Uitspraak
mr. H.P. Plas, kantoorhoudende te Zwolle,
mr. J.H. van Meurs, kantoorhoudende te Kampen.
1.Het verloop van het geding
- TVS Works B.V., gevestigd te ’t Harde (hierna: TVS), te schorsen als bestuurder van Waterspreng en een (of meer) derde perso(o)n(en) te benoemen tot bestuurder van Waterspreng;
- het besluit van de prioriteit van 12 mei 2011, inhoudende dat alle besluiten van het bestuur van Waterspreng aan de voorafgaande goedkeuring van de prioriteit zijn onderworpen, te schorsen; alsmede
- de overdracht ten titel van beheer te bevelen van de door TVS gehouden gewone aandelen en het door haar gehouden prioriteitsaandeel in Waterspreng, dan wel het stemrecht op die aandelen te schorsen.
2.De feiten
Yacht Vision” en “
House Vision”, het (nieuwe) televisieprogramma “
Way of Golf” en het tijdschrift “
Yacht Vision Magazine”.
joint venturevennootschap waarin met name [D] , [B] en [E] zouden samenwerken, de beide laatsten – ook – met behulp van hun zelfstandige, via Mediavizi respectievelijk Mediaconnexion gedreven ondernemingen.
ctiva-overeenkomst” vermeldt als over te dragen activa: inventaris, voorraden, orderportefeuille/onderhanden werk, intellectuele eigendomsrechten op woord- en beeldmerken en goodwill (klantenbestanden, domeinnamen, handelsnamen, websites).
activa-overeenkomst”is TeVe (als de koper) voornemens om zelfstandig in onderhandeling te treden met RTL Nederland B.V. en IdtV Film & Video Productions B.V. (alsmede de aan deze vennootschappen gelieerde vennootschappen, die hierna steeds tezamen respectievelijk RTL en IdtV te noemen) onder meer ter zake van de aan die vennootschappen toekomende rechten. In artikel 1.3 van de overeenkomst is kennelijk in dit verband vermeld dat RTL de merknaam “
Yacht Vision” heeft gedeponeerd bij het Benelux-Merkenbureau en dat RTL en IdtV uit hoofde van diverse overeenkomsten rechten kunnen doen gelden op onder meer de (merk)namen “
House Vision” en “
Yacht Vision”.
Voor akkoord” ondertekende brief van 29 november 2010 van TVS luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
Waterspreng processen” vermeldt onder meer het volgende:
houdt zich bezig met de financiële aansturing van Waterspreng. Daarnaast doet [TVS] de financiële administratie in de persoon van [I][Ondernemingskamer: hierna [I] te noemen]
.
zich richten op de large accounts en daarmee volop operationeel meedraaien in de verkoop. (…)”
-overleg van morgen te praten over de wijze waarop wij onze belangen kunnen ontvlechten. Daarbij zullen wij vooral ook oog moeten hebben voor (de onderneming van) Waterspreng B.V. en haar personeelsleden. Onderdeel van de te maken afspraken zou daarom mijns inziens moeten zijn de terugbetaling door Mediavizi B.V. aan Waterspreng B.V. van het bedrag van € 174.000. (…)
ijziging bestuurlijke besluiten”, (ii) “
Uitstel opmaak jaarrekening”en (iii) “
Vaststellen datum voor nieuwe AvA”. Ter vergadering, gehouden aan het kantooradres van Waterspreng te Zwolle, waren alle aandeelhouders alsmede de adviseurs van TVS en van [A] aanwezig. Aldaar is besloten, kennelijk op de voet van artikel 16 lid 7 van de statuten, dat voortaan alle besluiten van het bestuur van Waterspreng aan de voorafgaande goedkeuring van de prioriteit zullen zijn onderworpen. Blijkens een e-mailbericht van TVS van 13 mei 2011 is ter vergadering ook besloten om [K] (hierna: [K] ) namens TVS als manager aan te stellen teneinde tezamen met [E] namens [A] de dagelijkse leiding over Waterspreng te voeren. Van de vergadering waren ten tijde van de terechtzitting (nog) geen notulen beschikbaar.
3.De gronden van de beslissing
laptopdie hij elke dag mee naar huis neemt. [A] vreest dat het liquiditeitstekort en de onbehoorlijke vervulling van de aan TVS als bestuurder opgedragen taak tot het bankroet van Waterspreng zal leiden althans de waarde van de concepten/
formatsvan “
Yacht Vision” en “
House Vision” geheel teniet zal doen. Met TVS valt niet over de situatie te praten. Ondanks uitdrukkelijk verzoek daartoe, kon noch in de algemene vergadering van aandeel-houders van 12 mei 2011, noch in die van 27 mei 2011 (welke beide door [B] werden voorgezeten), de brief van [A] van 5 mei 2011 worden besproken. Aldus – nog steeds – [A] .
tot voor kort” feitelijk niet of nauwelijks met de dagelijkse gang van zaken van Waterspreng bemoeid. [A] ( [E] ) stuurde het personeel aan, sloot overeenkomsten en zocht aanvankelijk de financiering voor Waterspreng. [H] heeft de financiën in de gaten gehouden hetgeen neerkwam op het controleren en het betalen van de verplichtingen van Waterspreng; de opdracht daartoe op grond van de onderliggende overeenkomsten kwam juist van [E] nu hij degene was die facturen moest accorderen. Het is volstrekt onjuist dat [E] geen inzage had in de financiële administratie; de boekhouding op kantoor was voor hem toegankelijk. Bovendien is aan bestuurders en management regelmatig informatie verstrekt door [H] . Waterspreng verwijst in dit verband naar door haar overgelegde stukken, waaronder (i) een financiële rapportage (balans en resultatenrekening) d.d. 18 oktober 2010 over het 3e kwartaal 2010, (ii) een project analyse (omzet- en inkoop-/kostprijstotalen) d.d. 30 mei 2011 voor de 3e en 4e kwartalen van 2010 en het 1e kwartaal van 2011 en (iii) concept cijfers (balans en resultatenrekening) d.d. 13 januari 2011 over het 4e kwartaal van 2010.
enige terughoudendheid” worden betracht. [A] heeft namens Waterspreng productieopdrachten aan Mediavizi gegeven en (een deel van) de facturen daarvoor (zijn) is betaald. Vanwege het feitelijke liquiditeitstekort bij Waterspreng hebben TVS en aan haar gelieerde bedrijven tot een totaalbedrag van € 81.500 kortdurende leningen aan Waterspreng verstrekt. Daarvan is pas € 42.700 terugbetaald. Verder zijn door TVS namens Waterspreng betalingen aan derden (de Belastingdienst, Mediavizi, [L] ) gedaan en via rekening-courant verrekend. Van de door [A] gewraakte betalingen ad € 100.000 is aldus circa € 27.000 verklaard.
formatsvan “
Yacht Vision” en “
House Vision” niet toe aan Waterspreng maar aan TeVe die de rechten heeft verworven en betaald. Teve heeft de rechten aan TVS ter beschikking gesteld en TVS op haar beurt laat die rechten door Waterspreng exploiteren. Een andersluidende afspraak bestaat niet en de van Waterbeek c.s. overgenomen activa zijn voor een bedrag van € 1 in de boeken van Waterspreng geactiveerd. Overigens heeft (ook) [A] niet aan de voor haar uit de samenwerking binnen Waterspreng voortvloeiende verplichtingen voldaan. Zo was het van meet af aan de bedoeling om Mediaconnexion onder Waterspreng onder te brengen. [A] zou het aandelenbelang van haar medeaandeelhouder in Mediaconnexion verkrijgen en doorleveren aan TVS, hetgeen tot op heden nog niet is gebeurd. Nu [A] daarnaast te kennen heeft gegeven de samenwerking binnen Waterspreng te willen ontvlechten en – derhalve – ook niet (langer) van plan te zijn Mediaconnexion in te brengen, is [A] ingevolge de met haar gemaakte afspraken gehouden haar aandelen Waterspreng aan TVS over te dragen.
de factohet inzicht daarin heeft onthouden. De Ondernemingskamer heeft hierbij gelet op de uit de “
Waterspreng processen”volgende taakverdeling tussen TVS en [A] en op de ter zitting namens beide partijen afgelegde (dan wel namens de ene partij afgelegde, en door de andere partij bevestigde of niet weersproken) verklaringen, dat de financiële administratie van de vennootschap op de
laptopvan [I] wordt gevoerd, dat bankafschriften rechtstreeks, en overige (financiële) bescheiden één maal per week, naar TVS te ’t Harde worden gezonden en dat [A] , anders dan TVS, geen betalingen ten laste van de bankrekening van Waterspreng kan doen. Dat op 4 mei 2011 de grootboekrekeningen en bankafschriften aan [A] zijn overgelegd, maakt dit oordeel niet anders, evenmin als de omstandigheid (zie 3.3 hiervoor) dat in oktober 2010, januari 2011 en mei 2011 beknopte financiële rapportages en cijfers zijn overgelegd. Een bestuurder dient in beginsel steeds toegang te hebben tot de door hem nuttig of nodig geachte gegevens uit de administratie en desgewenst over de onderliggende bescheiden te kunnen beschikken. Op grond van het vorenstaande is voorshands aannemelijk te achten dat [A] als bestuurder van Waterspreng (cruciale) financiële informatie is onthouden en daardoor onvoldoende in staat is gesteld zich op een adequate wijze van haar bestuurstaak te kwijten. Hiervan is Waterspreng – althans TVS als de voor de financiële gang van zaken en administratie verantwoordelijke bestuurder – een verwijt te maken, hetgeen temeer klemt nu TVS zonder de vereiste statutaire toestemming van haar medebestuurder en, naar voorshands niet valt uit te sluiten, zonder die medebestuurder daarin te kennen, facturen van de aan haar gelieerde vennootschap Mediavizi bij voorrang boven die van andere crediteuren (onder wie Mediaconnexion) heeft voldaan. Juist nu sprake is van één meerderheidsaandeelhouder/ bestuurder die ook belangen heeft in andere, los van Waterspreng opererende ondernemingen, heeft Waterspreng – via TVS in haar hoedanigheid van bestuurder – met deze handelwijze, minst genomen, doen blijken zich onvoldoende rekenschap ervan te hebben gegeven dat die verschillende bij haar onderneming betrokken belangen met een grote zorgvuldigheid uiteen dienen te worden gehouden teneinde een ontoelaatbare vermenging van belangen te voorkomen en dat daarom de minderheidsaandeelhouder/ medebestuurder adequaat (tijdig en volledig) dient te worden geïnformeerd. Dat die minderheidsaandeelhouder eveneens belangen heeft in andere ondernemingen dan Waterspreng (ter zake waarvan evenzeer geldt dat zij van die van Waterspreng dienen te worden gescheiden), doet daaraan niet af.
de facto, gelijk [E] heeft gesteld, vleugellam is gemaakt doordat vanaf die datum – kennelijk op de voet van artikel 16 lid 7 van de statuten –
allebestuursbesluiten aan de goedkeuring van de prioriteit – lees: TVS – zijn onderworpen. Voor zover zulks al niet (rechtstreeks) in strijd moet worden geacht met (de ratio van) de genoemde statutaire bepaling en het te dezen toepasselijke vennootschapsrecht, komt het de Ondernemingskamer voorshands voor dat dit besluit jegens [A] , gelet op de uitgangspunten van dier samenwerking met TVS binnen Waterspreng (welke, naar moet worden aangenomen, mede in artikel 16 lid 6 van de statuten tot uitdrukking komen), niet verenigbaar is met de eisen van redelijkheid en billijkheid die op de voet van artikel 2:8 BW het gedrag van betrokkenen jegens elkaar en jegens de vennootschap mede dienen te bepalen. Dat de betrokken partijen – ook – twisten over de reikwijdte van haar samenwerking (de programma
formats, de overdracht van Mediaconnexion), doet daaraan niet af. Evenmin maakt de omstandigheid dat [A] vervolgens in de algemene vergadering van aandeelhouders van 27 mei 2011 van haar bestuurstaak is ontheven, zulks anders, zeker niet indien in aanmerking wordt genomen dat met dit ontslag geen spoedeisend belang van Waterspreng was gediend (althans zulks is gesteld noch van elders gebleken) en dat de (feitelijk) enig bestuurder/meerder-heidsaandeelhouder van Waterspreng, TVS, naar zij ter terechtzitting heeft erkend, niet bereid was over de door [A] in haar brief van 5 mei 2011 aangevoerde bezwaren tegen het (financiële) beleid en de gang van zaken van Waterspreng te praten.