ECLI:NL:GHAMS:2011:BT2929
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- H.W. Koksma
- B.P.J.A.M. van der Pol
- L.E.M. Hendriks
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep wegens gebrek aan grieven
In deze zaak heeft de verdachte hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Utrecht, uitgesproken op 24 augustus 2010. Het hof heeft op 5 april 2011 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de ontvankelijkheid van het hoger beroep aan de orde was. De verdachte heeft geen schriftuur houdende grieven ingediend en ook geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis waarvan beroep opgegeven, zoals vereist volgens artikel 416 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering. Hierdoor heeft het hof geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep.
Het hof heeft de zaak behandeld op de terechtzitting van 22 maart 2011, waar het de vordering van de advocaat-generaal heeft gehoord. De beslissing is genomen bij verstek, wat betekent dat de verdachte niet aanwezig was tijdens de uitspraak. De uitspraak is gedaan door een collegiaal hof, bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, en is op 5 april 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken. De beslissing houdt in dat de verdachte niet ontvankelijk is in zijn hoger beroep, wat betekent dat het hof niet verder ingaat op de inhoud van de zaak, omdat de procedure niet correct is gevolgd door de verdachte.