4.1. NRE heeft tezamen met een aantal bouwpartners bouwwerkzaamheden verricht ter plaatse van P.C Hooftstraat 169 tot en met 181 te Amsterdam. Deze werkzaamheden hielden in dat de bestaande gebouwen werden gesloopt en vervangen door een nieuwbouw appartementencomplex.
NRE heeft voor dit werk een zogenoemde CAR-verzekering afgesloten bij Erasmus c.s. via assurantiemakelaar Aon Nederland (hierna: Aon).
In haar brief van 21 januari 2000 aan (een van de bouwpartners van) NRE, waarin wordt bevestigd dat het werk per 24 januari 2000 door Erasmus c.s. in voorlopige dekking wordt genomen, schrijft Aon:
“Zoals vermeld in aanvullende verzekeringsvoorwaarde nummer 6 hebben verzekeraars geoffreerd onder voorbehoud van een nader gesprek met de bij de uitvoering van het werk betrokken partijen. In dit gesprek wensen de verzekeraars o.a. de volgende punten te bespreken:
. Hoe worden de damwanden aangebracht? (…)
. Worden de damwandplanken getrokken?
. (hoe) Wordt de bouwkuip verankerd of gestempeld?
. Bemalingsplan; invloed bemaling op grondwaterstand in de omgeving?
Voorts gaan verzekeraars ervan uit dat bij het creëren van de bouwkuip en fundering trillings- en hoogtemetingen worden uitgevoerd.”
Het in die brief bedoelde gesprek heeft op 2 maart 2000 plaatsgevonden.
De definitieve polis is gedateerd d.d. 11 april 2000. In de bijbehorende aanvullende verzekeringsvoorwaarden is de volgende bepaling opgenomen:
“6 Metingen
Voorafgaande aan de bouwputwerkzaamheden (inbrengen damwandscherm) dienen de belendende panden middels een hoogtemeting/waterpassing te worden ingemeten. Gedurende de uitvoering van de bouwputwerkzaamheden tot het moment dat de ruimte tussen het damwandscherm en de nieuwbouw (ter plaatse van de belendingen) volledig is aangevuld dient de positie dagelijks te worden gecontroleerd. Indien een afwijking van 3 mm of meer wordt geconstateerd dienen de werkzaamheden te worden gestaakt en maatregelen te worden genomen om (verdere) schade te voorkomen. Verzekeraars dienen onmiddellijk te worden geïnformeerd en de werkzaamheden mogen pas worden hervat nadat hierover overeenstemming met verzekeraars is verkregen.”
Tijdens de sloop- en daarop volgende (bouwput)werkzaamheden, waaronder met name het intrillen van de damwandplanken in de periode 18 april tot en met 27 april, is schade ontstaan aan het belendende pand gelegen aan de P.C. Hooftstraat 167.
Op 10 maart 2000 en vervolgens tijdens een bouwvergadering op 30 maart 2000 is door de bewoners van dit pand mondeling melding gemaakt van beschadiging van stucwerk. Onderzoek wees vervolgens uit dat de balklagen van het pand – dat geen eigen bouwmuur heeft - niet waren verankerd doch los lagen in de bouwmuur van het (inmiddels gesloopte) pand P.C. Hooftstraat 169.
Bij brieven van 21 april 2000 en 1 mei 2000 heeft een van de bewoners van het pand, [A], aan de aannemer die op dat moment werkzaamheden uitvoerde, Aannemingsbedrijf JBK, gemeld dat zij last had van (bijzonder) klemmende deuren en ramen in haar woning.
Op 8 mei 2000 zijn recente scheuren ontdekt in de binnenmuren van het belendende pand. Op 12 mei 2000 zijn in opdracht van NRE de eerste metingen verricht.
NRE heeft op 11 mei 2000 aan Erasmus c.s. gemeld dat schade in het belendend pand was opgetreden.
Diezelfde dag is door Aon namens verzekeraars opdracht verleend aan [schade-expert] van PWP Schade Experts om onderzoek te doen naar de oorzaak van de schade. De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in een voorlopig rapport van expertise van 29 mei 2000.
Bij faxbrief van 20 juni 2000 heeft Erasmus aan Aon (onder meer) het volgende bericht:
“Hiermee refereren wij aan het expertiserapport van 29 mei 2000 en de faxberichten van PWP welke naar Ingenieursgroep Van Rossum en naar A & O Bouwteampartners vof zijn gestuurd. Uit deze faxberichten blijkt dat de zetting in het pand P.C. Hooftstraat 167 zich blijft continueren. De expert stelt dan ook dat teneinde schade aan dit pand te beperken het noodzakelijk is dat er met spoed maatregelen worden getroffen om de situatie ter plaatse te stabiliseren. Ten aanzien hiervan verwijzen wij u naar het gestelde onder punt 6 van de aanvullende verzekeringsvoorwaarden (metingen). Wij hebben van de expert begrepen dat aan het in deze voorwaarde gestelde op generlei wijze is voldaan. Evenmin is gebleken dat verzekerde na de constatering van de problemen adequate voorzorgsmaatregelen heeft genomen teneinde de schade te beperken. Op dit moment is nog steeds niet duidelijk welke maatregelen verzekerde gaat nemen teneinde verdere schade te voorkomen. Wij verzoeken u derhalve verzekerde te wijzen op de consequenties die het niet nakomen van zijn verplichtingen ten aanzien van de dekking onder de verzekering met zich mee zullen brengen. Ten aanzien van de continuatie van de dekking onder deze verzekering verzoeken wij u verzekerde er op te wijzen dat alvorens wordt aangevangen met het ontgraven van de bouwkuip aan verzekeraars een volledig plan van aanpak wordt overgelegd met betrekking tot het beperken van schade aan het perceel P.C. Hooftstraat 167 alsmede een plan van aanpak ten aanzien van het verstevigen van de bouwkuip. De werkzaamheden mogen pas worden hervat nadat hierover overeenstemming met verzekeraars is verkregen. (…)”
Met [schade-expert] is overeenstemming bereikt over het aanbrengen van zogenaamde consolepalen om de bouwmuur te ondersteunen. Deze zijn tussen 26 juni en 7 juli 2000 aangebracht.
Bij brief van 16 augustus 2000 hebben Erasmus c.s. aan Aon onder meer bericht dat “verzekerden het recht op schadevergoeding hebben verloren door het niet nakomen van hun verplichtingen” en dat “dit betekent dat wij de schade aan de belending niet (langer) in behandeling kunnen nemen”.
Bij vonnis van de rechtbank te Amsterdam van 22 januari 2003 (in de hoofdzaak) is op vordering van de eigenaar van P.C. Hooftstraat 167 (de Vereniging van Eigenaren, hierna: ook de VVE) voor recht verklaard dat NRE aansprakelijk is voor alle schade die deze lijdt als gevolg van de verzakking van de nog bestaande bouwmuur van het gesloopte pand P.C. Hooftstraat 169 en is NRE veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding, nader op te maken bij staat. Dit vonnis is bij arrest van 20 januari 2005 door dit hof bekrachtigd.
Terwijl [schade-expert] de schade in zijn rapport 29 mei 2000 nog raamde op € 13.613,41, hebben drie door de rechtbank te Amsterdam benoemde deskundigen in een voorlopig deskundigenbericht van 25 september 2003 de herstelkosten geraamd op € 252.450,35 inclusief BTW.
In een rapport d.d. 28 juni 2001 van drie deskundigen dat in opdracht van de VVE en NRE is uitgebracht is onder meer het volgende vermeld:
“Op grond van deze zakkingen werd het nodig geoordeeld een noodmaatregel te treffen. Er werd besloten de bouwmuur door consolepalen te ondersteunen. Deze palen met bijbehorende steun constructie zijn aangebracht in de periode van 22 juni tot 7 juli. Uit de metingen blijkt dat de zakking van de bouwmuur in die periode is toegenomen van respectievelijk 8 tot 24 mm (straatzijde) en van 5 tot 25 mm aan de achterzijde. Deze sterke toename van de zetting, die gepaard ging met een sterke toename van de schade aan pand 167, is geheel te danken aan het inbrengen van de consolepalen.” en voorts:
“Belangrijker is dat de gekozen methode als onjuist moet worden bestempeld, niet alleen omdat dat achteraf is gebleken maar ook omdat men vooraf had kunnen en moeten weten dat de kans op grote schade onaanvaardbaar hoog was. De palen zijn namelijk vlak naast de bestaande houten palen geheid, en bovendien naar een dieper niveau, zodat de houten palen zijn “meegeheid.”