ECLI:NL:GHAMS:2011:BU8169
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake dagvaarding bij verkeerd gerecht en ontslag van instantie
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, hierna te noemen 'appellante', tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had op 15 augustus 2011 een uitspraak gedaan in een geschil tussen appellante en de geïntimeerde, die onder de naam 'E' handelt. De dagvaarding was door appellante ingediend bij het verkeerde gerecht, namelijk het hof Arnhem, terwijl deze bedoeld was voor het hof Amsterdam. Geïntimeerde heeft vervolgens ontslag van instantie gevorderd, omdat appellante op de vervroegde roldatum van 20 september 2011 niet was verschenen.
Het hof heeft vastgesteld dat de dagvaarding op 19 september 2011 tijdig was ingediend bij het verkeerde gerecht. Het hof oordeelt dat dit geval vergelijkbaar is met een eerder arrest van de Hoge Raad van 23 september 2011, waarin ook een verzoekschrift bij een verkeerd gerecht was ingediend. Het hof concludeert dat de dagvaarding geacht moet worden te zijn ingediend op het moment van binnenkomst bij het verkeerde gerecht, waardoor appellante in het geding is verschenen. Dit betekent dat er geen plaats is voor het gevorderde ontslag van instantie.
Het hof heeft de zaak vervolgens verwezen naar de rol voor memorie van grieven, met de beslissing om verdere beslissingen aan te houden. De uitspraak is gedaan op 29 november 2011 door de elfde meervoudige burgerlijke kamer van het Gerechtshof Amsterdam.