ECLI:NL:GHAMS:2009:BI4429
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.M. van Amsterdam
- E.F. Faase
- H.E. Kostense
- Rechtspraak.nl
Winstverdeling in V.O.F. en de zakelijkheid daarvan in belastingrechtelijke context
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 april 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de winstverdeling binnen een vennootschap onder firma (V.O.F.) en de zakelijkheid daarvan in het kader van de inkomstenbelasting. De belanghebbende, firmant in de V.O.F. D, had een aanslag ontvangen van de inspecteur van de Belastingdienst, die de winstverdeling voor het jaar 2003 had gecorrigeerd. De inspecteur stelde dat de gewijzigde winstverdeling, waarbij de belanghebbende 80% van de winst claimde, niet zakelijk was en dat de aanvankelijk overeengekomen winstverdeling van 10% voor de belanghebbende meer recht deed aan de werkelijke bijdragen van de firmanten aan de onderneming.
De rechtbank Haarlem had eerder het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna de belanghebbende in hoger beroep ging. Tijdens de zitting op 4 maart 2009 was de belanghebbende niet verschenen, ondanks dat hij op correcte wijze was uitgenodigd. Het Hof oordeelde dat de belanghebbende niet had aangetoond dat de gewijzigde winstverdeling zakelijk was, en dat de inspecteur terecht de aanvankelijke winstverdeling had gehandhaafd. Het Hof benadrukte dat de firmanten zich als onafhankelijke partijen moesten gedragen en dat de door de belanghebbende voorgestelde winstverdeling niet in overeenstemming was met de zakelijke realiteit, vooral gezien de structurele verliezen van de onderneming.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en stelde dat de inspecteur de aanslag niet te hoog had vastgesteld. De belanghebbende had onvoldoende bewijs geleverd om zijn stelling te onderbouwen dat de gewijzigde winstverdeling een reële afspiegeling was van de bijdragen van de firmanten aan het ondernemingsresultaat. De uitspraak van het Hof biedt belangrijke inzichten in de beoordeling van winstverdelingen binnen vennootschappen en de eisen van zakelijkheid in belastingrechtelijke context.