ECLI:NL:GHAMS:2010:BN8806

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
23-006351-09
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam inzake mishandeling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 september 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 15 december 2009 was gewezen. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], was aangeklaagd voor mishandeling van [slachtoffer] op 20 maart 2008 te Amsterdam. De tenlastelegging omvatte meerdere vormen van geweld, waaronder het slaan, duwen en het gooien van een lade tegen het lichaam van het slachtoffer, wat resulteerde in letsel en pijn voor het slachtoffer. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd, omdat het tot een deels andere bewezenverklaring kwam. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde had begaan, maar sprak hem vrij van andere tenlastegelegde feiten. De verdachte was strafbaar, maar het hof besloot geen straf of maatregel op te leggen, gezien de reeds opgelegde ISD-maatregel van twee jaar door de rechtbank Rotterdam op 1 juni 2010. De beslissing van het hof was dat het bewezen verklaarde strafbaar was, maar dat er geen verdere straf of maatregel nodig was, gezien de omstandigheden van de zaak.

Uitspraak

parketnummer: 23-006351-09
datum uitspraak: 16 september 2010
TEGENSPRAAK
VERKORT ARREST VAN HET GERECHTSHOF AMSTERDAM
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 15 december 2009 in de strafzaak onder parketnummer 13-450793-08 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
adres: [adres],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in [detentieadres]
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 15 december 2009 en op de terechtzitting in hoger beroep van 16 september 2010.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 20 maart 2008 te Amsterdam opzettelijk [slachtoffer] (meermalen) (krachtig) tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of geduwd en/of aan het lichaam heeft gerukt/getrokken, althans met [slachtoffer] heeft gevochten/geworsteld en/of die [slachtoffer] (krachtig) bij de keel, althans bij het lichaam heeft vastgepakt/geknepen en/of een lade tegen de/een be(e)n(en), althans tegen het lichaam van die [slachtoffer] heeft gegooid/gewerkt, waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof tot een deels andere bewezenverklaring en, ten aanzien van de oplegging van straf of maatregel, tot een andere beslissing komt.
Bewezen verklaarde
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 20 maart 2008 te Amsterdam opzettelijk mishandelend [slachtoffer] tegen het lichaam heeft geslagen en een lade tegen een been heeft gegooid, waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
Mishandeling.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.
Oplegging van straf
De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie weken met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte schuldig zal worden verklaard aan hetgeen hem is ten laste gelegd maar dat aan hem geen straf op maatregel zal worden opgelegd.
Gelet op de zich na het bewezen verklaarde voorgedaan hebbende omstandigheid dat de rechtbank Rotterdam bij vonnis van 1 juni 2010 - welk vonnis op 16 juni 2010 onherroepelijk is geworden - de verdachte de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaren heeft opgelegd, acht het hof het raadzaam te bepalen dat voor het onderhavige feit geen straf of maatregel zal worden opgelegd.
Beslissing
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hierboven in de rubriek bewezen verklaarde omschreven.
Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart dat het bewezen verklaarde het hierboven vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en ook de verdachte daarvoor strafbaar.
Bepaalt dat geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Dit arrest is gewezen door de vijfde meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N.F. van Manen, mr. R.P.P. Hoekstra en mr. J.P.W. Helmonds, in tegenwoordigheid van mr. A. Binken, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 16 september 2010.