ECLI:NL:GHAMS:2010:BN8141
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.P.P. Hoekstra
- N.F. van Manen
- J.M. Bruins
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak openlijke geweldpleging tegen goederen na gebrek aan bewijs
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 september 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van openlijke geweldpleging tegen goederen, specifiek het gooien van stenen naar een pand op de President Allendelaan in Amsterdam op 17 oktober 2007. De tenlastelegging stelde dat de verdachte samen met anderen op een voor het publiek toegankelijke plaats geweld had gepleegd door stenen tegen de ruiten van het vormingscentrum te gooien.
Tijdens de rechtszittingen in eerste aanleg en hoger beroep is het hof tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De advocaat-generaal had gerekwireerd tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde, maar de raadsvrouw van de verdachte voerde aan dat hij niet met stenen, maar met schelpjes had gegooid. Het hof constateerde dat de camerabeelden, die cruciaal bewijs hadden kunnen leveren, niet in het dossier aanwezig waren. Dit gebrek aan bewijs leidde tot de conclusie dat niet met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld dat de verdachte daadwerkelijk met stenen had gegooid.
Het hof oordeelde dat de mogelijkheid bestond dat de verdachte slechts met steentjes of schelpjes had gegooid, en dat er geen wettig en overtuigend bewijs was voor de beschuldiging. Daarom werd het vonnis waarvan beroep vernietigd en werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rol van de rechter in het waarborgen van een eerlijke rechtsgang.