4.12 [appellant] heeft voorts aangevoerd dat uit verschillende verklaringen volgt dat een sproeikop wel eens níet (helemaal) in het gras daalt. Het hof oordeel hierover als volgt.
In het toedrachtonderzoek van Andriessen en Geurst staat vermeld dat het vermoeden bestaat dat één van de sproeikoppen na gebruik niet volledig indaalt dan wel dat één van de sproeikoppen uit zichzelf weer naar boven komt. [getuige 3] (secretaris van de vereniging) heeft de rapporteur, F.P. Peijster, begrepen “dat dit min of meer incidenteel nog wel eens voorkomt.” Als getuige ter zitting van 21 april 2008 heeft Peijster dit herhaald.
Als getuige ter zitting van 21 april 2008 heeft [getuige 3] verklaard dat zij zelf nooit gezien heeft dat een sproeikop in het Wetraveld niet goed indaalt. Zij heeft wel ongeveer een jaar na het ongeval van [appellant] van iemand die de sportvelden onderhoudt gehoord, dat het wel eens incidenteel gebeurt dat een sproeikop niet goed indaalt.
In het (concept) Personenschade Rapport van Pi-Advice staat opgenomen dat [appellant] nog nooit een niet (volledig) ingedaalde sproeikop had gezien tijdens het trainen en dat daarvan door de jongens nog nooit melding was gemaakt. Ook binnen de vereniging had hij daar nooit over gehoord. Als (partij)getuige ter zitting heeft [appellant] verklaard dat hij nooit gezien en nooit van andere spelers of trainers had gehoord dat de sproeikoppen niet goed werkten of dat zij omhoog kwamen.
In het kader van de mogelijkheid van een storing of defect aan de sproei-installatie en/of slecht onderhoud van het trainingsveld heeft Dekra in opdracht van OVO een toedrachtonderzoek (zie onder 4.2) uitgevoerd. Tijdens een bezoek aan de vereniging (en de voetbalvelden) is er een onderhoud geweest met de heren [getuige 4] (consul sportvelden), die elke zaterdag de velden keurt, en [getuige 5], die de dagelijkse leiding heeft van de vereniging. Zij gaven aan dat eenmaal in de twee jaar door een loonwerkersbedrijf de bovenlaag van ongeveer vier centimeter (humus, grond e.d.) van het betreffende veld wordt geschraapt. Het veld bestaat uit semi kunstgras/semi levend gras. In het veld zelf bevinden zich in totaal negen sproeikoppen, die verzonken liggen in het veld. Eenmaal per week wordt er gemaaid door de gemeente. Indien er een sproeikop bovenuit steekt, wordt dit meteen verholpen door de installateur van de installatie, Aquaco, omdat anders de maaimessen kapot gaan. De beide genoemde heren hebben nog nooit gehoord dat er een kop in het veld teruggetrapt is; dat kan ook niet, omdat er een heel systeem onder zit. Zij kunnen zich herinneren in al die jaren dat zij het veld onder zich hebben, dat er ooit éénmaal een kop boven het veld uit is gebleven.
Volgens de informatie van een medewerker (van onderhoud) van de gemeente, [Y], wordt er minder grond afgeschraapt en zitten de sproeikoppen veel dieper in het veld; het is misschien wel mogelijk dat een sproeikop na het sproeien niet voldoende terugzakt in de grond. Volgens [Y] hebben er zich geen storingen aan de sproeikoppen voorgedaan op het veld en hij had ook nog nooit een sproeikop boven het veld uit zien staan na het sproeien. Het zou wel kunnen dat een sproeikop na het sproeien niet voldoende terugzakt in de grond; het is dan volgens hem wel mogelijk deze met een lichte druk met de voet de grond in te drukken.
Uit telefonische informatie van de firma Aquaco, waarbij gesproken is met [Z], volgt dat het mogelijk is dat er wel eens een sproeikop blijft hangen als er gras of zand tussenkomt, maar dan moet deze sproeikop wel ernstig vervuild zijn. Het is wel mogelijk door middel van een lichte druk de sproeikop terug te duwen. Hoppenreijs had nog nooit gehoord dat er wel eens iemand over een sproeikop was gevallen. Als een kop boven de grond uitsteekt dan valt deze, gezien zijn afmetingen, zeer zeker op.
Uit het rapport van Dekra volgt voorts dat er op 3 mei 2005 twee sproeikoppen op het Wetraveld zijn vervangen. Op 18 juli 2005 zijn er werkzaamheden verricht aan de beregeningspomp. Nadien zijn er geen (herstel)werkzaamheden meer verricht aan de sproeikoppen, ook niet vlak na 26 september 2005 zoals de gemeente en OVO onbestreden hebben aangevoerd.
Uit de hierboven weergegeven informatie en verklaringen volgt dat er weliswaar een (theoretische) mogelijkheid is dat een sproeikop niet indaalt (vooral als er sprake is van ernstige vervuiling van de sproeikop), maar niemand heeft dat ooit gezien en slechts eenmaal wordt zo’n incident genoemd. De positieve verklaringen hierover (van [getuige 3], “van horen zeggen”) en de heren [getuige 4] en [getuige 5] (ooit eenmaal) zijn te weinig specifiek om daaruit te kunnen concluderen dat er een storing moet zijn geweest aan een sproeikop in het Wetraveld op 27 september 2005, waardoor deze boven het veld uitstak én waarover [appellant] is gevallen. Het hof heeft geen aanwijzingen kunnen vinden dat er sprake is geweest van gebrekkig onderhoud aan het Wetraveld en/of de sproei-installatie.