Uitspraak
mr. P.J. van der Korstte Amsterdam,
mr. A.R.J. Croiset van Uchelente Amsterdam.
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.Beoordeling
European Prospectus,gedateerd 5 april 2004, luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
(bénéfice distribuable)available for distribution to the shareholders of Air France as dividends, subject to requirements of French law and with Title VII and other applicable provisions of Air France's articles of association.
European Prospectusstaat ook in het bij het Openbaar Bod behorende, eveneens van 5 april 2004 daterende
Offer and Listing Document.
grieven I en Vsamen te behandelen. Deze grieven zien op de totstandkoming van het besluit van de houders van prioriteitsaandelen van 3 juli 2008.
deugdelijkis geweest. Daarnaast stelt KLM c.s. dat de RvB en de RvC bij hun belangenafweging voor het overleg gebruik hebben gemaakt van een scala aan financiële informatie van het management van KLM. Deze wordt elk kwartaal besproken in de RvC. In het overleg tussen de RvC en de RvB wordt deze informatie ook besproken in het kader van het budgetteringsproces. Op grond van deze informatie en op grond van geregeld overleg tussen de RvC, de RvB en AFKLM adviseert de RvC AFKLM als houder van de prioriteitsaandelen over de winstreservering. Het voorafgaand overleg is inhoudelijk geweest, er is van gedachten gewisseld over de belangen van KLM, de groep en de aandeelhouders en over de financiële positie en de vooruitzichten van KLM; de RvB, de RvC en AFKLM waren het inhoudelijk met elkaar eens, aldus KLM c.s. Daarbij heeft KLM c.s. gewezen op het door haar overgelegd besluit tot reservering, waarin onder meer is opgenomen:
WHEREAS:
Voorzittergeeft aan dat er een aantal argumenten is waarom het dividend zo wordt voorgesteld. In de eerste plaats noemt de Voorzitter het feit dat de groei in de economie is vertraagd. Verder spelen de hoge brandstofprijs, krapte op de arbeidsmarkt waardoor de kosten omhoog gaan, de grote concurrentie met andere vormen van transport, de introductie van de
ticket tax, het toekomstige
Emission Trading Systemen de kosten voor de vernieuwing van de vloot een grote rol. De Voorzitter geeft aan dat deze zeven argumenten maken dat KLM vindt dat het dividend niet hoger moet zijn dan zoals vandaag voorgesteld.”
grief III(het hof ziet aanleiding grief II hierna te behandelen) betoogt VEB c.s. dat het besluit tot reservering in strijd is met de bij de minderheidsaandeelhouders gewekte verwachtingen ingevolge de navolgende passage in het bij het Openbaar Bod behorende
European Prospectusen het bij het Openbaar Bod behorende
Offer and Listing Document:
is reasonable considering KLM's financial situation) als in overeenstemming (
complies) met het dividendbeleid van AFKLM, de betekenis moet worden toegekend dat de te reserveren winst nooit op een zodanig bedrag zou mogen worden gesteld dat het door KLM uit te keren dividend gelijk is aan dat van AFKLM.
grieven II, IV, VI en VIIbestrijdt VEB c.s. de conclusie van de rechtbank dat het besluit tot reservering de toets van redelijkheid en billijkheid kan doorstaan.
net debt to equity ratio(NDER) ter onderbouwing van een behoefte aan versterking van haar reserves is achteraf bedacht, een ongebruikelijke en in dit verband niet toepasselijke ratio en is door KLM in het verleden ook nooit ter sprake gebracht, ook niet tijdens de AVA van 3 juli 2008. Een gelijke dividenduitkering aan die van AFKLM is ongerijmd, nu KLM per aandeel veel meer winst heeft gemaakt dan AFKLM (in 2007/2008 € 11,28 per aandeel KLM tegenover slechts € 2,63 per aandeel AFKLM). De solvabiliteitsratio 2008 van AFKLM bedroeg 34% en die van KLM 38%, hetgeen goed genoeg is voor een uitkering zoals gevorderd. KLM publiceerde in 2008 positieve berichten over haar resultaat. KLM keert beduidend minder uit dan vergelijkbare luchtvaartmaatschappijen. De gevorderde uit-kering van dividend aan de minderheidsaandeelhouders bedraagt slechts € 2,363 miljoen. En ten slotte, waar het allemaal op neerkomt, is dat KLM en AFKLM de minderheidsaandeelhouders eenvoudigweg proberen uit te roken. Deze gang van zaken is in strijd met hetgeen de redelijkheid en billijkheid vorderen, onrechtmatig en in strijd met artikel 2:105 BW dat voor de minderheidsaandeelhouders een aanspraak op het gevorderde dividend waarborgt.
ticket tax, het toekomstige
Emission Trading Systemen de kosten voor de vernieuwing van de vloot. Een gedetailleerd budgetteringsproces ligt aan de reservering ten grondslag. Daarin is ook rekening gehouden met de hoge relatieve en absolute schuldgraad ten opzichte van het eigen vermogen van KLM. De relatief zwakke positie van KLM komt tot uitdrukking in de stijging van haar NDER, de verhouding tussen enerzijds de som van haar lange termijn schuldenlast minus haar liquiditeitspositie en anderzijds haar eigen vermogen. Dat is voor een luchtvaartmaatschappij een betere indicator dan de solvabiliteitsratio die door VEB c.s. wordt voorgestaan, omdat de NDER ziet op de lange termijn, hetgeen aangewezen is in deze sector, die kapitaalsintensief is, competitief, conjunctuurgevoelig en kwetsbaar voor geopolitieke gebeurtenissen. VEB c.s. berekent de winst per aandeel verkeerd; die was over 2007/2008 in werkelijkheid slechts € 6,22. Eigenlijk zou om al deze redenen in het geheel geen dividend zijn uitgekeerd, ware het niet dat AFKLM heeft besloten om, door niet alle winst te reserveren, toch een gelijk dividend mogelijk te maken als dat per aandeel AFKLM. Daarmee is aan de belangen van de minderheidsaandeelhouders meer dan in redelijkheid tegemoet gekomen. De vorderingen van VEB c.s., ten slotte, zouden leiden tot een uitkering van € 237 miljoen, een bedrag dat KLM zeker niet kan dragen. Uitkering alleen aan de minderheidsaandeelhouders, zoals door VEB c.s. gesuggereerd, zou in strijd komen met het gelijkheidsbeginsel.
ticket tax, het toekomstige
Emission Trading Systemen de kosten voor de vernieuwing van de vloot. Dat deze redenen ter gelegenheid van het in de voorafgaande jaren uitgekeerd dividend niet ter sprake zijn gebracht neemt niet weg dat deze voor het onderhavige jaar 2007/2008 gelding hebben.
uestions and Answers about the Offerin het prospectus bij het Openbaar Bod kunnen afleiden dat na de gestanddoening van het bod de door hen gehouden aandelen moeilijk verkoopbaar zouden kunnen worden. Uit de omstandigheid dat de aandelen van de minderheidsaandeelhouders vervolgens inderdaad niet of zeer moeilijk verkoopbaar zijn geworden volgt voor KLM, noch voor haar vergadering van houders van prioriteitsaandelen een (zorg)plicht om ten behoeve van hen te zorgen voor een hoger dividend dan waartoe KLM overigens in redelijkheid heeft kunnen besluiten.