ECLI:NL:GHAMS:2008:BH4409
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling van een ondernemer met een complexe schuldenlast
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 september 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van [appellant] om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. Het hof behandelt de afwijzing van de rechtbank Utrecht van 14 juli 2008, waarin het verzoek van [appellant] werd afgewezen op basis van de vrees dat hij zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling niet naar behoren zou nakomen. De rechtbank oordeelde dat [appellant] niet voldoende aannemelijk had gemaakt dat hij te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan van zijn schuldenlast in de vijf jaar voorafgaand aan zijn verzoek.
Het hof heeft vastgesteld dat [appellant], 45 jaar oud en gehuwd in gemeenschap van goederen met [A], een aanzienlijke schuldenlast heeft van bijna € 31.000,-. Hij ontvangt een ZW-uitkering van € 174,- bruto per week en is bestuurder van meerdere failliete vennootschappen. Het hof heeft in zijn overwegingen de eerdere faillissementen en de veroordelingen van [appellant] in andere rechtszaken betrokken, waaronder een gevangenisstraf en een taakstraf. Het hof concludeert dat [appellant] niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen als ondernemer en feitelijk bestuurder, en dat zijn gedragingen onvoldoende vertrouwen geven dat hij de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling zal nakomen.
De beslissing van het hof is dat het vonnis van de rechtbank wordt bekrachtigd, en [appellant] wordt niet toegelaten tot de schuldsaneringsregeling. Het hof benadrukt dat de enkele wens van [appellant] om het verleden achter zich te laten niet opweegt tegen zijn verwijtbare gedragingen. De uitspraak is gedaan door de eerste civiele kamer van het hof, en de betrokken rechters hebben de zaak in openbare zitting behandeld.