ECLI:NL:GHAMS:2011:BT6557
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- W.J. Noordhuizen
- C.C. Meijer
- G.C.C. Lewin
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bewijslevering en procesorde in civiele zaak tussen Verstegen Spices en Sauces B.V. en Oliehoorn B.V.
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, ging het om een hoger beroep van Verstegen Spices en Sauces B.V. tegen Oliehoorn B.V. De zaak draaide om de vraag of er voldoende bewijs was geleverd met betrekking tot de opening van IBC-containers en de daaruit voortvloeiende verontreiniging van sojaolie. Het hof oordeelde dat Verstegen niet had voldaan aan de bewijsopdracht, aangezien de getuigen niet aanwezig waren bij het openen van de containers en dus niet uit eigen wetenschap konden verklaren wanneer deze waren geopend. Het hof merkte op dat de administratie van Verstegen niet deugde en dat er onduidelijkheden bestonden over de registratie van de containers. Ondanks dat Verstegen trachtte deze onduidelijkheden op te helderen in een akte na enquête, ging het hof hieraan voorbij omdat dit in strijd was met de goede procesorde. Het hof concludeerde dat de mogelijkheid bestond dat de verontreiniging was ontstaan na de opening van de containers, en dat er geen bewijs was dat deze verontreiniging het gevolg was van een aan Oliehoorn toe te rekenen oorzaak. De grieven van Verstegen werden verworpen, en het hof bekrachtigde het bestreden vonnis, waarbij Verstegen werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.