ECLI:NL:GHAMS:2011:BW7815
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.M.A. Verscheure
- R.J.M. Smit
- S.F. Schütz
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding en indexering van WAO-excedentuitkering in hoger beroep
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, gaat het om een geschil tussen een appellant en de besloten vennootschap Vomar Holding B.V. over schadevergoeding als gevolg van het ontbreken van indexering van de WAO-excedentuitkering. Het hof heeft eerder, op 8 maart 2011, een tussenarrest gewezen waarin de uitgangspunten voor de schadebegroting zijn vastgesteld. De appellant vordert schadevergoeding van Vomar, die volgens hem gehouden is de schade te vergoeden die voortvloeit uit de gemiste indexering van zijn WAO-excedentuitkering. De appellant heeft zijn eis gewijzigd en vordert nu ook de contante waarde van de gemiste indexering tot de pensioendatum, met de mogelijkheid om dit bedrag te gebruiken voor een verzekering bij Centraal Beheer.
Het hof heeft in het arrest aangegeven dat de vordering van de appellant niet kan worden toegestaan voor zover deze buiten de in het tussenarrest vastgestelde uitgangspunten valt. Het hof heeft ook opgemerkt dat het hier gaat om schadevergoeding en dat er geen sprake is van verboden afkoop van pensioenrechten. De appellant zal tijdens een comparitie de gelegenheid krijgen om zijn vordering te verduidelijken en te beslissen of hij zijn meer subsidiaire vordering wil handhaven of terug wil komen op zijn oorspronkelijke vordering.
De comparitie is bedoeld om duidelijkheid te verkrijgen over de bezwaren van de appellant en om een minnelijke regeling te beproeven. Het hof heeft partijen gelast om te verschijnen voor mr. S.F. Schütz, die als raadsheer-commissaris is benoemd. De comparitie zal plaatsvinden op 20 december 2011. Het hof heeft ook bepaald dat de advocaat van de appellant uiterlijk twee weken voor de comparitie een brief moet indienen waarin op de bezwaren van de appellant wordt gereageerd.