ECLI:NL:GHAMS:2011:27

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 januari 2011
Publicatiedatum
27 april 2013
Zaaknummer
200.073.029
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding door aandeelhouder en adviseur na leeghalen kasgeldvennootschap

In deze zaak heeft de Ontvanger van de Belastingdienst in hoger beroep beroep ingesteld tegen eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een kasgeldvennootschap die leeggehaald is, waarbij de Ontvanger schade wil verhalen op de aandeelhouder, de bestuurder van de vennootschap en de adviseur van de verkoper. De relevante juridische vraag betreft de toepassing van artikel 40 van de Invorderingswet 1990 en de gevolgen daarvan voor de toewijsbaarheid van de vorderingen van de Ontvanger. De appellant heeft bij dagvaarding in hoger beroep de rechtbank Amsterdam benaderd, waarbij ook andere partijen betrokken zijn, zoals Trust & Financial Works B.V. en mr. N.A. Reijers. De appellant heeft verzocht om voeging van deze zaak met een andere aanhangige zaak. Het hof heeft geoordeeld dat de zaken voldoen aan de eisen van artikel 222 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waardoor de voeging is toegestaan. De beslissing omtrent de kosten is aangehouden. Het hof heeft de zaak vervolgens verwezen naar de rol voor memorie van grieven op 22 februari 2011. Het arrest is uitgesproken op 11 januari 2011 door de rolraadsheer.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM
ELFDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST
in de zaak van:
de ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST/UTRECHT-GOOI,
met kantoor te Utrecht,
APPELLANT,
advocaat:
mr. E.E. Schipper, te Amsterdam,
t e g e n
1. [appellant],
wonend te [woonplaats],
advocaat:
mr. J.F. Garvelink, te Amsterdam
en
2. mr. [app. sub 2],
wonend te Leiderdorp,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KPMG MEIJBURG & CO,
gevestigd te Amsterdam,
4. de maatschap KPMG MEIJBURG & CO,
gevestigd te Amsterdam,
advocaat:
mr. H.J. Blaisse, te Amsterdam,
GEÏNTIMEERDEN.

1.Het geding in hoger beroep

Appellant is bij dagvaarding in hoger beroep gekomen van tussen partijen en onder meer Trust & Financial Works B.V. en mr. N.A. Reijers gewezen vonnissen van de rechtbank Amsterdam van 3 maart 2010 in de gevoegde zaken met nummers 358971/HA ZA 06-4100 en 411429/HA ZA 08-3040.
Appellant heeft bij incidentele memorie gevorderd dat het hof deze zaak zal voegen met de zaak die tussen appellant (als geïntimeerde) en Trust & Financial Works B.V. en mr. N.A. Reijers (als appellanten) aanhangig is onder zaaknummer 200.069.289/01.
Geïntimeerden hebben in het incident geantwoord.
Ten slotte is arrest gevraagd in het incident.

2.Beoordeling

Uit hetgeen is aangevoerd blijkt dat de zaken voldoen aan de eisen van artikel 222 lid 1 Rv, zodat deze zullen worden gevoegd. Het hof zal de beslissing omtrent de kosten aanhouden.

3.Beslissing

Het hof:
in het incident:
  • voegt deze zaak met die aanhangig onder zaaknummer 200.069.289/01;
  • houdt de beslissing omtrent de kosten aan tot de einduitspraak;
in de hoofdzaak:
  • verwijst de zaak naar de rol van 22 februari 2011 voor memorie van grieven;
  • houdt elke verdere beslissing aan;
en voorts:
- verstaat dat de zaak met zaaknummer 200.069.289/01 eveneens wordt geplaatst op de rol van 22 februari 2011 voor memorie van grieven.
Dit arrest is gewezen door mrs. W.J.J. Los, W.J. van den Bergh en G.C.C. Lewin en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 11 januari 2011.