ECLI:NL:GHAMS:2011:BT6525
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- G.C.C. Lewin
- W.J. Noordhuizen
- C.C. Meijer
- Rechtspraak.nl
Faillietverklaring van vennootschappen en de aanwezigheid van baten
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 26 juli 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de faillietverklaring van de commanditaire vennootschap PC4EVERYONE EUROPE C.V. en haar beherend vennoot, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X BEHEER B.V. De rechtbank had op 16 juni 2011 de faillietverklaring uitgesproken, waarbij werd overwogen dat er summierlijk gebleken was van baten van de vennootschappen. De algemene vergadering van aandeelhouders had op 26 maart 2011 besloten tot ontbinding van de vennootschappen, en op 29 maart 2011 was geregistreerd dat de ondernemingen waren opgeheven. De curator had echter geen activa aangetroffen, maar er waren aanwijzingen dat er nog baten aanwezig konden zijn, zoals vorderingen uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid en paulianeus handelen.
Tijdens de zitting van 19 juli 2011 is het hoger beroep behandeld. De appellanten, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. A.J. Exterkate, betwistten de aanwezigheid van baten en stelden dat de debiteurenportefeuille was opgedroogd. De curator had echter nog niet alle gegevens en de jaarrekeningen waren niet representatief. Het hof concludeerde dat er voldoende aanwijzingen waren dat er nog baten aanwezig waren, onder andere door de recente bestellingen en betalingen die bij PC4everyone waren binnengekomen.
Het hof oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat er summierlijk gebleken was van feiten en omstandigheden die voldoende aannemelijk maakten dat de vennootschappen nog over baten beschikten. Het verzoek van de appellanten om de faillietverklaring te vernietigen werd afgewezen en het vonnis van de rechtbank werd bekrachtigd. Dit arrest benadrukt de noodzaak om bij faillietverklaring ook de mogelijkheid van aanwezige baten in overweging te nemen, zelfs als de curator geen activa heeft aangetroffen.