ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ8575
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging en zelf afdoen van strafzaak inzake invoer van cocaïne via Schiphol
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 mei 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Haarlem. De verdachte was beschuldigd van het medeplegen van de invoer van 18 kilogram cocaïne via Schiphol, alsook van voorbereidingshandelingen voor deze invoer. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waarbij de verdachte op verschillende tijdstippen betrokken zou zijn geweest bij de invoer van cocaïne in Nederland. Het hof heeft vastgesteld dat er sterke aanwijzingen waren voor de betrokkenheid van de verdachte, maar dat het wettig en overtuigend bewijs ontbrak voor de meeste tenlastegelegde feiten. De verdachte werd vrijgesproken van de meeste beschuldigingen, maar het hof achtte bewezen dat hij op 25 augustus 2008 en in de periode van 19 augustus tot 9 december 2008 betrokken was bij de invoer van cocaïne. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren, waarbij het hof de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de organisatie in overweging nam. Het hof benadrukte de schadelijkheid van cocaïne en de maatschappelijke problemen die de handel in deze stof met zich meebrengt. De in beslag genomen voorwerpen die aan de verdachte toebehoorden, werden verbeurd verklaard. Het hof paste de relevante artikelen van de Opiumwet en het Wetboek van Strafrecht toe, en verklaarde de verdachte strafbaar voor de bewezen feiten.