3.4 In de toelichting op de (eerste) nota van wijziging op de Regels betreffende pensioenen (Pensioenwet), Kamerstukken II 2005 - 06, 30 413, nr. 14 - bij welke nota artikel 33 (toen als artikel 31a) in de Pensioenwet is ingevoegd - is het volgende te lezen:
1. Inleiding
(…)
Na de oproep van de toenmalige staatssecretaris hebben de ontwikkelingen elkaar snel opgevolgd. In september 2004 verscheen het rapport "Pension Fund Governance, eenheid in verscheidenheid". Dit rapport is tot stand gekomen in opdracht van SZW. De resultaten hiervan zijn op 21 september 2004 aan de Stichting van de Arbeid aangeboden met het verzoek om een plan van aanpak op te stellen voor één gezamenlijke set van principes voor de sector.
(…)
Aanvankelijk waren de pensioenkoepels (de Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen en de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen) zelf bezig met het ontwikkelen van een eigen code. Na het verzoek aan de Stichting van de Arbeid zijn alle initiatieven gebundeld. Ook het Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties en het Verbond van Verzekeraars werden hierbij betrokken. Dit alles heeft geleid tot een gezamenlijk gedragen set van principes.
De Unie van Beroepspensioenfondsen heeft vervolgens laten weten deze principes ook te onderschrijven en af te zien van een eigen code. Het is uniek dat de hele sector de principes onderschrijft.
(…)
5. Verankering principes
Met de principes voor pension fund governance worden uitspraken gedaan over zeggenschap, toezicht en verantwoording. De principes zijn een goed uitgangspunt op basis waarvan binnen de pensioenfondsen de governance kan worden vormgegeven. Door partijen is er bewust voor gekozen nu geen uitspraken te doen over de structuren van governance. De kern is dat de principes van zeggenschap, verantwoording en toezicht bij ieder pensioenfonds zijn terug te vinden. De wijze waarop deze principes worden geïnstitutionaliseerd is aan de fondsen zelf. Juist door de ruimte te bieden, kunnen bestuurders maatwerk leveren bij het integreren van de principes voor goed pensioenfondsbestuur in hun eigen pensioenfonds of bij rechtstreeks verzekerde regelingen.
Ongeacht de verschillen tussen de pensioenfondsen heeft iedere deelnemer of gepensioneerde recht op een goede governance van zijn pensioenfonds. Aan verantwoording en intern toezicht dient een betere invulling te worden gegeven dan nu het geval is. Vanwege het belang van een goede governance en een goede naleving is hierbij gekozen voor wettelijke verankering. Zodoende kan naleving worden afgedwongen en wordt vrijblijvendheid voorkomen.
Ook de betrokken partijen bij de Stichting van de Arbeid hebben aangegeven niets te zien in vrijblijvendheid. Zij zijn van mening dat alle pensioenfondsbesturen verplicht moeten worden de governanceprincipes na te leven. (…) Daarom heeft de Stichting van de Arbeid de wetgever verzocht de naleving van de principes wettelijk te verankeren in de Pensioenwet. In de brief d.d. 24 januari 2006 (Kamerstukken II 2005/06, 28 294, nr. 23) is aangegeven tot wettelijke verankering van de principes over te gaan in de Pensioenwet. Deze nota van wijziging dient daartoe.
(…)
6. Zelfregulering
Ondanks de keuze voor wettelijke verankering van de principes voor pension fund governance, heeft het kabinet in de aanpak voor de ontwikkeling van de governanceprincipes bewust gekozen voor zelfregulering. Dit betekent dat de relevante partijen (waaronder de sociale partners, pensioenkoepels, verzekeraars en ouderenorganisaties) zelf principes voor pension fund governance formuleren en uitvoeren. Hiermee hebben partijen de ruimte om principes op te stellen die op hun specifieke situatie is toegesneden om zodoende maatwerk te creëren. (…) De fondsen (…) zullen (…) zelf aan de slag moeten met de principes voor pension fund governance. Men gaat ervaring opdoen en invulling geven aan de principes. Dit zal een proces zijn waarin de principes verder ontwikkeld zullen worden. Dit is een vergelijkbaar proces als de corporate governancecode heeft doorgemaakt. (…) Een belangrijk element van deze code is de zogenoemde 'pas toe of leg uit'-regel. Dit betekent dat een vennootschap in het jaarverslag gemotiveerd dient aan te geven of, en zo ja waarom en in hoeverre, zij afwijkt van de best practice bepalingen van de code. Deze 'pas toe of leg uit'-regel is niet overge-nomen in de door de Stichting van de Arbeid vastgestelde principes voor pension fund governance. De belangrijkste overweging was het streven naar optimale ruimte voor maatwerk. Elke pensioenuitvoerder moet alle principes naleven, de wijze waarop de pensioenuitvoerder daar invulling aan wil geven staat vrij. Het kabinet gaat er vanuit dat het pensioenfonds transparant aangeeft hoe ze de principes naleven. (…)
7. Evaluatie
In 2008 zal een evaluatie plaatsvinden die zal uitwijzen op welke manier vorm en inhoud is gegeven aan de principes. (…)
Ten aanzien van de governance zal niet alleen worden gekeken naar de ervaringen van partijen, maar ook hoe er concreet mee is omgegaan. Verder zullen ook de specifieke keuzes die gemaakt zijn voor een bepaalde invulling beargumenteerd moeten worden. Op grond van deze evaluatie in 2008 zullen zowel goede als minder goede toepassingen van de principes naar voren komen. Het uiteindelijke doel is deze zogenaamde 'best practices' te verankeren en te voorkomen dat de 'bad practices' kunnen blijven bestaan. Na deze evaluatie zal worden bezien in hoeverre de principes aangepast moeten worden en/of in hoeverre aanvullende wetgeving nodig is.