Uitspraak
mr. J.B. de Jong, te Amsterdam,
mr. H.C. Bollekamp, advocaat te Amsterdam,
mr. T.P. Hoekstra, te Amsterdam.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over de rechtsgeldigheid van een hypotheekrecht en een geldlening. De appellante, vertegenwoordigd door mr. J.B. de Jong, vorderde een verklaring voor recht dat het recht van hypotheek niet rechtsgeldig is gevestigd en dat zij geen bedrag van fl. 200.000 verschuldigd is aan de geïntimeerde, Iduna Investments B.V., vertegenwoordigd door mr. H.C. Bollekamp. De zaak betreft een hypotheekakte van 4 april 1997, waarbij een recht van hypotheek werd gevestigd op de woning van appellante ten behoeve van Iduna, destijds bekend als Convoy Vastgoed BV. De rechtbank had eerder de vorderingen van appellante afgewezen, met de overweging dat de hypotheekakte dwingend bewijs oplevert. Het hof heeft echter vastgesteld dat appellante niet de werkelijke schuldenaar was van de lening, maar dat deze was verstrekt aan mr. [Y], die als advocaat optrad voor appellante. Het hof oordeelde dat de hypotheekakte niet rechtsgeldig was, omdat de werkelijke bedoeling van partijen was dat [Y] de lening zou aangaan en niet appellante. Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de rechtbank en verklaarde dat het hypotheekrecht niet rechtsgeldig is gevestigd. Tevens werd Iduna veroordeeld om mee te werken aan de doorhaling van de hypothecaire inschrijving in de openbare registers. De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke afspraken en bewijsvoering bij het aangaan van hypotheken en leningen.