ECLI:NL:GHAMS:2009:BJ6472
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A. Bockwinkel
- P.J. Duinkerken
- P.V.F. Bos
- Rechtspraak.nl
Verstrekking van persoonsgegevens door luchtvaartmaatschappij in het kader van strafrechtelijk onderzoek naar heroïnehandel
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, ging het om de verstrekking van persoonsgegevens door de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. (KLM) aan de officier van justitie in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar heroïnehandel. De appellant, aangeduid als [X], was verdachte in dit onderzoek en had in hoger beroep beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank te Amsterdam. De rechtbank had de vorderingen van [X] afgewezen, waarbij hij stelde dat KLM onrechtmatig had gehandeld door zijn persoonsgegevens te verstrekken zonder voldoende toetsing van de noodzaak daarvan.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de officier van justitie had KLM verzocht om passagierslijsten van vluchten van [Y], een medeverdachte in de heroïnezaak. KLM voldeed aan dit verzoek en gaf de lijsten af aan het Openbaar Ministerie. [X] werd vervolgens als verdachte aangemerkt, nadat bleek dat hij samen met [Y] had gereisd. Hij werd later aangehouden met een aanzienlijke hoeveelheid heroïne en contant geld. [X] voerde aan dat KLM niet had mogen afgeven zonder een eigen beoordeling van de noodzaak, en dat er minder ingrijpende middelen beschikbaar waren om de informatie te verkrijgen.
Het hof oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat KLM de persoonsgegevens had mogen verstrekken, omdat dit noodzakelijk was voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten, zoals vastgelegd in de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Het hof concludeerde dat de officier van justitie een legitiem belang had bij het verkrijgen van deze informatie en dat de afgifte van de passagierslijsten niet disproportioneel was. De grieven van [X] werden verworpen, en het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, waarbij [X] werd verwezen in de proceskosten van het hoger beroep.