ECLI:NL:GHAMS:2011:BP7924
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- W.J. Noordhuizen
- C.C. Meijer
- G.C.C. Lewin
- Rechtspraak.nl
Zaaksbeschadiging en schadebegroting bij onrechtmatige handelingen van perceelseigenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende zaaksbeschadiging en schadebegroting. De appellant, eigenaar van een perceel, heeft in het voorjaar van 2007 een boom geveld en takken van andere bomen afgezaagd die over zijn perceel hingen, wat geleid heeft tot een vordering van de geïntimeerde, eigenaar van een aangrenzend perceel met een bos. De geïntimeerde vorderde een schadevergoeding van € 14.688,- op basis van de stelling dat de handelingen van de appellant onrechtmatig waren en schade hebben veroorzaakt. De rechtbank heeft in eerdere vonnissen de vordering van de geïntimeerde gedeeltelijk toegewezen.
In hoger beroep heeft de appellant achttien grieven ingediend, waarbij hij onder andere aanvoert dat de schade niet op basis van herstelkosten, maar op basis van waardevermindering moet worden begroot. Het hof heeft de grieven van de appellant in overweging genomen en vastgesteld dat de schadebegroting niet op basis van herstelkosten kan plaatsvinden, omdat herstel niet mogelijk of verantwoord is. Het hof concludeert dat de geïntimeerde slechts aanspraak kan maken op een eventuele waardevermindering van het bos, maar dat deze waardevermindering verwaarloosbaar is.
Uiteindelijk heeft het hof de bestreden vonnissen vernietigd en de geïntimeerde veroordeeld tot betaling van € 600,- aan de appellant, alsook de proceskosten in beide instanties. De beslissing is openbaar uitgesproken op 15 maart 2011.