Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
Nevenzittingsplaats Arnhem
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
3.De grieven
4.De vaststaande feiten
Inhouding in verband met de dienstwoning
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant], die als koster werkzaam was voor de Église Réformée Wallonne d’Utrecht. De zaak betreft de vraag welke arbeidsvoorwaarden van toepassing zijn op de arbeidsovereenkomst van [appellant] sinds de invoering van de PKN-regeling per 1 mei 2004. De kantonrechter had eerder geoordeeld dat de PKN-regeling integraal van toepassing is, waardoor [appellant] zich niet kan beroepen op de oorspronkelijk gunstigere arbeidsvoorwaarden. In hoger beroep heeft [appellant] grieven ingediend tegen deze beslissing, onder andere met betrekking tot de toepassing van de PKN-regeling op haar salaris, de provisie, de vergoeding voor tuinonderhoud en de vrijwilligersvergoeding voor haar partner. De Église Wallonne heeft in incidenteel hoger beroep gegriefd tegen de beslissing van de kantonrechter over de wettelijke verhoging van het loon. Het hof heeft de grieven van [appellant] en de Église Wallonne gezamenlijk behandeld. Het hof oordeelt dat de PKN-regeling van toepassing is en dat de oorspronkelijke arbeidsvoorwaarden niet meer gelden. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter, met aanvulling van de gronden, en verwijst de zaak terug naar de kantonrechter voor verdere afdoening. Tevens wordt [appellant] in de kosten van het principaal hoger beroep veroordeeld, terwijl de Église Wallonne in de kosten van het incidenteel hoger beroep wordt veroordeeld.