ECLI:NL:GHAMS:2011:BU3990
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.G. Kemmers
- C.A. Joustra
- M.E. Burger
- Rechtspraak.nl
Belang bij hoger beroep tegen reeds geëxpireerde machtiging uithuisplaatsing
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 1 november 2011, gaat het om het hoger beroep van ouders tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin een machtiging tot uithuisplaatsing van hun kinderen was verleend. De ouders, die in het Verenigd Koninkrijk wonen, hebben op 16 augustus 2011 hoger beroep aangetekend tegen de beschikking van 16 mei 2011, waarbij de machtiging tot uithuisplaatsing van hun kinderen, [kind A] en [kind B], was gehandhaafd. De machtiging was geldig van 4 mei 2011 tot 16 mei 2011, en ten tijde van de behandeling in hoger beroep was deze termijn reeds verlopen.
De advocaat van de ouders heeft betoogd dat er ondanks het verlopen van de termijn nog steeds belang is bij het hoger beroep, omdat de ouders van plan zijn een civiele schadevergoedingsprocedure te starten. Zij stellen dat zij zowel materiële als immateriële schade hebben geleden door de uithuisplaatsing van hun kinderen. De ouders hebben hoge vervoers- en verblijfskosten moeten maken om hun kinderen te bezoeken en hun belangen in Nederland te behartigen. Daarnaast willen zij hun naam gezuiverd zien.
Het hof oordeelt dat, hoewel de machtiging tot uithuisplaatsing is geëxpireerd, de ouders een rechtens te respecteren belang hebben bij hun hoger beroep. Dit is gebaseerd op de ernstige inbreuk die de uithuisplaatsing op hun gezinsleven heeft gehad en de kosten die zij hebben moeten maken. Het hof heeft de zaak aangehouden en partijen in de gelegenheid gesteld om aan te geven of zij een nadere behandeling wensen. De ouders zijn ontvankelijk verklaard in hun hoger beroep, en het hof houdt verdere beslissingen aan tot een latere datum.