2.8. Daarnaast heeft [appellante] ten aanzien van een aantal materialen aangevoerd dat zij deze reeds aan derden had verkocht voor een hogere prijs dan thans door de deskundige is bepaald. Zij heeft erop gewezen dat de afnemers veelal zelf voor demontage zorgen zodat zij tegenover de verkoopprijs geen kosten heeft. Zij biedt uitdrukkelijk bewijs aan van de verkoop tegen de door haar gestelde prijzen. Het hof overweegt het volgende.
- aggregaat:
[appellante] had bij haar memorie van grieven aangevoerd dat zij het aggregaat had verkocht voor een bedrag van € 3.500,-. Uit haar brief aan de deskundige van 13 december 2010 blijkt dat zij zich thans refereert aan de door de deskundige bepaalde netto opbrengst van € 2.000,-.
- buffertank:
[appellante] heeft aangevoerd dat zij de buffertank had verkocht voor € 7.000,- terwijl de deskundige de netto opbrengst heeft bepaald op € 2.500,-. De deskundige heeft, nadat hij door [appellante] hierop is gewezen, de netto opbrengst gehandhaafd omdat, zo schrijft hij, gezien de omvang en ligging van de buffertank ten behoeve van de verwijdering daarvan de nodige arbeid dient te worden verricht. De deskundige heeft erop gewezen dat de tank lastig bereikbaar is, niet in aanmerking komt om in één geheel te worden afgevoerd en dat de fundatie van de buffertank dient te worden verwijderd. [appellante] heeft niets gesteld over de kosten van deze werkzaamheden, terwijl uit de door haar overgelegde aankoopbevestiging niet blijkt dat deze door de koper van de buffertank zullen worden verricht. Daarin staat immers slechts vermeld dat demontage en afhalen in juni/juli 2007 in overleg zal plaatsvinden. Het hof zal de conclusie van de deskundige volgen. Het bewijsaanbod zal als onvoldoende ter zake dienend worden gepasseerd.
- belichting:
[appellante] heeft aangevoerd dat zij de belichting had verkocht voor een bedrag van € 67.500,- terwijl zij voor demontage kosten had moeten maken ten bedrage van € 5.250,-. Het hof leidt hieruit af dat [appellante] stelt dat zij een netto opbrengst had kunnen realiseren van € 62.250,-, meer dan het door de deskundige bepaalde bedrag van € 26.400,-. De deskundige heeft hierop gereageerd met de opmerking dat hij marktconforme prijzen heeft gehanteerd. De stelling van [appellante] komt er dan ook op neer dat hij schade heeft geleden voor een hoger bedrag dan door de deskundige op grond van marktomstandigheden is bepaald. [geïntimeerde] heeft de door [appellante] gestelde verkoop betwist. Het hof zal [appellante] toelaten te bewijzen dat zij de belichting heeft verkocht voor een bedrag van € 67.500,-. [geïntimeerde] heeft niet betwist dat de kosten van verwijdering kunnen worden geschat op een bedrag van € 5.250,-, zodat dat tussen partijen vaststaat.
-klimaatregeling:
De deskundige heeft de netto opbrengst van de klimaatregeling, bestaande uit een klimaatcomputer, een omgekeerde osmose-installatie en diverse andere onderdelen, bepaald op een bedrag van € 2.500,-. [appellante] heeft aangevoerd dat hij de osmose-installatie reeds voor een bedrag van € 3.000,- had verkocht, dat de klimaatcomputer minimaal € 3.500- waard was en dat zij nauwelijks kosten zou hebben gehad omdat demontage door de afnemers zelf zou worden gedaan. [geïntimeerde] heeft de verkoop van de osmose-installatie betwist en gesteld dat deze een waarde van maximaal € 750,- heeft. [geïntimeerde] heeft voorts, in eerste aanleg, gesteld dat de klimaatcomputer een waarde van € 2.000,- heeft. [appellante] zal in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat hij de osmose-installatie voor een bedrag van € 3.000,- heeft verkocht, waarbij de afnemer deze zelf zou demonteren. [appellante] heeft niet aangetoond dat de onderhavige klimaatcomputer een waarde van € 3.500,- zou hebben. De door haar overgelegde factuur van een niet nader omschreven computer is daarvoor onvoldoende. Het hof zal wat dat betreft dan ook de stelling van [geïntimeerde] volgen.
-WKK installatie:
[appellante] heeft aangevoerd dat zij deze installatie heeft verkocht voor een bedrag van € 35.000,-, inclusief demonteren, uitbouwen en afvoeren door de koper. Zij zou naar haar zeggen aan kosten hebben gehad een bedrag van € 650,- voor het dichtmaken van het dak van het ketelhuis. Dit zou resulteren in een netto opbrengst van € 34.350,-, terwijl de deskundige op basis van marktwaarde heeft geschat een netto opbrengst van € 20.000,-. [appellante] zal, nu [geïntimeerde] de gestelde verkoop heeft betwist, worden toegelaten te bewijzen dat zij de WKK installatie heeft verkocht voor € 35.000,- inclusief demonteren, afbouwen en afvoeren door de koper. [geïntimeerde] heeft niet betwist dat de kosten kunnen worden geschat op € 650,-, zodat dat tussen partijen vaststaat.
-koelcel:
[appellante] stelt dat hij de koelcel reeds had verkocht voor een bedrag van € 3.000,- inclusief demontage door de koper en dus een hogere netto opbrengst zou hebben gehad dan door de deskundige is geschat, te weten een bedrag van € 2.000,-. [appellante] zal in de gelegenheid worden gesteld ook deze verkoop te bewijzen.