ECLI:NL:GHAMS:2010:BO6776

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.055.413/02
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek tegen voorzitter notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer

In deze zaak heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 5 oktober 2010 een verzoek tot wraking behandeld dat was ingediend door een notaris, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. G.J. van Oosten. Het verzoek was gericht tegen de voorzitter van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer, die belast was met de behandeling van een klacht in hoger beroep van een derde partij, aangeduid als [X]. De notaris stelde dat de voorzitter tijdens een eerdere zitting op 1 juli 2010 blijk had gegeven van onvoldoende onpartijdigheid en onbevangenheid, wat de indruk wekte dat de voorzitter al een oordeel had gevormd over de zaak. Dit leidde tot een onprettig gevoel bij de notaris en haar gemachtigde.

De wrakingskamer heeft op 23 september 2010 het wrakingsverzoek ter openbare terechtzitting behandeld, waarbij de notaris en haar gemachtigde het verzoek hebben toegelicht. De wrakingskamer overwoog dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die wijzen op vooringenomenheid. Gezien de opmerkingen van de voorzitter en de sfeer tijdens de zitting, heeft de wrakingskamer behoefte aan nadere inlichtingen en heeft besloten de behandeling van het verzoek voort te zetten. De voorzitter van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer zal worden opgeroepen om te verschijnen bij de voortzetting van de openbare behandeling.

De beslissing van de wrakingskamer houdt in dat de behandeling van het verzoek wordt aangehouden en dat een nieuwe zittingsdatum zal worden bepaald. Tevens wordt een afschrift van de beslissing gezonden aan de betrokken partijen, waaronder mr. G.J. van Oosten en de voorzitter van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
WRAKINGSKAMER
BESCHIKKING
op het verzoek van:
mr. [naam notaris],
notaris te [vestigingsplaats],
verzoekster,
gemachtigde: mr. G.J. van Oosten, te Amsterdam.
1. Het verzoek en de rechtsgang
1.1 Verzoekster zal hierna worden aangeduid als de notaris.
1.2 Het verzoek – voorzien van twee bijlagen - met bovenvermeld rekestnummer is gedateerd 13 juli 2010 en is op dezelfde datum per fax ter griffie binnengekomen. Het betreft een verzoek tot wraking van mr. [naam voorzitter van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer], voorzitter van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer. Deze kamer is belast met de behandeling van de zaak met zaaknummer 200.055.413/01 NOT, een klacht in hoger beroep van [X] gericht tegen de notaris.
Mr. [naam voorzitter van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer] heeft de griffier van de wrakingskamer laten weten dat zij niet berust in de wraking en geen gebruik wenst te maken van de gelegenheid te worden gehoord.
1.3 De wrakingskamer heeft op 23 september 2010 het wrakingsverzoek ter openbare terechtzitting behandeld. De notaris is daarbij verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd.
Zij hebben het verzoek tot wraking toegelicht en vragen van de wrakingskamer beantwoord. Van het ter zitting verhandelde is proces-verbaal opgemaakt.
2. Beoordeling
2.1 Als grond voor het wrakingsverzoek heeft de notaris aangevoerd, zakelijk weergegeven, dat de voorzitter van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer ter zitting van 1 juli 2010 heeft blijk gegeven van onvoldoende onpartijdigheid en onbevangenheid, dan wel de schijn hiervan (ernstig) heeft gewekt.
De notaris heeft daartoe onder meer naar voren gebracht dat de voorzitter van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer ter zitting de volgende woorden gebruikte:
- Wellicht ben ik te primitief, maar ik kan niet bedenken op grond waarvan u uit de beslissing van de rechtbank kon opmaken dat u gerechtigd was de opbrengst van de verkoop over te maken op de derdenrekening van de advocaat van de wederpartij.
- Hiermee heeft u mevrouw [X] op één-nul achterstand gezet.
- Ik begrijp het nu nog minder, want ik hoor nu dat u al op de hoogte was van het forse geschil tussen de erfgenamen.
- Hiermee heeft u mevrouw [X] tot een executiegeschil gedwongen.
2.2 Met voornoemde opmerkingen heeft de voorzitter van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer, mede gelet op de sfeer ter zitting waarin deze werden gemaakt en de gebezigde toon, bij zowel de notaris als haar gemachtigde de stellige indruk gewekt dat van een onpartijdige en onbevangen behandeling van de zaak geen sprake was. Met name is de indruk ontstaan dat het niet meer uitmaakte wat van de zijde van de notaris ter zitting naar voren werd gebracht, omdat de voorzitter haar oordeel al had gevormd. Hierdoor zijn de notaris en de gemachtigde met een vervelend gevoel naar huis gegaan.
2.3 De wrakingskamer overweegt als volgt. Een rechter kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Uitgangspunt daarbij is dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een procespartij vooringenomenheid koestert, althans dat de bij die procespartij bestaande vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is.
2.4 Mede gelet op hetgeen de notaris en haar gemachtigde ter openbare zitting van de wrakingskamer naar voren hebben gebracht over de sfeer tijdens de behandeling ter zitting van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer, heeft de wrakingskamer behoefte aan nadere inlichtingen. Hiertoe wenst de wrakingskamer de voorzitter van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer te horen.
2.5 Daarom zal de openbare behandeling worden voortgezet en een nieuwe zittingsdatum worden bepaald.
2.6 Aan mr. G.J. van Oosten zal een afschrift van deze beslissing worden gezonden.
2.7 Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
3. Beslissing
Het hof:
- verzoekt mr. [naam voorzitter van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer] in persoon, te verschijnen bij de voortzetting van de openbare behandeling van de wrakingskamer van het hof in een der zalen van het Paleis van Justitie, Prinsengracht 436 te Amsterdam en wel op een nader te bepalen tijdstip;
- bepaalt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan mr. G.J. van Oosten, alsmede aan de voorzitter van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer, mr. [naam voorzitter van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer];
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. W.J.J. Los, R. de Bock en G.C.C. Lewin in tegenwoordigheid van mr. A.J. Hagens als griffier en op 5 oktober 2010 in het openbaar uitgesproken.