ECLI:NL:GHAMS:2009:BJ1014

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.024.413-01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot schorsing uitvoerbaarheid bij voorraad van ontbinding arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft [werkgeefster] op 2 februari 2009 een verzoekschrift ingediend bij het Gerechtshof Amsterdam, waarin zij verzocht om schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van een beschikking van de kantonrechter te Haarlem. Deze beschikking, gedateerd 22 december 2008, ontbond de arbeidsovereenkomst tussen [werkneemster] en [werkgeefster] per 29 december 2008 en kende [werkneemster] een vergoeding van € 27.500,- bruto toe, met compensatie van de proceskosten.

[Werkneemster] heeft op 16 februari 2009 een verweerschrift ingediend, waarin zij het hof verzocht het schorsingsverzoek af te wijzen en [werkgeefster] in de proceskosten te veroordelen. De mondelinge behandeling vond plaats op 26 februari 2009, waarbij beide partijen werden vertegenwoordigd door hun advocaten.

Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst terecht heeft ontbonden en dat de uitvoerbaarheid bij voorraad van de beschikking in stand blijft. Het hof heeft de gronden van [werkgeefster] voor schorsing, waaronder een vermeende juridische en feitelijke misslag en misbruik van bevoegdheid door [werkneemster], niet aannemelijk geacht.

De beslissing van het hof was om het verzoek tot schorsing af te wijzen en [werkgeefster] te veroordelen in de kosten van de schorsingsprocedure, die zijn begroot op € 894,- aan salaris voor de advocaat van [werkneemster]. Deze beschikking is openbaar uitgesproken op 10 maart 2009.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
BESCHIKKING
in de zaak van:
[werkgeefster],
gevestigd te [vestigingsplaats],
APPELLANTE,
advocaat: mr. R.J. Snip, te Amsterdam,
t e g e n
[werkneemster],
wonend te [woonplaats], gemeente [gemeente],
VERWEERSTER,
advocaat: mr. G.P. Poiesz, te Velsen-Noord.
1. Het verloop van het geding
Partijen worden hierna [werkgeefster] en [werkneemster] genoemd.
[Werkgeefster] heeft bij verzoekschrift met één bijlage, dat op 2 februari 2009 ter civiele griffie van het hof is ingekomen, het hof verzocht de schorsing te bevelen van de werking van de uitvoerbaarverklaring bij voorraad van de door de kantonrechter te Haarlem onder zaaknummer 403885 AO VERZ 08-815 op 22 december 2008 tussen partijen gewezen beschikking.
Op 16 februari 2009 is ter griffie van het hof een verweerschrift met producties van [werkneemster] ingekomen. Met betrekking tot het schorsingsverzoek verzoekt zij het hof daarin dit verzoek af te wijzen, met veroordeling van [werkgeefster] in de kosten van de procedure.
Op 26 februari 2009 heeft de mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden. Bij die gelegenheid heeft namens [werkgeefster] ten aanzien van het schorsingsverzoek mr. T.P. Boer, advocaat te Amsterdam, het woord gevoerd en namens [werkneemster] mr. Poiesz voornoemd. Zij hebben daarbij gebruik gemaakt van aan het hof overgelegde aantekeningen. Tegelijkertijd is de zaak met zaaknummer 200.021.792/01 mondeling behandeld.
Vervolgens is de behandeling van de zaak gesloten en meegedeeld dat uitspraak zal volgen.
2. De beoordeling
2.1. De kantonrechter heeft bij genoemde beschikking van 22 december 2008 de arbeidsovereenkomst tussen [werkneemster] en [werkgeefster] tegen 29 december 2008 ontbonden onder toekenning van een door [werkgeefster] aan [werkneemster] te betalen vergoeding van € 27.500,- bruto, met compensatie van de proceskosten. Deze beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
2.2. [Werkgeefster] is van de beschikking van 22 december 2008 in hoger beroep gekomen. Deze appelprocedure is bij het hof bekend onder zaaknummer 200.021.792/01. Bij beschikking van 10 maart 2009 heeft het hof in die procedure het beroep verworpen, zodat de beschikking van 22 december 2008, met inbegrip van de uitvoerbaarverklaring bij voorraad, in stand blijft. Het schorsingsverzoek zal reeds hierom worden afgewezen. Het hof merkt nog op dat de door [werkgeefster] aangevoerde gronden voor schorsing, te weten dat de beschikking van de kantonrechter gebaseerd zou zijn op een juridische en feitelijke misslag dan wel dat er sprake zou zijn van misbruik van bevoegdheid van de zijde van [werkneemster] door over te gaan tot executie zich niet voordoen althans niet aannemelijk zijn geworden.
2.3. [Werkgeefster] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van de schorsingsprocedure worden veroordeeld.
3. Beslissing
Het hof:
wijst het verzoek af;
veroordeelt [werkgeefster] in de kosten van de schorsingsprocedure aan de zijde van [werkneemster] gevallen en tot op heden begroot op € 894,- aan salaris.
Deze beschikking is gegeven door mrs. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar, P.G. Wiewel en C.C.W. Lange en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 10 maart 2009.