3.1 Het gaat in deze zaak om het volgende.
(i) [appellant sub 1] c.s. waren tot 1 januari 2006 (verplicht) deelnemer in de Stichting, waarbij [appellant sub 1] c.s. kapitaal hebben opgebouwd ter financiering van vroegpensioen.
(ii) Per 1 januari 2006 is het deelnemerschap, althans de pensioenopbouw, geëindigd vanwege de inwerkingtreding van de Wet aanpassing fiscale behandeling/prepensioen en introductie levensloopregeling (verder: Wet VPL). Op grond van de Wet VPL konden [appellant sub 1] c.s. na 1 januari 2006 niet langer fiscaal gefaciliteerd pensioen opbouwen in een vroegpensioenregeling.
(iii) Bij brief gedateerd november 2006 heeft de Stichting [appellant sub 1] c.s. geschreven dat zij drie mogelijkheden hadden met betrekking tot hun vroegpensioenaanspraken, te weten:
a. overdragen naar ouderdomspensioen;
b. afkopen naar levensloop;
c. laten staan bij het fonds.
(iv) Indien [appellant sub 1] c.s. wilden afkopen naar levensloop, dan dienden zij de Stichting vóór 1 maart 2007 opgave te doen van de instantie die hun levensloopregeling uitvoerde. Verder meldde de Stichting in de brief dat wanneer geen reactie werd ontvangen de aanspraken bij het fonds bleven staan en dat afkoop ten behoeve van levensloop na 28 februari 2007 niet meer mogelijk was. Bij de brief zat een antwoordformulier.
(v) Bij brief van 19 maart 2007 heeft de Stichting gereageerd op een brief van [appellant sub 1] c.s. van 12 maart 2007 en [appellant sub 1] c.s. bericht, voor zover van belang:
"Het afkopen van de aanspraken ten behoeve van een levensloopregeling is mogelijk tot 1 maart 2008."
(vi) [appellant sub 4] heeft het antwoordformulier dat bij de brief van november 2006 was gevoegd op 14 december 2007 ingevuld, met de optie dat hij zijn vroegpensioenaanspraken wilde storten in zijn levensloopregeling. [appellant sub 1] en [appellante sub 2], die zijn gehuwd, en [appellant sub 3] hebben hetzelfde op 16 januari 2008 gedaan.
(vii) Bij brief van 20 augustus 2008 heeft De Nederlandsche Bank (verder: DNB) de Stichting in een reactie op een brief van 18 juni 2008 geschreven:
"(...) Dit betekent inderdaad dat de PW een dergelijke afkoop niet meer mogelijk maakt indien een verzoek daartoe na 1 maart 2007 bij het fonds is ingediend. (...) Voor de goede orde merken wij op dat DNB op grond van artikel 212 van de PW geen ontheffing kan verlenen van het afkoopverbod van artikel 65 van de PW. Wij kunnen de door u gevraagde toestemming dan ook niet verlenen."
(viii) Bij brief van 19 september 2008 heeft de Stichting [appellant sub 1] c.s. bericht, kort gezegd, dat vanwege de per 1 januari 2007 van kracht geworden Pensioenwet (verder: PW) de overdracht naar levensloopregelingen na 1 maart 2007 niet meer mogelijk was. De Stichting heeft verder gewezen op de twee mogelijkheden die nog openstonden voor [appellant sub 1] c.s.
(ix) [appellant sub 1] c.s. hebben hiertegen bij brief van hun (toenmalige) gemachtigde bezwaar gemaakt en de Stichting aansprakelijk gesteld voor de schade. De Stichting heeft laten weten niet aansprakelijk te zijn.