ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6372
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- G.J. Driessen-Poortvliet
- A.L. Diender
- S.F.M. Wortmann
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van Stichting Bureau Jeugdzorg tegen afwijzing verzoek ontheffing ouderlijk gezag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 augustus 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep van Stichting Bureau Jeugdzorg (BJAA) tegen een beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Amsterdam. De kinderrechter had op 20 februari 2008 het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming tot ontheffing van de moeder uit het ouderlijk gezag over haar minderjarige kind afgewezen. BJAA, als belanghebbende, stelde dat zij gerechtigd was om in hoger beroep te komen. Het hof oordeelde echter dat BJAA niet-ontvankelijk was in haar hoger beroep. Dit oordeel was gebaseerd op artikel 1:267 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat ontheffing van het ouderlijk gezag alleen kan worden verzocht door de Raad voor de Kinderbescherming of het Openbaar Ministerie, en niet door een gezinsvoogdijinstelling zoals BJAA. Tijdens de zitting verklaarde de Raad dat zij berustte in de afwijzing van het verzoek, omdat de onderbouwing van het verzoek 'te kort door de bocht' was. Het hof concludeerde dat BJAA geen rechtstreeks belang had bij het verzoek tot ontheffing van het ouderlijk gezag, aangezien hun rol beperkt was tot de uitvoering van de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing van het kind. De uitspraak benadrukt de strikte voorwaarden waaronder een verzoek tot ontheffing van het ouderlijk gezag kan worden ingediend en de rol van de betrokken instanties in dergelijke procedures.