vader is, en dat de moeder hem heeft bedrogen door deze informatie achter te houden. De moeder had de man moeten informeren over de identiteit van de zaaddonor, wat zij niet heeft gedaan. Het hof heeft de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd en de ontkenning van het vaderschap door de man gegrond verklaard. De beslissing is genomen op 1 november 2011, na een behandeling van de zaak op 8 september 2011, waarbij beide partijen en hun advocaten aanwezig waren. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie in de communicatie tussen ouders over de afstamming van kinderen, vooral in gevallen van kunstmatige voortplanting.