2.6 De verklaring van de getuige [V.] wordt slechts in beperkte mate ondersteund door de verklaring van de getuige [W.], aan wiens verklaring het hof veel waarde toekent omdat hij – buitenstaander en werkzaam bij de politie – mag worden geacht de situatie in en rondom de woning van [geïntimeerde] bij uitstek op redelijk objectieve wijze te (hebben) kunnen benaderen. Allereerst heeft deze getuige verklaard dat wat staat vermeld in de mutaties van de politie zoals die bij dagvaarding in eerste aanleg in het geding zijn gebracht en door hem, [W.], zijn opgesteld, klopt. Op grond daarvan staat vast dat [geïntimeerde] in elk geval verslaafd is (geweest) aan alcohol. Daar staat – op grond van de verklaring van de getuige [W.] - echter onder meer tegenover
• dat [geïntimeerde] [W.] later heeft verteld dat hij alleen cocaïne gebruikte als hij genoeg geld had en hem in 2010 heeft toevertrouwd dat hij in het geheel geen drugs meer gebruikte, omdat de kwaliteit wegens het versnijden te slecht was en het ook te duur was;
• dat [geïntimeerde] [W.] in juni 2008 heeft verteld dat hij last had van mensen die bij hem langskwamen en voor overlast zorgden, dat hij die mensen niet meer over de vloer wilde hebben en dat [W.] toen een brief op de toegangsdeur van de woning van [geïntimeerde] heeft geplakt waarin stond dat deze geen bezoek meer wilde hebben en dat [W.] zou optreden als mensen zich daaraan niet hielden;
• dat [W.] aan collega's van de zogenaamde priorteams heeft gevraagd of zij het pand waarin [geïntimeerde] woonde in de gaten wilden houden om te zien of er nog veel aanloop was, dat die inspectie gedurende het voorjaar en de zomer van 2008 zowel overdag als 's nachts heeft plaatsgevonden, en dat aan [W.] is gerapporteerd dat het bij het pand rustig was;
• dat [W.] [geïntimeerde] op 10 juni 2008 heeft aangemeld bij het Meldpunt Zorg en Overlast, maar dat daar vervolgens geen enkele klacht over [geïntimeerde] is binnengekomen en deze aanmelding daarom na twee of drie maanden is gesloten;
• dat [W.] in 2008 en 2009, en tot het moment van het afleggen van zijn verklaring, diverse huisbezoeken in de woning van [geïntimeerde] heeft afgelegd, maar daar nooit gebruikersspullen heeft aangetroffen en dat ook naspeuring in HKS - een systeem van de politie waarin men kan opzoeken of iemand wegens drugsoverlast is opgepakt, vast heeft gezeten en/of door een arts in verband met drugsgebruik is bezocht – heeft uitgewezen dat [geïntimeerde] daarin niet voorkomt, en dat [geïntimeerde] bij de politie als alcohol-verslaafde en niet als drugsverslaafde bekend staat;
• dat [W.] bij bezoeken aan [geïntimeerde] in diens woning in een minderheid van de gevallen ook anderen in die woning aantrof en het dan meestal om één of ten hoogste twee bezoekers ging;
• dat [W.] aan collega's, die in de periode vanaf ongeveer augustus 2009 tot in januari 2010 postten bij het in de buurt van de woning van [geïntimeerde] gelegen jongerencentrum genaamd Highschool, heeft gevraagd niet alleen de gang van zaken bij dat centrum in de gaten te houden maar tegelijkertijd op de woning van [geïntimeerde] – waarop vanaf die plek zicht was – te letten, en dat zijn collega's hem mondeling hebben gerapporteerd dat zij in die periode weinig aanloop bij de woning van [geïntimeerde] hebben gezien (behalve dat een enkele keer een verslaafd uitziend persoon daar aanbelde en naar binnen ging);
• dat [W.] in 2009 is aangesproken door een buurtbewoner uit de straat - die zicht heeft op de woning van [geïntimeerde] - die vertelde dat er een enorme drukte was, zowel overdag als 's nachts, bij de woning van [geïntimeerde], dat [W.] de desbetreffende bewoner heeft gevraagd in een schrift bij te houden op welke dagen en tijdstippen er auto's en bromfietsen bij die woning kwamen en welke kentekens deze auto's en bromfietsen hadden, maar dat hij vervolgens niets heeft ontvangen, hoewel hij de desbetreffende bewoner daaraan later nog wel eens heeft herinnerd.