ECLI:NL:GHAMS:2010:3335

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 september 2010
Publicatiedatum
27 april 2013
Zaaknummer
23-37-10
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietige dagvaarding in hoger beroep wegens onbekendheid feitelijke woon- of verblijfplaats

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 september 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 24 december 2009. De zaak betreft een verdachte die geboren is in 1970 en geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland heeft. De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep gevorderd de dagvaarding nietig te verklaren, omdat de dagvaarding op 29 juli 2010 aan de griffier van de rechtbank was betekend, terwijl volgens de basisadministratie persoonsgegevens geen vaste woon- of verblijfplaats van de verdachte in Nederland bekend was.

De raadsman heeft echter in eerste aanleg en opnieuw in hoger beroep de adresgegevens van de verdachte in Spanje overgelegd. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte al geruime tijd in Spanje woonachtig is en dat het opgegeven adres daar redelijkerwijs als feitelijke woon- of verblijfplaats van de verdachte moet worden aangemerkt. Aangezien er geen bewijs is dat de dagvaarding op dit adres in Spanje is geprobeerd te betekenen, en de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen, heeft het hof geconcludeerd dat de dagvaarding in hoger beroep nietig moet worden verklaard.

Het hof heeft in zijn beslissing de dagvaarding in hoger beroep nietig verklaard, omdat niet is aangetoond dat de verdachte op de hoogte was van de zitting. Dit arrest is gewezen door de vierde meervoudige strafkamer van het Gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 september 2010.

Uitspraak

parketnummer: 23-37-10
datum uitspraak: 13 september 2010
niet verschenen
ARREST VAN HET GERECHTSHOF AMSTERDAM
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 24 december 2009 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-533006-09 (zaak A) en 13-470024-09 (zaak B) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970,
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
wonende [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 13 september 2010.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Geldigheid van de dagvaarding in hoger beroep

Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd de dagvaarding in hoger beroep nietig te verklaren.
De dagvaarding in hoger beroep is op 29 juli 2010 aan de griffier van de rechtbank betekend nu volgens het daaraan gehecht uittreksel d.d. 23 augustus 2010 uit de basisadministratie persoonsgegevens volgt dat van de verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland bekend is.
Onbekendheid van een feitelijke woon- en verblijfplaats kan echter niet worden aangenomen nu door de raadsman in eerste aanleg de adresgegevens van de verdachte in Spanje zijn kenbaar gemaakt. De raadsman heeft de adresgegevens wederom in hoger beroep overgelegd inhoudende dat de verdachte woonachtig is p het adres [adres].
Het hof concludeert, gelet op de inhoud van dit document en het dossier waarin sprake is dat de verdachte reeds geruime tijd in Spanje woonachtig is, dat dit adres redelijkerwijs dient te worden aangemerkt als de feitelijk woon- of verblijfplaats van de verdachte
Nu uit de stukken niet blijkt dat is getracht de dagvaarding uit te reiken op dit adres in Spanje, zodat ervan moet worden uitgegaan dat dit niet is geschied, en de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen en zich evenmin een omstandigheid heeft voorgedaan waaruit blijkt dat de verdachte met de dag van de terechtzitting tevoren bekend was, dient de dagvaarding in hoger beroep nietig te worden verklaard.

Beslissing

Het hof:
Verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de vierde meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. G.H. van Asperen, mr. M. Jurgens en mr. B.W.M. van der Lugt, in tegenwoordigheid van mr. F. Hardonk-Kruiswijk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 13 september 2010.
De jongste raadsheer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.