ECLI:NL:GHAMS:2011:BT2929

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
21-003147-10
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep wegens gebrek aan grieven

In deze zaak heeft de verdachte hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Utrecht, uitgesproken op 24 augustus 2010. Het hof heeft op 5 april 2011 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de ontvankelijkheid van het hoger beroep aan de orde was. De verdachte heeft geen schriftuur houdende grieven ingediend en ook geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis waarvan beroep opgegeven, zoals vereist volgens artikel 416 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering. Hierdoor heeft het hof geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep.

Het hof heeft de zaak behandeld op de terechtzitting van 22 maart 2011, waar het de vordering van de advocaat-generaal heeft gehoord. De beslissing is genomen bij verstek, wat betekent dat de verdachte niet aanwezig was tijdens de uitspraak. De uitspraak is gedaan door een collegiaal hof, bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, en is op 5 april 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken. De beslissing houdt in dat de verdachte niet ontvankelijk is in zijn hoger beroep, wat betekent dat het hof niet verder ingaat op de inhoud van de zaak, omdat de procedure niet correct is gevolgd door de verdachte.

Uitspraak

Sector strafrecht
Parketnummer: 21-003147-10
Uitspraak d.d.: 5 april 2011
VERSTEK
Arrest van de economische kamer
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Utrecht van 24 augustus 2010 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 16-710157-05, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum],
wonende te [postcode en plaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 22 maart 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Nu verdachte geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend noch mondeling bezwaren tegen het vonnis waarvan beroep heeft opgegeven (zoals bedoeld in artikel 416 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering), zal verdachte in het door hem ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk worden verklaard.
BESLISSING (bij verstek)
Het hof:
Verklaart de verdachte niet ontvankelijk in zijn hoger beroep.
Aldus gewezen door
mr H.W. Koksma, voorzitter,
mr B.P.J.A.M. van der Pol en mr L.E.M. Hendriks, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr N.D. Mavus-ten Elshof, griffier,
en op 5 april 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr L.E.M. Hendriks is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.