GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
BESCHIKKING in de zaak met zaaknummer 200.089.705/01 OK van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RAWA BEHEER B.V.,
gevestigd te Ermelo,
VERZOEKSTER,
advocaat: mr. J.J.F. van de Voort, kantoorhoudende te Utrecht,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ROSENBERG VAN DER DOES & PARTNERS BEHEER B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ROSENBERG VAN DER DOES & PARTNERS HOLDING B.V.
beide gevestigd te Utrecht,
VERWEERSTERS,
advocaat: mr. L.P. Kruidenier, kantoorhoudende te Utrecht,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LINDOE BEHEER B.V.,
gevestigd te Gouda,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JESME HEKENDORP BEHEER B.V.,
gevestigd te Hekendorp, gemeente Oudewater,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OLAV ROSENBERG BELASTINGADVISEURS B.V.,
gevestigd te Utrecht,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PODARWIC B.V.,
gevestigd te Gouda,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ANCA MANAGEMENT B.V.,
gevestigd te Hekendorp, gemeente Oudewater,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EASTEND B.V.,
gevestigd te Gouda,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten: mr. M.W.E. Evers en mr. R.Q. Potter, kantoorhoudende te Amsterdam,
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RIBE HOLDING B.V.,
gevestigd te Utrecht,
BELANGHEBBENDE,
advocaten: mr. G.G.A.J.M. van Poppel en mr. E.H. van Maaren, kantoorhoudende te Utrecht.
1. Het verloop van het geding
1.1 Hierna zullen partijen als volgt worden aangeduid:
- verzoekster met RaWa,
- verweersters afzonderlijk met RVDD Beheer, respectievelijk RVDD Holding en gezamenlijk met RVDD c.s.,
- belanghebbenden sub 1 tot en met 6 afzonderlijk met Lindoe, Jesme, Rosenberg Belastingadviseurs, Podarwic, Anca en Eastend en gezamenlijk met Lindoe c.s.,
- belanghebbende sub 7 met Ribe.
1.2 RaWa heeft bij op 28 juni 2011 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht - zakelijk weergegeven - om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad,
1. een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van RVDD Beheer over de periode vanaf 1 januari 2010;
2. bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding
a. Rosenberg Belastingadviseurs, Anca en Podarwic te schorsen als bestuurder van RVDD Beheer;
b. een derde dan wel derden te benoemen tot bestuurder van RVDD Beheer met
- voor zover nodig in afwijking van de statuten - doorslaggevende stem en zelfstandige vertegenwoordigingsbevoegdheid;
3. RVDD Beheer te veroordelen in de kosten van het geding.
1.3 RVDD Beheer heeft bij op 19 augustus 2011 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift, met producties, de Ondernemingskamer verzocht RaWa niet ontvankelijk te verklaren in haar verzoeken, dan wel die verzoeken af te wijzen en RaWa te veroordelen, uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van het geding.
1.4 Ribe heeft bij op 19 augustus 2011 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift de Ondernemingskamer verzocht de verzoeken toe te wijzen.
1.5 Lindoe c.s. hebben bij op 26 augustus 2011 ingekomen verweerschrift, met producties, de Ondernemingskamer verzocht primair RaWa niet ontvankelijk te verklaren in haar verzoeken, dan wel die verzoeken af te wijzen en subsidiair, voor het geval een onderzoek wordt bevolen, te bepalen dat dit onderzoek betrekking zal hebben op de periode vanaf 1 januari 2009, een en ander met veroordeling van Rawa in de kosten van het geding.
1.6 RaWa heeft bij op 26 augustus 2011 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen nader verzoekschrift, houdende “wijziging van het verzoek en de gronden daarvan”, haar inleidend verzoek in die zin aangevuld dat zij de Ondernemingskamer tevens verzoekt in goede justitie een beslissing te nemen. Daarnaast heeft zij de in 1.2, onder 1 en 2, vermelde verzoeken gedaan ten aanzien van RVDD Holding, en heeft zij de Ondernemingskamer verzocht om RVDD Holding, hoofdelijk tezamen met RVDD Beheer, te veroordelen in de kosten van het geding.
1.7 RVDD Holding heeft bij op 30 augustus 2011 ingekomen verzoekschrift de Ondernemingskamer verzocht Rawa niet ontvankelijk te verklaren in haar verzoeken, althans haar verzoeken af te wijzen, met veroordeling van Rawa, uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van het geding.
1.8 Alle verzoeken zijn behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 1 september 2011. Bij die gelegenheid hebben de advocaten de standpunten van de onderscheiden partijen toegelicht aan de hand van - aan de Ondernemingskamer en de wederpartij overgelegde – aantekeningen en onder overlegging van op voorhand aan de Ondernemingskamer en de wederpartij gezonden nadere producties van de zijde van RVDD Beheer en RaWa en nog enige niet tevoren toegezonden producties van de zijde van RaWa. Partijen hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord.
De Ondernemingskamer gaat uit van de volgende feiten.
2.1 RVDD Beheer houdt alle aandelen in vijf hierna te noemen werkmaatschappijen, die gezamenlijk een accountants-, belastingadvies- en administratiepraktijk voeren onder de handelsnaam Rosenberg Van der Does & Partners met vestigingen in Utrecht en Reeuwijk.
2.2 RVDD Holding is enig aandeelhouder van RVDD Beheer. Stichting Administratiekantoor Rosenberg Van der Does & Partners (hierna: STAK RVDD) is enig aandeelhouder van RVDD Holding. STAK RVDD, RVDD Holding, RVDD Beheer en de vijf werkmaatschappijen zullen hier gezamenlijk de RVDD groep worden genoemd. STAK RVDD heeft aan Lindoe, Jesme, Ribe, RaWa en Rosenberg Belastingadviseurs ieder 20% van de certificaten van de aandelen RVDD Holding uitgegeven. Het bestuur van STAK RVDD wordt gezamenlijk gevormd door Eastend en Rosenberg Rietveld Otten Beheer B.V. (hierna: RRO Beheer). De aandelen in Eastend worden gehouden door Lindoe en Jesme. Bestuurders van Eastend zijn P.M.W de Wit (hierna: De Wit) en N.H. van der Does (hierna: Van der Does). De Wit is tevens bestuurder en enig aandeelhouder van Jesme en Van der Does is bestuurder en enig aandeelhouder van Lindoe. De aandelen in RRO Beheer worden gehouden door Ribe, RaWa en Rosenberg Belastingadviseurs, die tevens het gezamenlijk bestuur vormen van RRO Beheer. Bestuurder en enig aandeelhouder van RaWa is M. Otten (hierna: Otten), bestuurder en enig aandeelhouder van Ribe is R. Rietveld (hierna: Rietveld) en bestuurder en enig aandeelhouder van Rosenberg Belastingadviseurs is O. Rosenberg (hierna: Rosenberg). De Wit, Van der Does, Otten, Rietveld en Rosenberg zullen hierna ook gezamenlijk worden aangeduid als de vennoten.
2.3 Het bestuur van RVDD Holding bestaat uit Rosenberg Belasting Adviseurs en Podarwic. Van laatgenoemde is Van der Does enig aandeelhouder en bestuurder. Het bestuur van RVDD Beheer bestond tot 24 maart 2011 uit Rosenberg Belastingadviseurs, Ribe, RaWa, Podarwic en Anca. Van laatstgenoemde vennootschap zijn Rosenberg, Van der Does en De Wit bestuurders en indirect aandeelhouders.
2.4 RVDD Beheer is enig aandeelhouder van vijf in 2.1 bedoelde werkmaatschappijen, te weten:
- Rosenberg Van der Does Partners Accountants B.V. (hierna: Accountants), met tot 24 maart 2011 Ribe, RaWa en Anca als bestuurder,
- Rosenberg Van der Does Partners Adviseurs B.V., met Rosenberg Belastingadviseurs als bestuurder,
- Rosenberg Van der Does Partners Audit B.V., (hierna: Audit) met Rawa als bestuurder,
- Rosenberg Van der Does Partners Werkgeversservices B.V. (hierna: WGS), met tot 24 maart 2011 Ribe, RaWa en Anca als bestuurder,
- Merwede Administraties B.V., met Olav Rosenberg als bestuurder.
2.5 Vanaf 24 maart 2011 bestaat het bestuur van RVDD Beheer uit Rosenberg Belastingadviseurs, Anca en Podarwic. Anca is vanaf dat moment enig bestuurder van Accountants en tevens van WGS.
2.6 De RVDD groep is ontstaan uit een fusie op 1 januari 2009 tussen Eastend en RRO Beheer. Aan de fusie ligt een door alle vennoten ondertekende letter of intent ten grondslag van 10 november 2008. Hierin staat onder andere dat het dagelijks bestuur van de holding van de gefuseerde ondernemingen zal worden gevormd door Rosenberg en Van der Does. De letter of intent bevat tevens een taakverdeling die onder meer inhoudt dat Otten (eind)verantwoordelijk zal zijn voor de vaktechniek van de organisatie en voor de automatisering en dat hij daarnaast de functie van compliance officer zal vervullen. Rietveld zal eindverantwoordelijk zijn voor de kantooradministratie en Rosenberg voor de onderdelen P&O, Ondernemingsraad, communicatie en PR. Van der Does zal binnen het dagelijks bestuur eindverantwoordelijk zijn voor de algehele interne organisatie.
2.7 In een door alle vennoten ondertekend Strategisch Plan 2010-1013 van 17 september 2009 staat onder meer:
“Onze ambities zijn groot. We willen de komende 3 – 4 jaar groeien naar minmaal 100 personeelsleden. Dit zal moeten worden gerealiseerd door middel van zowel autonome groei als door middel van overnames.”
Onder het kopje “Strategische aandachtsgebieden” onder b “Goede organisatiestructuur” staat:
“* Een ontwikkeling waarbij Olav / Nico [Ondernemingskamer: respectievelijk Rosenberg en Van der Does] zich losmaken van de dagelijkse praktijk en prioriteit geven aan het kantoorbeheer en de kantoorontwikkeling. Daartegenover geven Mike / Richard / Peter [Ondernemingskamer: respectievelijk Otten, Rietveld en De Wit] prioriteit aan operationele processen en minder aan beheersactiviteiten (…).
* Een duidelijk splitsing tussen de operationele afdelingen en de beheersafdeling Op de beheersafdeling worden alle concerndiensten ondergebracht (…). Te denken valt daarbij aan:
(..) PR + Marketing (…) Uitbouw kantoor door middel van aanpalende diensten / overname kantoren (…)”.
Voorts staan als verantwoordelijke vennoten voor de beheersafdeling genoemd Rosenberg en Van der Does.
2.8 In januari en februari 2010 hebben Rosenberg en Rietveld, na overleg met Van der Does en De Wit, aan Otten medegedeeld dat wegens zijn functioneren voor hem als vennoot geen rol meer is weggelegd. In een email van 5 maart 2010 heeft Otten aan Rosenberg geschreven dat hij nog geen standpunt zal innemen ten aanzien van die mededeling, dat hij eerst een concreet geldelijk voorstel wil omtrent zijn eventuele uittreding als vennoot en dat hij eventueel bereid is nader genoemde werkzaamheden voor kantoor te blijven verrichten.
2.9 Op 18 augustus 2010 heeft Van der Does een evaluatie opgesteld van bovengenoemd Strategisch Plan. Hij constateert daarin het kantoor niet goed functioneert, financieel noch organisatorisch. Er is sprake van een dalende omzet en winst in de vestiging in Utrecht, voor welke vestiging Otten verantwoordelijk is. Op 16 september 2010 is de evaluatie door de vennoten besproken. In verband met de tegenvallende resultaten hebben de vennoten, met uitzondering van RaWa, een kapitaalstorting gedaan van € 75.000.
2.10 In een brief van 2 december 2010 van Rietveld aan het bestuur van RVDD Holding met als onderwerp: “beëindiging samenwerking”, heeft hij geschreven, zakelijk weergegeven, dat duidelijk is komen vast te staan dat het onderling vertrouwen tussen met name hem en Van der Does volledig ontbreekt en dat er sprake is van een onherstelbare vertrouwensbreuk en dat als gevolg daarvan de samenwerking in de huidige vorm geen toekomst meer heeft. Een en ander betekent voor hem een vertrek bij RVDD. In de brief heeft Rietveld daartoe een voorstel gedaan.
2.11 In de periode van 6 tot 18 januari 2011 heeft Van der Does een aantal emails gestuurd aan Rosenberg en De Wit over een mogelijke overname van branchegenoot Van Zwienen B.V. te Krimpen aan den IJssel (hierna: Van Zwienen). Ook de onderliggende correspondentie die Van der Does heeft gevoerd met Van Zwienen over overname, is aan hen doorgestuurd.
2.12 In een door Van der Does, Rosenberg en De Wit opgestelde notitie die aan Otten op 24 januari 2011 is overhandigd is gerefereerd aan eerdere gesprekken waarin kritiek op het functioneren van Otten als aandeelhouder en ondernemer aan de orde is geweest. Tevens staat in deze notitie een voorstel dat er kort gezegd op neer komt dat Otten als zelfstandig compliance officer binnen RVDD werkzaam kan blijven en tevens de eindverantwoordelijkheid zal houden voor de controlewerkzaamheden van Audit. In een bijlage bij de notitie werd Otten een berekening gepresenteerd van de waarde van de aandelen die RaWa houdt.
2.13 Op 4 februari 2011 heeft Ribe, onder bepaalde voorwaarden, zijn aandelen in RRO en zijn certificaten van aandelen in RRVD Holding aangeboden aan zijn medecertificaathouders en medeaandeelhouders.
2.14 Bij email van 24 februari 2011 heeft Van der Does de overname van Van Zwienen geagendeerd voor de directievergadering van RVDD Beheer van 28 februari 2011. Hij heeft in dit bericht onder meer geschreven dat de koopprijs € 200.000 bedraagt en dat de financiering daarvan een kapitaalinjectie van de aandeelhouders vergt. Bij email van diezelfde dag heeft Van der Does aan het bestuur van RVDD Beheer met betrekking tot het agendapunt “nieuwe organisatiestructuur” een schema gestuurd waarin de overname van Van Zwienen is verwerkt. Tijdens de vergadering van 28 februari 2011 is aan de orde gekomen dat met Van Zwienen overeenstemming is bereikt over overname onder voorbehoud van financiering, uitkomst van een due diligence onderzoek en goedkeuring door de aandeelhouders. Rietveld en Otten hebben, anders dan de overige vennoten, verklaard niet akkoord te gaan met de voorgestelde overname.
2.15 Bij brief van 28 februari 2011 heeft de raadsman van Van der Does, De Wit, Rosenberg en hun persoonlijk vennootschappen aan RaWa en aan Otten onder meer het volgende geschreven:
“Vanaf januari 2010 zijn er met u gesprekken gevoerd over uw functioneren en uw positie als certificaathouder. Dit heeft geleid tot het voorstel van uw medevennoten dat u terugtreedt als partner (lees: certificaathouder en aandeelhouder) maar op een nader over een te komen wijze, bijvoorbeeld in dienstverband of op ZZP basis, aan kantoor verbonden blijft. Toen is tevens kort stilgestaan bij de waardering van de certificaten van aandelen in de holding. Voorts is aan de orde geweest dat uw medevennoten graag zien dat u als Compliance Officer werkzaam blijft en dat u verantwoordelijk blijft voor de controlewerkzaamheden die in de werkmaatschappij Rosenberg Van der Does en Partners Audit B.V. zijn ondergebracht. Uw overige werkzaamheden zullen dan worden beëindigd. Cliënten wensen de gesprekken hierover nu op korte termijn af te ronden.”
2.16 Bij email van 23 maart 2011 heeft Otten aan Van der Does geschreven, zakelijk weergegeven, dat hij inmiddels enige informatie heeft ontvangen over Van Zwienen, maar dat hij die informatie volstrekt onvoldoende acht om een beslissing te kunnen nemen. In de email somt hij een aantal vragen op, onder meer met betrekking tot de cliëntenkring, de kantoororganisatie, het personeelsbestand en de financiering van de overname. Hij verzoekt Van der Does per ommegaande onderliggende gegevens toe te zenden.
2.17 In de notulen van een op 24 maart 2011 gehouden buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van RVDD Beheer staat dat is besloten om Ribe en RaWa te ontslaan als bestuurder van de vennootschap. Blijkens diezelfde notulen is er vergaderd over de overname van accountantskantoor Van Zwienen. De notulen vermelden:
“De heer Van der Does geeft aan dat dit in de directievergadering van 28 februari j.l. ten dele besproken is. De STAK dient een besluit te nemen over de overname. Dit houdt in dat bij een positieve beslissing de koopprijs ad € 200.000 uit eigen middelen zal moeten worden gefinancierd. Dit kan niet rechtstreeks vanuit Beheer wegens gebrek aan liquide middelen. Dit zou een bedrag van € 40.000 per persoon zijn. De deal is rond onder voorbehoud van financiering, goedkeuring vergadering STAK en due diligence. De heer De Wit, de heer Van der Does en naar hij stelt ook de heer Rosenberg zijn ervan overtuigd dat dit een goede stap is (…).”
De notulen vermelden voorts dat Otten meer informatie wil over de overname.
2.18 Eveneens op 24 maart 2011 zijn RaWa en Ribe in een gecombineerde buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders ontslagen als bestuurder van Accountants en WGS. Op die dag is tijdens een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van RRO Beheer, blijkens de daarvan opgestelde notulen, het aanbod Ribe tot overdracht van aandelen, zoals vermeld in de brief van 4 februari 2011, aan de orde geweest. Tijdens een vergadering van certificaathouders, ook op 24 maart 2011, is het aanbod van Ribe tot overdracht van certificaten van aandelen in RVDD Holding, besproken.
2.19 In een email van 28 april 2011 heeft Otten aan de overige bestuursleden van RVDD Beheer geschreven dat hij bij de overname van Van Zwienen vraagtekens plaatst en nog steeds over te weinig informatie beschikt, terwijl verder informatie noodzakelijk is in zijn functie als compliance officer.
2.20 Bij akte van 28 april 2011 zijn de aandelen in Van Zwienen overgedragen aan Anca tegen betaling van € 200.000. Diezelfde avond heeft Van der Does in antwoord op bovenstaande email aan Otten geschreven:
“M.b.t. Ad van Zwienen begrijp ik je opmerking niet. Je hebt alle financiële informatie die ik ook heb en ik heb je vorige week gezegd dat deze informatie mijn goedkeuring draagt op basis van mijn review. Ik stel voor dat je aan de hand van deze informatie concreet aangeeft wat je wilt weten voor je functie als compliance officer. Overigens ontvang ik wel graag jouw definitieve bevindingen van de due diligence, zodat ik dat (…) de komende directievergadering met [Rosenberg en De Wit] kan bespreken. ”
3. De gronden van de beslissing
3.1 RaWa heeft aan haar stelling dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid van RVDD Beheer en RVDD Holding en dat onmiddellijke voorzieningen dienen te worden getroffen in de kern ten grondslag gelegd dat er ten aanzien van de overname van Van Zwienen ondanks herhaalde verzoeken daartoe, onvoldoende informatie aan RaWa is verstrekt en dat RaWa en Ribe niet zijn betrokken bij de besluitvorming die ertoe heeft geleid dat Anca in plaats van RVDD Beheer Van Zwienen heeft overgenomen. Dit is in strijd, zo stelt RaWa, met de belangen van RVDD Beheer en RVDD Holding en eveneens in strijd met de bijzondere zorgplicht die het bestuur van deze vennootschappen jegens RaWa heeft om een zo groot mogelijke openheid te betrachten. Daarnaast heeft RaWa aangevoerd dat Van der Does, Rosenberg en De Wit doende zijn Otten (RaWa) en Rietveld (Ribe) er als vennoten en bestuurders zo snel mogelijk uit te werken met voorbijgaan aan het belang van RVDD c.s.
3.2 RVDD c.s. en Lindoe c.s hebben ter ondersteuning van hun primaire verweer dat RaWa niet ontvankelijk moet worden verklaard aangevoerd (voorzover nog van belang) dat RaWa niet overeenkomstig artikel 2:349 BW tevoren haar bezwaren aan RVDD c.s. heeft kenbaar gemaakt. Voorts hebben zij zich gemotiveerd verweerd tegen de toewijzing van de verzoeken. De Ondernemingskamer zal deze verweren hierna bij de beoordeling betrekken.
Ontslagen
3.3 Met betrekking tot het ontslag van Rawa als bestuurder van RVDD Beheer en de werkmaatschappijen Accountants en WGS op 24 maart 2011 overweegt de Ondernemingskamer als volgt. Uit de overgelegde producties komt naar voren dat het functioneren van RaWa en Otten al langere tijd onderwerp van gesprek was tussen Otten en de overige vennoten en dat zij in ieder geval reeds begin 2010 Otten te kennen hebben gegeven dat er voor hem geen toekomst is als vennoot. Voorts is aan Otten naar aanleiding van zijn functioneren als aandeelhouder en ondernemer, in de notitie die op 24 januari 2011 aan hem is overhandigd, een voorstel gedaan over mogelijke werkzaamheden die Otten als zelfstandig compliance officer binnen RVDD kan blijven doen. Bij die notitie is tevens een berekening gepresenteerd van de waarde van de aandelen die RaWa houdt. Onder die omstandigheden kan niet gezegd worden dat het ontslag van RaWa als een verrassing is geagendeerd voor de vergaderingen van 24 maart 2011 of dat Otten (RaWa) zich daartegen onvoldoende heeft kunnen verweren. Evenmin is van onregelmatigheden tijdens die vergaderingen gebleken. Datzelfde geldt – en in nog sterkere mate - voor het ontslag van Ribe als bestuurder van RVDD Beheer en de werkmaatschappijen Accountants en WGS. In een hierboven aangehaalde brief van 2 december 2010 van Rietveld aan het bestuur van RVDD Holding spreekt hij over het volledig ontbreken van vertrouwen tussen hem en Van der Does en is door hem een voorstel gedaan met het oog op zijn vertrek bij RVDD. In vervolg hierop heeft Ribe op 4 februari 2011 onder bepaalde voorwaarden haar aandelen in RRO Beheer en haar certificaten van aandelen in RVDD Holding te koop aangeboden. Dit aanbod vormde een agendapunt tijdens de vergaderingen van de certificaathouders en van de aandeelhouders van RRO Beheer op 24 maart 2011. De Ondernemingskamer ziet geen aanwijzing dat het ontslag van Ribe als bestuurder van RVDD Beheer (en van Accountants en WGS) op onregelmatige wijze of op onjuiste gronden is geschied. De stelling van Ribe dat haar ontslag het bedrijfsbelang zou schaden is onvoldoende toegelicht en kan om die reden al niet leiden tot gegronde twijfel aan een juist beleid. Voorts is niet aannemelijk dat Ribe en RaWa niet zijn geïnformeerd over de redenen en motieven van hun (voorgenomen) ontslag als bestuurders. De gang van zaken rond deze ontslagen geeft ook overigens geen aanleiding om te twijfelen aan een juist beleid van RVDD Beheer of RVDD Holding. De Ondernemingskamer merkt nog op dat het geschil tussen partijen over de ontslagen in sterke mate lijkt samen te hangen met een verschil van inzicht over de waardering van de (certificaten van de) aandelen van RaWa en Ribe in het kader van een uittreding. Hetgeen hierover door RaWa en Ribe naar voren is gebracht, kan niet leiden tot een toewijzing van de verzoeken.
3.4 De omstandigheid dat de verstandhouding tussen Van der Does, De Wit en Rosenberg enerzijds en Otten en Rietveld anderzijds ernstig is verstoord en dat partijen vooralsnog geen overeenstemming hebben kunnen bereiken over de wijze waarop zij hun wegen kunnen scheiden, is op zichzelf geen reden voor twijfel aan de juistheid van het beleid van RVDD c.s.
Overname van Van Zwienen
3.5 Met betrekking tot de overname van Van Zwienen hebben RaWa en Ribe zich naar het oordeel van de Ondernemingskamer terecht op het standpunt gesteld dat die overname zich in feite heeft afgespeeld buiten hun gezichtsveld en dat zij door met name Van der Does niet ruimhartig zijn geïnformeerd over het proces van overname, terwijl de overige vennoten hiervan wel kennis droegen. Uit de overgelegde emails die Van der Does in januari 2011 aan Rosenberg en De Wit heeft gestuurd, blijkt dat laatstgenoemden in ieder geval toen in detail op de hoogte waren van de onderhandelingen die Van der Does met Van Zwienen voerde. Aannemelijk is dat zowel RaWa als Ribe (Otten en Rietveld) hier buiten zijn gehouden, hetgeen zich niet verdraagt met hun positie als bestuurders van RVDD Beheer. Dat een overname in de lijn der verwachtingen lag, zoals beschreven in de letter of intent van 10 november 2008 en dat Rosenberg en Van der Does blijkens het Strategisch Plan van 17 september 2009 overname van een ander kantoor tot hun taak konden rekenen, laat onverlet dat zij - en met name Van der Does - RaWa en Ribe van dezelfde informatie hadden dienen te voorzien als de beide overige vennoten. Dit klemt te meer nu de aandelen van Van Zwienen op 28 april 2011 zijn overgedragen aan Anca, terwijl Van der Does diezelfde dag in antwoord op een verzoek van Otten om nadere informatie over die overname (door RVDD Beheer), met geen woord daarover rept. Van der Does schrijft in dit bericht wél dat hij prijsstelt op de definitieve bevindingen van Otten met betrekking tot het door Otten gehouden due diligence onderzoek, dat door Van der Does steeds als één van de voorwaarden voor de overname door RVDD Beheer was gepresenteerd. De Ondernemingskamer acht het voorts aannemelijk dat RaWa (Otten) pas op 25 mei 2011 heeft achterhaald dat de aandelen Van Zwienen aan Anca in plaats van aan RVDD Beheer waren overgedragen. Over de reden van een overdracht aan Anca in plaats van aan RVDD Beheer is RaWa (Otten) waarschijnlijk nog later geïnformeerd. Deze gang van zaken roept de vraag op of de bijzondere zorgplicht, die de bestuurders van RVDD Beheer jegens RaWa als mede bestuurder dienen te betrachten om een zo groot mogelijke openheid te geven over strategische onderwerpen die de toekomst van de onderneming betreffen, voldoende in acht is genomen en biedt derhalve op zichzelf een grond om te twijfelen aan een juist beleid van RVDD Beheer. Naar de oordeel van de Ondernemingskamer is een en ander, gelet op de omstandigheden, waaronder de hiervoor gerelateerde besprekingen over een wijziging in het karakter van RaWa’s (Otten’s) betrokkenheid bij de RVDD groep, echter onvoldoende zwaarwegend om een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van RVDD Beheer of Holding te rechtvaardigen. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling is namens RVDD c.s. toegelicht dat de overname van Van Zwienen aan RVDD Beheer voorbij dreigde te gaan omdat er nog een gegadigde was en dat Van der Does, De Wit en Rosenberg gelet op het bedrijfsbelang van RVDD Beheer er vervolgens voor gekozen hebben om hun gezamenlijke vennootschap Anca de aandelen in Van Zwienen over te laten nemen tegen een bedrag van € 200.000. Lindoe c.s. hebben ter zitting toegelicht dat de onderneming van Van Zwienen na de overname door Anca ten nutte komt van RVDD Beheer. Weliswaar bestaat er aldus een tegenstrijdig belang tussen Anca en RVDD Beheer ten aanzien van de voorwaarden die terzake gelden, maar tegenover de daarover door Lindoe c.s. ter zitting gegeven uitleg, heeft RaWa onvoldoende aangevoerd om te kunnen oordelen dat de gang van zaken op dit punt indruist tegen de belangen van RVDD c.s. Ook deze kwestie is daarom van onvoldoende gewicht om een onderzoek te rechtvaardigen.
Overige kwesties
3.6 RaWa - daarin gesteund door Ribe - heeft nog een aantal andere kwesties aan de orde gesteld, zoals mededelingen van Rosenberg aan derden over de verstoorde verstandhouding met Otten, formele verwikkelingen rondom een voornemen van Van der Does in 2010 om een andere aan hem gelieerde vennootschap in de plaats van Podarwic als bestuurder van RVDD Holding te benoemen en de wijze waarop is omgegaan met een mogelijk fraudegeval bij een van de klanten van de onderneming. Zonder nadere toelichting, die evenwel ontbreekt, valt niet in te zien waarom die kwesties aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van het beleid van RVDD Beheer en/of RVDD Holding. Zij geven dan ook geen aanleiding tot een nadere bespreking.
3.7 Uit het voorgaande volgt dat hetgeen in deze procedure naar voren is gebracht en is gebleken niet kan leiden tot het oordeel dat een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van RVDD Beheer of van RVDD Holding geboden is. Bij deze stand van zaken behoeven de door RVDD Beheer, RVDD Holding en Lindoe c.s. opgeworpen gronden met betrekking tot de niet ontvankelijkheid van RaWa in haar verzoeken, geen nadere beoordeling.
3.8 De Ondernemingskamer zal RaWa als de in het ongelijkgestelde partij, verwijzen in de kosten van het geding.
wijst de verzoeken van RaWa Beheer B.V., gevestigd te Ermelo, af;
veroordeelt RaWa Beheer B.V. in de proceskosten, van de zijde van
- Rosenberg Van der Does & Partners Beheer B.V. begroot op € 3.332;
- Rosenberg Van der Does & Partners Holding B.V. begroot op € 3.332;
- Lindoe Beheer B.V., Jesme Hekendorp Beheer B.V., Olav Rosenberg Belastingadviseurs B.V., Podarwic B.V., Anca Management B.V. en Eastend B.V. begroot op € 3.332;
verklaart deze proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.C. Faber, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. G.C. Makkink, raadsheren en prof. dr. J. Klaassen RA en mr. J.G. Bax, raden, in tegenwoordigheid van mr. A.J. van Wees, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 29 september 2011.