ECLI:NL:GHAMS:2010:BL3462
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep door incompleet procesdossier
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, is de man in hoger beroep gekomen tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam. De beschikking, gedateerd 27 mei 2009, bepaalde dat de man een bijdrage van € 150,- per kind per maand moest betalen voor de verzorging en opvoeding van hun twee minderjarige kinderen. De man heeft echter bij zijn beroepschrift alleen de beschikking waarvan beroep gevoegd en heeft nagelaten om het volledige procesdossier over te leggen, ondanks herhaalde verzoeken van het hof om dit te doen. Op 25 januari 2010 vond de zitting plaats, maar zowel de man als zijn advocaat, alsook de advocaat van de vrouw, zijn niet verschenen. Het hof heeft vastgesteld dat de man niet heeft voldaan aan de verplichting om de ontbrekende stukken van de eerste aanleg te overleggen, wat essentieel is voor de beoordeling van het hoger beroep. Hierdoor was het hof onvoldoende geïnformeerd om het hoger beroep te kunnen behandelen. Het hof heeft daarom besloten de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep. Deze beslissing is op 2 februari 2010 openbaar uitgesproken door mr. A.N. van de Beek, in aanwezigheid van mr. F.J.E. van Geijn als griffier.