ECLI:NL:GHAMS:2010:BM9489

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.015.262-01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrechtelijke geschil over oplevering en bankgarantie tussen Corio Nederland Kantoren B.V. en Tech Data Nederland B.V.

In deze zaak gaat het om een huurrechtelijk geschil tussen Corio Nederland Kantoren B.V. (hierna: Corio) en Tech Data Nederland B.V. (hierna: Tech Data) betreffende de oplevering van een bedrijfspand en de inroeping van een bankgarantie. Tech Data huurde sinds 1 april 1995 een pand van Corio en heeft de huurovereenkomst opgezegd per 1 april 2006. Na de beëindiging van de huurovereenkomst ontstond er onduidelijkheid over het moment van oplevering en de staat waarin het pand moest worden teruggegeven. Corio stelde dat Tech Data niet tijdig en niet in de juiste staat had opgeleverd, terwijl Tech Data betwistte dat er schade was en dat de bankgarantie mocht worden ingeroepen.

Het Gerechtshof Amsterdam heeft in zijn arrest van 23 februari 2010 geoordeeld dat Corio het pand op 28 april 2006 ter beschikking is gesteld, maar dat Tech Data niet aan haar opleveringsverplichtingen had voldaan. Het hof oordeelde dat Corio geen schade had geleden door het voortgezet gebruik van het pand door Tech Data, en dat de inroeping van de bankgarantie niet gerechtvaardigd was. De kantonrechter had eerder geoordeeld dat Tech Data in verzuim was geraakt, maar het hof kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was dat Corio schade had geleden als gevolg van de late oplevering.

Het hof vernietigde de eerdere vonnissen en wees de vordering van Corio af, terwijl het een gedeeltelijke toewijzing van de vordering van Tech Data deed. De proceskosten werden gecompenseerd, en de veroordelingen werden uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit arrest benadrukt de noodzaak van duidelijke afspraken over oplevering en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichtingen in huurcontracten.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
VIJFDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CORIO NEDERLAND KANTOREN B.V.,
gevestigd te Utrecht,
APPELLANTE,
advocaat: eerst mr. R.F. Beijne, nu mr. J. Bouter, gevestigd te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TECH DATA NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Utrecht,
GEÏNTIMEERDE,
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer, gevestigd te Amsterdam.
1. Het geding in hoger beroep
1.1 Appellante, verder te noemen: Corio, is bij exploot van 15 september 2008, zoals hersteld bij exploot van 22 september 2008, in hoger beroep gekomen van de vonnissen van de rechtbank Amsterdam, sector kanton, locatie Amsterdam, onder rolnummer CV 06-33276 tussen partijen gewezen en die zijn uitgesproken op 21 januari 2008 en 11 augustus 2008, met dagvaarding van geïntimeerde, verder te noemen: Tech Data, voor dit hof.
1.2 Corio heeft bij memorie zeven grieven tegen de vonnissen waarvan beroep aangevoerd, haar eis vermeerderd en een bewijsaanbod gedaan, met conclusie, zakelijk weergegeven, dat het hof de vonnissen zal vernietigen en opnieuw rechtdoende Tech Data niet-ontvankelijk zal verklaren in haar vordering in conventie, althans die zal afwijzen en in reconventie Tech Data zal veroordelen tot betaling van vergoedingen over de maanden april, mei, juni en juli 2006, telkens groot € 37.172,73 per maand, te vermeerderen met rente, met veroordeling van Tech Data in de kosten van het geding in beide instanties, alles met uitvoerbaarverklaring bij voorraad van het arrest.
1.3 Tech Data heeft daarop bij memorie van antwoord de grieven bestreden en een bewijsaanbod gedaan, met conclusie de bestreden vonnissen te bekrachtigen en Corio, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen de kosten van de procedure in hoger beroep te vergoeden.
1.4 Ten slotte hebben partijen het hof gevraagd arrest te wijzen op basis van de stukken van het geding.
2. Waarvan het hof uitgaat
De kantonrechter heeft in het tussenvonnis in rechtsoverweging nummer 1.1 tot en met 1.18 een aantal feiten vastgesteld. De juistheid van die feiten is, voor zover voor de beslissing van belang, niet in geding, zodat ook het hof van die feiten zal uitgaan.
3. Behandeling van het hoger beroep
3.1 Tech Data huurde sinds 1 april 1995 het bedrijfspand aan de Computerweg 10-12 te Maarssen, verder: het pand, van (de rechtsvoorganger van) Corio. De huurprijs bedroeg laatstelijk € 37.172,73 per maand. Bij het sluiten van de overeenkomst heeft Tech Data ten behoeve van Corio een bankgarantie gesteld van (ongerekend) € 82.134,21. Bij aanvang van de huurovereenkomst is een proces-verbaal van oplevering gemaakt, waarin een aantal beschadigingen, onder meer aan plafondplaten, zijn beschreven. Volgens artikel 13.2 van de huurovereenkomst heeft de verhuurder het recht van de huurder te verlangen dat het gehuurde in de oorspronkelijke staat wordt opgeleverd en dat dus de betreffende verandering of aanbrenging, voor rekening van de huurder, ongedaan wordt gemaakt.
3.2 Bij brief van 19 november 2004 heeft Tech Data de huurovereenkomst opgezegd tegen 1 april 2006. Partijen hebben het pand op 24 januari 2006 bezichtigd. Corio heeft op 10 februari 2006 aan Tech Data een lijst gestuurd met daarop de door Tech Data te verrichten werkzaamheden om het pand weer in de oorspronkelijke staat te herstellen. Corio schreef daarbij ook: “Tevens willen wij vermelden dat onderstaande lijst niet limitatief is en dat daaraan dient te worden toegevoegd dat alle zaken welke niet standaard tot het gehuurde behoren dienen te worden verwijderd”. Op 3 april 2006 is het pand geïnspecteerd. Bij brief van 6 april 2006 gaf Corio aan dat er nog aanvullende werkzaamheden moesten worden verricht. Corio maakte daarbij aanspraak op schade wegens huurderving over de maand april als de werkzaamheden, met uitzondering van de nooddeur en het systeemplafond, niet voor 21 april 2006 zouden zijn afgerond. Op die datum hebben partijen het pand opnieuw geïnspecteerd, waarop Corio bij brief van 25 april 2006 opmerkingen maakte over de voortgang en Tech Data informeerde dat zij de huur over de maand april 2006 in rekening zou brengen als niet uiterlijk 27 april 2006 alles in orde zou zijn, met uitzondering van het aanbrengen van convectoromkastingen, het gevelelement ter plaatse van de nooddeur, de plafondplaten en het bezemschoon opleveren. Op 28 april 2006 is het pand voor de derde keer geïnspecteerd waarbij is aangegeven wat nog moest gebeuren. Bij e-mailbericht van 24 mei 2006 gaf Corio aan dat de staat van oplevering nog onacceptabel was en dat zij nog een maand huur in rekening zou brengen. Op 30 mei 2006 gaf Corio te kennen dat er nog werkzaamheden te verrichten overbleven, waaronder de plafondplaten, de verwarmingsomkastingen en het herstel van de gevel ter plaatse van de nooddeur. De werkzaamheden mochten later nog worden uitgevoerd.
3.3 Tech Data heeft bezwaar gemaakt tegen het inroepen van de bankgarantie. Volgens haar werden de werkzaamheden conform afspraak uitgevoerd. Bovendien werd Corio niet belemmerd in haar mogelijkheden om het pand weer in verhuur aan te bieden. Bij brief van 31 mei 2006 sommeerde Tech Data Corio de bankgarantie aan haar te retourneren en het onder de garantie ontvangen bedrag aan haar te restitueren.
3.4 Op 14 juni 2006 vond een laatste bezichtiging plaats. De werkzaamheden zijn afgerond op 13 juli van dat jaar. Bij faxbericht van 19 juli 2006 heeft Corio nog een derde maand aan huurderving gevorderd. Het pand is per 1 september 2007 aan een derde verhuurd. Op 15 januari 2007 heeft Corio de bankgarantie volledig ingeroepen.
3.5 Tech Data heeft in eerste aanleg na eiswijziging in conventie gevorderd Corio te veroordelen tot betaling van € 82.134,21, zijnde het totale door Corio onder de garantie ontvangen bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. In reconventie vorderde Corio veroordeling van Tech Data tot betaling van € 29.391,19 te vermeerderen met rente in verband met de vertraagde oplevering van het pand aan haar.
3.6 In het eindvonnis overwoog de kantonrechter, samengevat, dat Tech Data uiteindelijk de discussie omtrent de omvang van de opleveringsverplichting heeft gestaakt en uitvoering heeft gegeven aan de wensen van Corio, met dien verstande dat zij een langere periode bedong voor het uitvoeren van de werkzaamheden aan de nooddeur, het aanvullen van plafondplaten en de verwarmingsomkasting. Op 28 april 2006 werd het gehuurde door Corio, op enkele werkzaamheden na, in orde bevonden en kreeg zij de sleutels van het pand terug, op één set na die nog in handen was van aannemer van Tech Data. De kantonrechter nam aan dat het pand vanaf dat moment ter beschikking van Corio stond. De ingebrekestelling tegen 28 april 2006 kon niet tot verzuim leiden omdat Corio aan Tech Data voor de werkzaamheden nog langer uitstel verleende, tot uiterlijk 1 juni 2006. Op die datum waren de werkzaamheden met betrekking tot de plafondplaten en de nooddeur nog niet afgerond, terwijl alleen voor de nooddeur nader uitstel werd verleend. Dat Tech Data niet tijdig aan haar opleveringsverplichting heeft voldaan brengt naar het oordeel van de kantonrechter evenwel niet mee dat Corio zonder meer de bankgarantie mocht inroepen. Niet is komen vast te staan dat Corio schade heeft geleden. Corio verbindt die schade namelijk alleen aan het voortgezet gebruik door Tech Data van het gehuurde. Los van het feit dat Corio vanaf 28 april 2006 over het pand kon beschikken, is dat voortgezet gebruik niet van doorslaggevende betekenis. Concrete omstandigheden die tot huurderving zouden hebben geleid zijn niet gesteld, evenmin dat Corio als gevolg van de latere oplevering een nieuwe huurder is misgelopen. Corio heeft ten onrechte de bankgarantie ingeroepen, aldus de kantonrechter. Daarop werd in conventie en in reconventie Tech Data in het gelijk gesteld.
3.7 In grief I betoogt Corio dat de kantonrechter in het tussenvonnis ten onrechte heeft overwogen dat de wijze en het tijdstip van oplevering verband houden met de vraag of Corio de bankgarantie mag inroepen. In grief II klaagt zij erover dat de kantonrechter ten onrechte heeft overwogen dat de schadeplichtigheid van de huurder bij niet tijdige oplevering afhangt van de mate van tekortschieten door de huurder en de schade die de verhuurder heeft geleden. Grief III richt zich tegen het eindvonnis met het betoog dat de kantonrechter ten onrechte heeft aangenomen dat Corio door overhandiging van de sleutels de beschikking over het gehuurde kreeg. In grief IV klaagt Corio erover dat de kantonrechter oordeelde dat de ingebrekestelling niet kon leiden tot verzuim en de aanzegging per e-mail van 24 mei 2006 rechtens geen gevolg had. Grief V houdt in dat Corio de bankgarantie wel mocht inroepen. In grief VI klaagt Corio erover dat de kantonrechter ten onrechte heeft overwogen dat zij vanaf 28 april 2006 kon beschikken over het pand. Grief VII ten slotte valt de toewijzing van de vordering aan Tech Data aan, niet alleen omdat het pand pas op 13 juli 2006 is opgeleverd maar ook omdat de betaling onder de bankgarantie van ABN-Amro is geschied krachtens een zelfstandige verbintenis van de bank jegens Corio.
3.8 In de onderhavige zaak staat voorop dat aan de huurovereenkomst door rechtsgeldige opzegging tegen 1 april 2006 een einde is gekomen. Op dat moment heeft Tech Data het gehuurde evenwel niet conform het hier toepasselijke artikel 7:224 lid 1 BW aan Corio ter beschikking gesteld. Vanaf 1 april 2006 hield Tech Data het pand dus zonder titel tot haar beschikking hetgeen onrechtmatig is. Haar stelling dat partijen als datum van ter beschikkingstelling 28 april 2006 waren overeengekomen - en dat kennelijk zonder dat daartegenover enige vergoeding voor Corio stond - wordt niet door de stukken onderbouwd. Een voldoende concreet getuigenbewijsaanbod ter zake ontbreekt. Op voet van het eveneens toepasselijke artikel 7:225 BW heeft Corio in ieder geval recht op een vergoeding gelijk aan de huurprijs. Wat er zij van het oordeel van de kantonrechter in het eindvonnis onder 9 dat Corio schade enkel verbindt aan het voortgezet gebruik van het gehuurde is in hoger beroep duidelijk dat zij zich in ieder geval ook op het bepaalde in artikel 7:225 BW beroept. In zoverre slagen de grieven.
3.9 Tussen partijen staat ook in hoger beroep vast dat Corio op 28 april 2006 de sleutels van het pand van Tech Data heeft teruggekregen op één set na die onder de aannemer van Tech Data bleef rusten. Dat die laatste set sleutels niet werd geretourneerd hield kennelijk verband met het feit dat nog enkele werkzaamheden moesten worden uitgevoerd. Die werkzaamheden werden opgesomd in een e-mailbericht van Tech Data aan haar aannemer Start-End. De betreffende e-mail is in kopie aan Corio verzonden. Het betreft dan de isolatie-uitvoering van de daksparing waar een koperen pijp is verwijderd, het aanbrengen van plafondplaten en aansluiten van lichtbakken, het completeren van ontbrekende verwarmingsomkasting, het herstellen van de gevel ter plaatse van de nooddeur, een deurtje plaatsen van een brandbluskast, het verwijderen van een aantal rood/witte paaltjes ter afsluiting van parkeervakken en het verwijderen van de voor het pand staande container. Deze nog te verrichten werkzaamheden – opleveringswerkzaamheden die nog overbleven nadat het pand 11 jaar door Tech Data werd gehuurd en waarvoor deels nader uitstel werd verleend – leverden voor Corio kennelijk geen reden op de overige sleutels van het pand te weigeren. Door de overhandiging van de sleutels onder die omstandigheden te accepteren heeft Corio bij Tech Data het vertrouwen opgewekt dat Corio ermee instemde dat het pand aldus op 28 april 2006 aan haar ter beschikking werd gesteld. Daaraan kan niet afdoen dat de aannemer van Tech Data over één set sleutels bleef beschikken om de laatste – deels uitgestelde – werkzaamheden uit te voeren. Met de kantonrechter is het hof dan ook van oordeel dat op 28 april 2006 het pand aan Corio ter beschikking is gesteld in de zin van artikel 7:224 lid 1 BW. Tech Data diende dan ook op voet van artikel 7:225 BW tot en met 28 april 2006 een vergoeding gelijk aan de huurprijs te betalen.
3.10 Daarmee voldeed Tech Data nog niet aan haar uit artikel 7:224 lid 2 BW voortvloeiende verplichting om het pand in dezelfde staat op te leveren als waarin dit volgens de tussen partijen gemaakte beschrijving was aanvaard. Al aangenomen dat Tech Data, aan wie herhaaldelijk uitstel werd verleend, ter zake van die verplichting op enig moment tussen 1 april 2006, de datum waarop aan de huurovereenkomst een einde kwam, en 13 juli 2006, de datum waarop alle opleveringswerkzaamheden volgens de kantonrechter klaar waren, in verzuim is geraakt is niet voldoende gemotiveerd gesteld dat Corio hierdoor schade heeft geleden. In hoger beroep is niet bestreden de overweging van de kantonrechter dat Corio al in de maand april 2006 is begonnen nieuwe gegadigden voor het pand te zoeken. Gesteld noch gebleken is dat dergelijke gegadigden niet te vinden waren omdat het pand nog niet overeenkomstig de tussen Corio en Tech Data gemaakte beschrijving was opgeleverd.
3.11 De vordering van Corio in reconventie moet dus voor wat betreft de periode ná 28 april 2006 worden afgewezen. De vordering van Tech Data in conventie voor zover die betrekking heeft op de periode vóór 28 april 2006 moet op diezelfde grond eveneens worden afgewezen.
3.12 Uit het voorgaande vloeit voort dat voor een bedrag van € 34.694,52 de bankgarantie door Corio terecht is ingeroepen. Voor een bedrag van € 47.439,70 is zij door de inroeping ongerechtvaardigd verrijkt waartegenover staat dat Tech Data, als steller van de bankgarantie, met eenzelfde bedrag is verarmd nu de bank op het moment van het inroepen van de garantie ter hoogte van dat bedrag een vordering op Tech Data verkreeg.
3.13 Uit het voorgaande vloeit eveneens voort dat de grieven slagen in zoverre deze erover klagen dat de kantonrechter over de periode 1 tot en met 28 april 2006 geen vergoeding gelijk aan de huurprijs heeft toegewezen en Corio om die reden geen recht had de bankgarantie in te roepen. Zij falen voor het overige.
3.14 Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven. De vordering van Tech Data zal gedeeltelijk worden toegewezen, die van Corio wordt afgewezen. Bewijslevering kan bij gebreke van terzake dienende stellingen achterwege blijven. Nu partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld zal het hof de proceskosten in eerste aanleg (in conventie en reconventie) en in hoger beroep compenseren zoals hieronder aangegeven.
4. Beslissing
Het hof:
vernietigt de bestreden vonnissen en opnieuw rechtdoende:
veroordeelt Corio tot betaling aan Tech Data van een bedrag van € 2.478,21, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2006 tot het moment van volledige betaling en van een bedrag van € 44.961,49, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 januari 2007 tot het moment van volledige betaling;
wijst de vordering van Corio af;
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten van de procedures in conventie en in reconventie in eerste aanleg en in hoger beroep draagt;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. G.B.C.M. van der Reep, J.C.W. Rang en W.J. Noordhuizen en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 februari 2010 door de rolraadsheer.