ECLI:NL:GHAMS:2009:BH4745
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R. Veldhuisen
- H.W.J. de Groot
- R.P.P. Hoekstra
- Rechtspraak.nl
Vergoeding voor schade door voorlopige hechtenis en verzekering
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 februari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank te Haarlem van 9 augustus 2007. Het verzoekschrift was ingediend door S.S.H. Orsel, vertegenwoordigd door advocaat mr. K. Yigit, en strekte tot vergoeding van schade die de verzoeker stelt te hebben geleden als gevolg van ondergane verzekering en voorlopige hechtenis. De verzoeker, die op 19 juli 2006 op de luchthaven Schiphol werd aangehouden, had drie paspoorten aangeboden waarvan de echtheid werd betwijfeld. De paspoorten van zijn kinderen bleken vals te zijn. De verzoeker werd vrijgesproken van de hem tenlastegelegde feiten, maar de rechtbank verklaarde hem niet ontvankelijk in zijn verzoek om schadevergoeding omdat de zaak niet was geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel.
Het hof oordeelde dat er gronden van billijkheid aanwezig waren voor het toekennen van een vergoeding voor de dagen die de verzoeker in voorlopige hechtenis had doorgebracht. Het hof kwam tot de conclusie dat de verzoeker recht had op een schadevergoeding van € 1.380,00, bestaande uit een vergoeding voor de dagen doorgebracht in een politiebureau en een huis van bewaring. De verzoeker had ook verzocht om vergoeding van kosten voor vliegtickets en een hotelovernachting, maar het hof wees deze verzoeken af, omdat deze schade niet kon worden aangemerkt als schade die voortvloeide uit de voorlopige hechtenis.
De beslissing van het hof vernietigde de beschikking waarvan beroep en kende de verzoeker een schadevergoeding toe van € 1.380,00, te betalen door de Staat. De beschikking werd gegeven door de vijfde meervoudige strafkamer van het gerechtshof, en de voorzitter van het hof beval de tenuitvoerlegging van deze beschikking.