ECLI:NL:GHAMS:2009:BJ0948
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- G.J. Driessen-Poortvliet
- A. van Haeringen
- W.K. van Duren
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling en lijfsdwang in een familiezaken geschil
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, is op 14 april 2009 een beschikking gegeven met betrekking tot de omgangsregeling tussen een vader en zijn kinderen. De moeder, die in principaal hoger beroep is, en de vader, die in incidenteel hoger beroep is, zijn betrokken in een geschil over de omgangsregeling en de hoofdverblijfplaats van de kinderen. Het hof heeft eerder op 7 augustus 2008 een tussenbeschikking uitgesproken waarin het belang van de kinderen centraal stond. De vader heeft zijn verzoek in incidenteel hoger beroep aangevuld met een verzoek om de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij hem te bepalen en om lijfsdwang toe te passen bij niet-nakoming van de omgangsregeling door de moeder.
Tijdens de zitting op 21 januari 2009 is gebleken dat de moeder niet heeft meegewerkt aan de omgangsregeling, ondanks eerdere afspraken. Het hof heeft overwogen dat het ouderlijk gezag ook de verplichting inhoudt om de ontwikkeling van de band met de andere ouder te bevorderen. De moeder is aangesproken op haar verantwoordelijkheid om de kinderen te ondersteunen in hun omgang met de vader.
Het hof heeft uiteindelijk besloten dat de omgang tussen de vader en de kinderen gedurende de eerste zes maanden eenmaal per veertien dagen op zondag zal plaatsvinden, met een uitbreiding naar een weekend per maand. Tevens is het hof van mening dat, gezien de weigering van de moeder om mee te werken aan de omgangsregeling, lijfsdwang gerechtvaardigd is. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de eerdere beschikking is voor wat betreft de omgangsregeling vernietigd. De vader heeft recht op omgang met de kinderen, waarbij hij hen bij de moeder ophaalt en terugbrengt. De moeder is gewaarschuwd dat bij niet-nakoming van de regeling lijfsdwang kan worden toegepast.