ECLI:NL:GHAMS:2011:BU6400
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake letselschade en provisionele vordering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [ Appellant ] tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin een provisionele vordering tot betaling van een voorschot van € 50.000,= werd afgewezen. De zaak betreft letselschade die [ Appellant ] heeft opgelopen na een verkeersongeval op 17 mei 1999, waarbij hij als bestuurder van een motorfiets betrokken was. AXA, de verzekeraar van de andere partij, heeft aansprakelijkheid erkend en heeft reeds € 111.500,= aan voorschotten betaald. In de hoofdzaak vordert [ Appellant ] een bedrag van € 608.972,=, gebaseerd op verlies aan arbeidsvermogen.
De rechtbank heeft in haar vonnis van 18 augustus 2010 vastgesteld dat [ Appellant ] geen voldoende inzicht heeft gegeven in zijn inkomsten en uitgaven, en dat de omvang van de schade niet aannemelijk is gemaakt. Het hof heeft geoordeeld dat [ Appellant ] in het hoger beroep geen nieuwe informatie heeft verstrekt die de rechtbank niet al had, en dat hij niet heeft voldaan aan de verzoeken van de rechtbank om bewijsstukken te overleggen over zijn werkzaamheden en inkomsten vóór en na het ongeval.
Het hof heeft de grieven van [ Appellant ] verworpen en de beslissing van de rechtbank bekrachtigd. Het hof heeft [ Appellant ] veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die door AXA zijn begroot op € 1.745,= aan verschotten en € 1.631,= aan salaris advocaat, vermeerderd met wettelijke rente. De beslissing is openbaar uitgesproken op 4 oktober 2011.