ECLI:NL:GHAMS:2010:BN1837

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.044.210/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging geslachtsnaam kind in het kader van het Nederlandse namenrecht

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 13 april 2010, staat de wijziging van de geslachtsnaam van een kind centraal. De moeder, die in hoger beroep ging tegen een eerdere beschikking van de rechtbank te Haarlem, verzocht om de geslachtsnaam van haar kind te wijzigen in die van haarzelf. De vader, die van Pakistaanse afkomst is, was nooit ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie en zijn naam was niet vermeld op de geboorteakte van het kind. De moeder en de vader waren op 21 april 2008 gehuwd, maar bij de aangifte van de geboorte van het kind was geen opgave gedaan van het feit dat het kind een vader had. De ambtenaar van de burgerlijke stand had het verzoek van de moeder om de geslachtsnaam van het kind te wijzigen in die van de vader niet ingewilligd, wat leidde tot de rechtszaak.

Het hof oordeelde dat de oorspronkelijke geboorteakte, waarin de geslachtsnaam van het kind als die van de moeder was vermeld, onjuist was. Volgens het Nederlandse recht heeft een kind de geslachtsnaam van de vader, tenzij beide ouders een verklaring afleggen over de gewenste geslachtsnaam. Aangezien er geen dergelijke verklaring was afgelegd, moest de geslachtsnaam van het kind worden gewijzigd in een naam die de Pakistaanse traditie weerspiegelt, wat resulteerde in de beslissing om de geslachtsnaam als “-” te vermelden. Het hof bekrachtigde de eerdere beschikking van de rechtbank, waarmee het verzoek van de moeder werd afgewezen.

De uitspraak benadrukt de noodzaak voor ouders om tijdig en correct te handelen bij de aangifte van de geboorte van hun kind, en de rol van de ambtenaar van de burgerlijke stand in het waarborgen van de juistheid van de gegevens in de registers van de burgerlijke stand. De beslissing is van belang voor de toepassing van het Nederlandse namenrecht, vooral in gevallen waarin internationale elementen een rol spelen.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER
BESCHIKKING van 13 april 2010 in de zaak met landelijk zaaknummer 200.044.210/01 van:
[…],
wonende te […],
APPELLANTE,
advocaat: mr. A. Krim te Haarlem,
t e g e n
HET OPENBAAR MINISTERIE,
vertegenwoordigd door de Advocaat-Generaal in het ressort Amsterdam,
GEÏNTIMEERDE.
1. Het geding in hoger beroep
1.1. Appellante en geïntimeerde worden hierna respectievelijk de moeder en de Advocaat-Generaal (AG) genoemd.
1.2. De moeder is op 29 september 2009 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 30 juni 2009 van de rechtbank te Haarlem, met kenmerk 154965/09-688.
1.3. De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Haarlemmermeer (hierna te noemen: de ambtenaar van de burgerlijke stand) heeft als belanghebbende op 22 januari 2010 stukken overgelegd.
1.4. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft ter zitting verweer gevoerd en daartoe een verweerschrift overgelegd.
1.5. De zaak is op 28 januari 2010 ter terechtzitting behandeld.
1.6. Ter terechtzitting zijn verschenen:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat en
- mevrouw C.D.J. Knots, ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Haarlemmermeer.
De AG is hoewel daartoe op juiste wijze opgeroepen niet verschenen.
2. De feiten
2.1. Uit de moeder is [in] 2005 een zoon geboren. Op 27 december 2005 is onder akte nummer [0] van het jaar 2005 zijn geboorteakte opgemaakt onder vermelding van […] (hierna: het kind), geboren [in] 2005, zoon van [de moeder], geboren [in] 1978 te […] en van Nederlandse nationaliteit.
In maart 2008 is door de moeder en [X], geboren [in] 1977 te […], een huwelijksakte, voorzien van een apostille, aan de gemeente overgelegd. Hieruit blijkt dat zij op 3 januari 2003 te Houston, Verenigde Staten van Amerika, met elkaar gehuwd zijn. Het kind is derhalve geboren uit het huwelijk van [X] (hierna: de vader) en de moeder.
De moeder staat ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (hierna: GBA) van de gemeente Haarlemmermeer. De vader is nooit in het GBA ingeschreven geweest.
Op 21 april 2008 is het huwelijk van de moeder en de vader in de GBA van de gemeente Haarlemmermeer geregistreerd.
Op 19 maart 2008 hebben de moeder en de vader verzocht de geslachtsnaam van het kind te wijzigen in [X]. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft aan dit verzoek geen gevolg gegeven.
Op 11 juli 2008 heeft de moeder verzocht de geslachtsnaam van het kind niet te wijzigen in die van de vader. Ook aan dit verzoek heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand geen gevolg gegeven.
Op 16 december 2008 is uit het huwelijk van de moeder en de vader een zoon geboren: [a].
3. Het geschil in hoger beroep
3.1. Bij de bestreden beschikking is op verzoek van de officier van justitie de verbetering gelast van akte nummer [0] voorkomende in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Haarlemmermeer over het jaar 2005, betreffende [het kind] in die zin dat de volgende gegevens worden gewijzigd en komen te luiden als volgt:
KIND
Geslachtsnaam :-
OUDERS
Geslachtsnaam vader :[…] [X]
Voornamen vader :-
GEBOORTEGEGEVENS OUDERS
Plaats van geboorte vader :[…]
Dag van geboorte vader :[in] 1977
3.2. De moeder verzoekt, met vernietiging van de bestreden beschikking, de achternaam van het kind vast te stellen op [naam van de moeder].
3.3. De ambtenaar van de burgerlijke stand verzoekt de bestreden beschikking te bekrachtigen.
4. Beoordeling van het hoger beroep
4.1. Het gaat in deze zaak om de vraag of de rechtbank te Haarlem op goede gronden het inleidend verzoek van de Officier van Justitie om de akte nummer [0], voorkomende in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Haarlemmermeer over het jaar 2005, conform het voorstel van de Officier van Justitie te wijzigen, heeft toegewezen.
4.2. Vaststaat, dat de moeder en het uit haar geboren kind de Nederlandse nationaliteit hebben, zodat het Nederlandse namenrecht in deze toepasselijk is. Ten tijde van de geboorte van het kind was de vader onvindbaar. Bij de aangifte van de geboorte van het kind is geen opgave gedaan van het feit dat het kind een vader heeft. Omdat aan de ambtenaar van de burgerlijke stand door registratie op 21 april 2008 van het huwelijk van de moeder met de vader ermee bekend werd, dat de geboorteakte van het kind onjuist was, heeft hij terecht op grond van artikel 1:24 van het Burgerlijk Wetboek (hierna BW) de Officier van Justitie verzocht de rechtbank te verzoeken wijziging van die geboorteakte te gelasten, in die zin, dat de vader van het kind in de geboorteakte alsnog wordt vermeld, hetgeen in dit geval gevolgen heeft voor de geslachtsnaam van het kind.
De oorspronkelijke geboorteakte vermeldde als geslachtsnaam van het kind de naam “[naam van de moeder]”, de naam van de moeder. Naar Nederlands recht heeft een kind de geslachtsnaam van de vader, tenzij beide ouders uiterlijk ter gelegenheid van de aangifte van geboorte van het kind een verklaring afleggen omtrent de door hen gewenste geslachtsnaam van het kind (artikel 1:5 lid 4 en 5 BW). In dit geval is een dergelijke verklaring van de ouders niet afgelegd, zodat het kind de geslachtsnaam van de vader heeft.
De vader heeft naar het hof met de ambtenaar van de burgerlijke stand aanneemt de Pakistaanse nationaliteit en heeft naar het namenrecht van Pakistan een namenreeks in plaats van een voornaam en een geslachtsnaam. Dit betekent dat het kind niet een geslachtsnaam van de vader kan krijgen en dat dientengevolge de geboorteakte van het kind dient te worden gewijzigd in die zin dat als geslachtsnaam “-“ wordt vermeld, zoals ook bij de op 16 december 2008 geboren zoon [a] is gebeurd.
Het feit, dat de vader en de moeder tezamen hebben verzocht het kind de een deel van de namenreeks van de vader, te weten “[X]” als achternaam te geven maakt het bovenstaande niet anders, omdat voor een dergelijk verzoek geen wettelijke basis is. Ook het verzoek van de moeder om de geslachtsnaam “[naam van de moeder]” van het kind, dat het bij de geboorte heeft gekregen, niet te wijzigen baat de moeder niet, omdat die geslachtsnaam naar later is gebleken ten onrechte in de geboorteakte is vermeld en op de ambtenaar van de burgerlijke stand de verplichting rust het waarheidsgehalte van de gemeentelijke basis administratie te waarborgen.
De eerst ter zitting aangevoerde grief dat internationale verdragen meebrengen dat aan het kind een geslachtsnaam dient toe te komen, wordt als te laat naar voren gebracht, buiten beschouwing gelaten.
Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat de bestreden beschikking moet worden bekrachtigd.
4.3. Het bovenstaande leidt tot de volgende beslissing.
5. Beslissing
Het hof:
bekrachtigt de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven door mrs. R.G. Kemmers, M.M.A. Gerritzen-Gunst en S.F.M. Wortmann in tegenwoordigheid van mr. S. Rezel als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 april 2010.