ECLI:NL:GHAMS:2011:BP9696
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- E.M. Polak
- A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar
- H.J.M. Boukema
- Rechtspraak.nl
Intrekking van hoger beroep en kostenveroordeling in civiele procedure
In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de kantonrechter te Amsterdam, gegeven op 26 april 2010. Het beroepschrift is op 26 juli 2010 ter griffie van het hof ingekomen, maar werd niet in behandeling genomen vanwege de verplichte procesvertegenwoordiging. Het hof heeft [appellant] de gelegenheid gegeven om het beroepschrift door een advocaat in te laten dienen, wat op 30 augustus 2010 is gebeurd. Op 16 november 2010 heeft de verweerder, Cordares, een verweerschrift ingediend. Echter, op 1 december 2010 heeft [appellant] per fax meegedeeld dat het beroep wordt ingetrokken, en de mondelinge behandeling die op 2 december 2010 was gepland, heeft niet plaatsgevonden.
De intrekking van het beroepschrift heeft tot gevolg dat [appellant] niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep, omdat de aangevoerde gronden niet meer kunnen worden onderzocht. Desondanks heeft het hof nog een beslissing te nemen over de door Cordares verzochte kostenveroordeling. Aangezien Cordares daadwerkelijk kosten heeft gemaakt in de vorm van het opstellen van een verweerschrift en de voorbereiding van de mondelinge behandeling, heeft het hof geoordeeld dat een kostenveroordeling op zijn plaats is. Het hof heeft [appellant] veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep, die zijn begroot op € 640,- aan verschotten en € 894,- aan salaris.
De beschikking is gegeven door de drie rechters van de Derde Meervoudige Burgerlijke Kamer van het Gerechtshof Amsterdam en is openbaar uitgesproken op 18 januari 2011.