ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ8575

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
23-005923-09
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en zelf afdoen van strafzaak inzake invoer van cocaïne via Schiphol

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 mei 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Haarlem. De verdachte was beschuldigd van het medeplegen van de invoer van 18 kilogram cocaïne via Schiphol, alsook van voorbereidingshandelingen voor deze invoer. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waarbij de verdachte op verschillende tijdstippen betrokken zou zijn geweest bij de invoer van cocaïne in Nederland. Het hof heeft vastgesteld dat er sterke aanwijzingen waren voor de betrokkenheid van de verdachte, maar dat het wettig en overtuigend bewijs ontbrak voor de meeste tenlastegelegde feiten. De verdachte werd vrijgesproken van de meeste beschuldigingen, maar het hof achtte bewezen dat hij op 25 augustus 2008 en in de periode van 19 augustus tot 9 december 2008 betrokken was bij de invoer van cocaïne. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren, waarbij het hof de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de organisatie in overweging nam. Het hof benadrukte de schadelijkheid van cocaïne en de maatschappelijke problemen die de handel in deze stof met zich meebrengt. De in beslag genomen voorwerpen die aan de verdachte toebehoorden, werden verbeurd verklaard. Het hof paste de relevante artikelen van de Opiumwet en het Wetboek van Strafrecht toe, en verklaarde de verdachte strafbaar voor de bewezen feiten.

Uitspraak

parketnummer: 23-005923-09
datum uitspraak: 31 mei 2011
TEGENSPRAAK
VERKORT ARREST VAN HET GERECHTSHOF AMSTERDAM
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Haarlem van 10 november 2009 in de strafzaak onder parketnummer 15-840084-08 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1967],
adres: [adres],
thans gedetineerd in [detentieadres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg van 6 en 27 oktober 2009 en op de terechtzittingen in hoger beroep van 26, 27 en 28 april 2011 en 17 mei 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep op 26 april 2011 een vordering tot wijziging van de tenlastelegging gedaan, waarmee zij - onder meer - aan de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten telkens een subsidiair feit heeft toegevoegd waarin zij voorbereidingshandelingen aan de verdachte ten laste legt. Het hof heeft ter gelegenheid van die terechtzitting overwogen en beslist dat de vordering tot wijziging van de tenlastelegging zo dient te worden begrepen dat de subsidiair ten laste gelegde voorbereidingshandelingen telkens betrekking hebben op de primair ten laste gelegde invoer van cocaïne en heeft de wijzigingen in dier voege toegelaten
Gelet op de in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijziging is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
Feit 1 (zaaksdossier B01):
hij op of omstreeks 5 juni 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, ongeveer vijf (5) kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Subsidiair:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 4 juni 2008 tot en met 5 juni 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of te Amsterdam en/of te ’s-Gravenhage en/of te Diemen en/of De Meern, gemeente Utrecht, in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, in elk geval (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I (telkens) voor te bereiden en/of te bevorderen, al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 4 Opiumwet, (telkens)
- één of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en/of één of meer anderen gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen, en/of hebbende verdachte en/of zijn mededader(s), (telkens) daartoe
- (meermalen) met elkaar en/of met opdrachtgevers telefonisch contact gehad en/of
- (meermalen) ontmoetingen gehad en/of gearrangeerd (op de luchthaven Schiphol en/of in Amsterdam en/of in Diemen en/of elders in Nederland) om afspraken te maken en/of informatie door te geven en/of
- (meermalen) afspraken gemaakt en/of gehad om betrokkenen te ontmoeten en/of
- (telefonisch) informatie verstrekt en/of instructie(s) gegeven ten behoeve van de (invoer van) een (of meer) zending(en) of transport(en) verdovende middelen en/of
- (vlucht)gegevens doorgegeven en/of
- overleg gehad (met elkaar) over het uit één of meer vliegtuig(en) halen en/of laten halen van verdovende middelen en/of betalingen en/of de locatie van verbergplekken in vliegtuigen en/of verbergen en/of opslaan van de verdovende middelen en/of manier/methode van invoeren van verdovende middelen (onder meer via de catering) en/of
- (meermalen) (telefonisch) informatie verstrekt en/of ingewonnen over (mogelijke) verbergplekken in (een) vliegtuig(en) en/of
- zich beschikbaar gehouden voor het ophalen en/of vervoeren en/of opzoeken van (informatie over/betreffende) een (of meer) zending(en) verdovende middelen en/of
- (telefonisch) dienstrooster(s) en/of werktijden doorgegeven en/of
- één of meerdere perso(o)n(en) aangebracht/geïntroduceerd en/of met elkaar in contact gebracht voor het van (een) vliegtuig(en) halen van (een of meer partijen) verdovende middelen;
Feit 2 (zaaksdossier B02):
hij op of omstreeks 10 juli 2008, althans in de periode van 10 juni 2008 tot en met 10 juli 2008, te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, ongeveer vijf (5) kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3avan die wet;
Subsidiair:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 juni 2008 tot en met 10 juli 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of te Amsterdam en/of te 's-Gravenhage en/of te Diemen en/of De Meern, gemeente Utrecht, in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, in elk geval (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I (telkens) voor te bereiden en/of te bevorderen, al dan niet bedoeld in artikel 1 lid 4 Opiumwet, (telkens)
- één of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en/of één of meer anderen gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen, en/of hebbende verdachte en/of zijn mededader(s), (telkens) daartoe
- (meermalen) met elkaar en/of met opdrachtgevers telefonisch contact gehad en/of
- (meermalen) ontmoetingen gehad en/of gearrangeerd (op de luchthaven Schiphol en/of in Amsterdam en/of in Diemen en/of elders in Nederland) om afspraken te maken en/of informatie door te geven en/of
- (meermalen) afspraken gemaakt en/of gehad om betrokkenen te ontmoeten en/of
- (telefonisch) informatie verstrekt en/of instructie(s) gegeven ten behoeve van de (invoer van) een (of meer) zending(en) of transport(en) verdovende middelen en/of
- (vlucht)gegevens doorgegeven en/of
- overleg gehad (met elkaar) over het uit één of meer vliegtuig(en) halen en/of laten halen van verdovende middelen en/of betalingen en/of de locatie van verbergplekken in vliegtuigen en/of verbergen en/of opslaan van de verdovende middelen en/of manier/methode van invoeren van verdovende middelen (onder meer via de catering) en/of
- (meermalen) (telefonisch) informatie verstrekt en/of ingewonnen over (mogelijke) verbergplekken in (een) vliegtuig(en) en/of
- zich beschikbaar gehouden voor het ophalen en/of vervoeren en/of opzoeken van (informatie over/betreffende) een (of meer) zending(en) verdovende middelen en/of
- (telefonisch) dienstrooster(s) en/of werktijden doorgegeven en/of
- één of meerdere perso(o)n(en) aangebracht/geïntroduceerd en/of met elkaar in contact gebracht voor het van (een) vliegtuig(en) halen van (een of meer partijen) verdovende middelen
- ter voorbereiding op een transport verdovende middelen een of meer (medische) handschoen(en), althans een voorwerp in een verbergplaats in een toestel van de KLM geplaatst en/of verwijderd;
Feit 3 (zaaksdossier B03):
hij op of omstreeks 17 juli 2008, althans in de periode van 14 juli 2008 tot en met 17 juli 2008, te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, ongeveer zes (6) kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Subsidiair:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 juli 2008 tot en met 17 juli 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of te Amsterdam en/of te 's-Gravenhage en/of te Diemen en/of De Meern, gemeente Utrecht, in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, in elk geval (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I (telkens) voor te bereiden en/of te bevorderen, al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 4 Opiumwet, (telkens)
- één of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en/of één of meer anderen gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen, en/of hebbende verdachte en/of zijn mededader(s), (telkens) daartoe
- (meermalen) met elkaar en/of met opdrachtgevers telefonisch contact gehad en/of
- (meermalen) ontmoetingen gehad en/of gearrangeerd (op de luchthaven Schiphol en/of in Amsterdam en/of in Diemen en/of elders in Nederland) om afspraken te maken en/of informatie door te geven en/of
- (meermalen) afspraken gemaakt en/of gehad om betrokkenen te ontmoeten en/of
- (telefonisch) informatie verstrekt en/of instructie(s) gegeven ten behoeve van de (invoer van) een (of meer) zending(en) of transport(en) verdovende middelen en/of
- (vlucht)gegevens doorgegeven en/of
- overleg gehad (met elkaar) over het uit één of meer vliegtuig(en) halen en/of laten halen van verdovende middelen en/of betalingen en/of de locatie van verbergplekken in vliegtuigen en/of verbergen en/of opslaan van de verdovende middelen en/of manier/methode van invoeren van verdovende middelen (onder meer via de catering) en/of
- (meermalen) (telefonisch) informatie verstrekt en/of ingewonnen over (mogelijke) verbergplekken in (een) vliegtuig(en) en/of
- zich beschikbaar gehouden voor het ophalen en/of vervoeren en/of opzoeken van (informatie over/betreffende) een (of meer) zending(en) verdovende middelen en/of
- (telefonisch) dienstrooster(s) en/of werktijden doorgegeven en/of
- één of meerdere perso(o)n(en) aangebracht/geïntroduceerd en/of met elkaar in contact gebracht voor het van (een) vliegtuig(en) halen van (een of meer partijen) verdovende middelen
- ter voorbereiding op een transport verdovende middelen een of meer (medische) handschoen(en), althans een voorwerp in een verbergplaats in een toestel van de KLM geplaatst en/of verwijderd;
Feit 4 (zaaksdossier B04):
hij op of omstreeks 28 juli 2008, althans in de periode van 25 juli 2008 tot en met 28 juli 2008, te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, ongeveer tien (10) kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Feit 5 (zaaksdossier B05):
hij op of omstreeks 25 augustus 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, ongeveer achttien (18) kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Feit 6 (zaaksdossier B07):
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 augustus 2008 tot en met 09 december 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of te Amsterdam en/of te 's-Gravenhage en/of te Diemen en/of De Meern, gemeente Utrecht, in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, in elk geval (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I (telkens) voor te bereiden en/of te bevorderen, (telkens)
- één of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en)te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en/of één of meer anderen gelegenheid, middelen, en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen, en/of hebbende verdachte en/of zijn mededader(s), (telkens) daartoe
- (meermalen) met elkaar en/of met opdrachtgevers telefonisch contact gehad en/of
- (meermalen) ontmoetingen gehad en/of gearrangeerd (op de luchthaven Schiphol en/of in Amsterdam en/of in Diemen en/of elders in Nederland) om afspraken te maken en/of informatie door te geven en/of
- (meermalen) afspraken gemaakt en/of gehad om betrokkenen te ontmoeten en/of
- (telefonisch) informatie verstrekt en/of instructie(s) gegeven ten behoeve van de (invoer van) een (of meer) zending(en) of transport(en) verdovende middelen en/of
- (vlucht)gegevens doorgegeven en/of
- overleg gehad (met elkaar) over het uit één of meer vliegtuig(en) halen en/of laten halen van verdovende middelen en/of betalingen en/of de locatie van verbergplekken in vliegtuigen en/of verbergen en/of opslaan van de verdovende middelen en/of manier/methode van invoeren van verdovende middelen (onder meer via de catering) en/of
- (meermalen) (telefonisch) informatie verstrekt en/of ingewonnen over (mogelijke) verbergplekken in (een) vliegtuig(en) en/of
- zich beschikbaar gehouden voor het ophalen en/of vervoeren en/of opzoeken van (informatie over/betreffende) een (of meer) zending(en) verdovende middelen en/of
- (telefonisch) dienstrooster(s) en/of werktijden doorgegeven en/of
- één of meerdere perso(o)n(en) aangebracht/geïntroduceerd en/of met elkaar in contact gebracht voor het van (een) vliegtuig(en) halen van (een of meer partijen) verdovende middelen;
Feit 7 (zaaksdossier B08):
hij op of omstreeks 27 november 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, ongeveer vijf (5) kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de rechtbank.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 1, 2, 3, 4 en 7 is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Ten aanzien van de zaaksdossiers B01, B02, B03, B04 en B08 overweegt het hof dat de in het dossier aanwezige onderzoeksresultaten weliswaar sterke aanwijzingen bevatten dat de verdachte zich in de betreffende periode bezig heeft gehouden met de invoer van cocaïne, doch niet het wettig en overtuigend bewijs opleveren van strafrechtelijke betrokkenheid bij de in die zaakdossiers bedoelde transporten.
Met betrekking tot zaaksdossier B01 overweegt het hof dat daarin weliswaar sprake is van het aantreffen van cocaïne in een vliegtuig, doch dat onvoldoende is komen vast te staan dat het de verdachte is geweest die als bij die cocaïne betrokkene heeft te gelden. Gelet op de in dit geval gebleken modus operandi, die volkomen afwijkt van de modus operandi in de overige aan de verdachte ten laste gelegde zaaksdossiers en gelet op overige bevindingen in het dossier, is geenszins uit te sluiten dat anderen dan de verdachte betrokken zijn geweest bij dit transport.
Met betrekking tot de zaaksdossiers B02, B03 en B04 overweegt het hof in het bijzonder dat in de daarin gerelateerde gevallen geen sprake is van het aantreffen van cocaïne (waarbij in zaaksdossier B02 het opsporingsteam het vliegtuig op 11 juni 2008 en op 8 juli 2008 gericht heeft onderzocht op de aanwezigheid van verdovende middelen), terwijl ander bewijs op grond waarvan moet worden aangenomen dat in de in die dossiers gerelateerde gevallen feitelijk cocaïne binnen het grondgebied van Nederland is gebracht, dan wel dat de verdachte zich zou hebben beziggehouden met de voorbereiding van die invoer van die cocaïne, ontbreekt.
Ten aanzien van zaaksdossier B08 overweegt het hof in het bijzonder dat de in het dossier aanwezige resultaten uit tapgesprekken, observaties en bakengegevens weliswaar vragen oproepen die door de verdachte niet afdoende zijn beantwoord, maar die voor het bewijs van het ten laste gelegde ontoereikend zijn.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde:
hij op 25 augustus 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, ongeveer achttien kilogram cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
Ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde:
hij in de periode van 19 augustus 2008 tot en met 9 december 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of te Amsterdam en/of te 's-Gravenhage en/of te Diemen en/of De Meern, gemeente Utrecht, en/of elders in Nederland, telkens tezamen en in vereniging met een ander of anderen, om een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen van een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en te bevorderen,
- zich en/of één of meer anderen inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s), (telkens) daartoe
- met elkaar telefonisch contact gehad en
- ontmoetingen gehad en gearrangeerd om afspraken te maken en/of informatie door te geven en
- informatie verstrekt ten behoeve van de (invoer van) verdovende middelen en
- overleg gehad over het uit één of meer vliegtuig(en) halen en/of laten halen van verdovende middelen en/of de locatie van verbergplekken in vliegtuigen en/of verbergen en/of opslaan van de verdovende middelen en/of manier/methode van invoeren van verdovende middelen, onder meer via de catering.
Hetgeen onder 5 en 6 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 5 en 6 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 5 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 6 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen door zich of een ander inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.
Oplegging van straffen
De rechtbank Haarlem heeft de verdachte voor het onder 4, 5 en 6 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte en het openbaar ministerie hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair, 6 primair en 7 primair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 11 jaren, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan de invoer van 18 kilogram cocaïne via Schiphol en aan de voorbereidingshandelingen van de invoer van cocaïne. De verdachte en zijn mededaders zijn hierbij heel berekenend te werk gegaan. Enkele verdachten waren werkzaam op Schiphol en misbruikten hun functie om de cocaïne te kunnen invoeren. De verdachte was niet werkzaam op Schiphol. Zijn rol - zoals daarvan uit het dossier blijkt - bestond erin dat hij contact hield met mededaders die cocaïne uit het vliegtuig dienden te onderscheppen en daarnaast contact hield met degenen die hem informatie gaven betreffende het ophanden zijnde cocaïnetransport. Uit de inhoud van de weergave van afgeluisterde en opgenomen gesprekken kan worden opgemaakt dat de verdachte een grotere rol heeft gehad dan zijn mededaders die het slechts uitvoerende werk dienden te verrichten.
Cocaïne is een voor de gezondheid van gebruikers ervan zeer schadelijke stof. De verspreiding van en handel in cocaïne wordt zowel direct als indirect in verband gebracht met vele vormen van criminaliteit en overlast, waaronder niet alleen de door gebruiker gepleegde strafbare feiten ter financiering van hun behoefte aan deze stof, maar ook andere, met de (groot)handel in harddrugs gepaard gaande ernstige criminaliteit. Handelingen die tot doel hebben cocaïne op de markt van handelaren en gebruikers te brengen dienen daarom streng te worden bestraft. Gelet op de aangetroffen hoeveelheid cocaïne, gaat het hof er vanuit dat het een handelshoeveelheid betrof en dat het louter verdachtes zucht naar financieel gewin is geweest die hem tot zijn gedragingen heeft gebracht. Dusdoende heeft de verdachte het belang dat de samenleving verschoond blijft van de maatschappelijke problemen die de handel in cocaïne met zich brengt, ondergeschikt gemaakt aan zijn eigen winstbejag.
Blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 22 april 2011 is de verdachte eerder ter zake van andersoortige delicten veroordeeld.
Het hof is van oordeel dat delicten als het onderhavige in de regel dienen te worden bestraft met een vrijheidsstraf van aanzienlijke duur. Gelet op de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten en de proceshouding van de verdachte in hoger beroep - die geen aanknopingspunten biedt voor enige strafmatiging -, acht het hof een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren passend en geboden.
Het bewezen verklaarde is begaan of voorbereid met behulp van de hierna te noemen in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen. Zij behoren de verdachte toe. Zij zullen daarom worden verbeurd verklaard.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet en de artikelen 33, 33a, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 7 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 5 en 6 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
In beslag genomen voorwerpen
Verklaart verbeurd de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
48 4 stk Sim-kaart, Vodafone [imeinummer], [imeinummer], [imeinummer], [imeinummer];
49 3 stk Sim-kaart, Ortel [imeinummer], [imeinummer], [imeinummer];
50 1 stk Sim-kaart Tele G, [imeinummer];
52 1 stk GSM-toestel, kleur zwart, Nokia N95, imei: [imeinummer];
53 1 stk GSM-toestel, kleur blauw, Haier P5, imei: [imeinummer];
57 1 stk GSM-toestel, kleur zwart, Nokia RM-265/650, imei: [imeinummer];
58 1 stk GSM-toestel, kleur rood, F838, imei: [imeinummer];
59 1 stk Sim-kaart, Lyca, aangetroffen in rode gsm, imei: [imeinummer];
65 1 stk Papier, kleur wit, voorraadlijst softdrugs;
66 Geld, 1 x 500 euro
90 1 stk Sim-kaart, TIM, [imeinummer], aangetroffen in VW Golf.
Gelast de teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
51 1 stk Computer, Dell Palmlaptop Axim X51;
54 1 stk Diversen, memorecorder Olympus;
55 1 stk Adresboek, kleur zwart;
56 1 stk Bescheiden;
60 1 stk Fototoestel, kleur zwart, Sony DSC T200;
61 53 stk Bescheiden, incl. visitekaartjes, bestellijsten, telefoonnummers;
62 1 stk Kaart, kleur zilver, Flying Blue, nr: [kaartnummer], ten name van [verdachte];
63 1 stk Rijbewijs Suriname, intern [rijbewijsnummer];
64 1 skt Rijbewijs Nederland, intern [rijbewijsnummer];
67 1 stk Computer, kleur grijs, HP Desktop M370UK, [serienummer];
68 2 stk Bescheiden, aangetroffen in kast;
69 1 stk Autosleutel, VW Golf, [kentekennummer];
73 1 stk Diversen, Harde schijf Maxtor [serienummer], kleur zilver, aangetroffen in VW Golf;
74 1 stk Diversen, Harde schijf, Seagate [serienummer], kleur zilver, aangetroffen in VW Golf;
75 1 stk Agenda 2007, kleur zwart, aangetroffen in VW Golf;
76 1 stk Notitieboekje Amstelbier, om boekje heen kenteken [kentekennummer];
77 1 stk Notitieboekje, bonnenboek met carbon, kleur zwart, aangetroffen in VW Golf;
79 1 stk Papier, proces-verbaal van aangifte verlies identiteitspapieren;
80 1 stk Bescheiden, kleur crème, Western Union money transferstorting 512 euro;
81 1 stk Bescheiden, open envelop t.n.v. [Y], tevens kaartje;
82 10 stk Beeld en geluidsdragers, CD, aangetroffen in tas in VW Golf;
83 1 stk Sleutel, kleur zilver, aangetroffen in VW Golf;
84 1 stk Heuptas, kleur zwart, aangetroffen in VW Golf;
85 1 skt Oplaadapparaat, kleur zwart, aangetroffen in VW Golf;
86 1 stk Fototoestel, kleur zilver, Sony DSC-V1 in zwart leren hoes, aangetroffen in VW Golf;
87 1 stk Diversen, Fax Modem Brother [serienummer], aangetroffen in VW Golf;
88 stk Bob Marley rugtas inclusief CD’s;
89 1 stk Computer, kleur crème, Plexwriter [serienummer] desktop, aangetroffen in VW Golf.
Dit arrest is gewezen door de vijfde meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.M. Steinhaus, mr. R. Veldhuisen en mr. R.P.P. Hoekstra, in tegenwoordigheid van mr. S. Aytemür, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 31 mei 2011.