ECLI:NL:GHAMS:2008:BD4335
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J. den Boer
- P.F. Goes
- K. Kooijman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vennootschapsbelasting en proceskostenvergoeding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Vastgoed Groep B.V. tegen een uitspraak van de rechtbank Haarlem over de vergoeding van proceskosten in verband met een aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 1999. De belanghebbende had aangifte gedaan van een belastbaar bedrag van ƒ 16.418, maar de inspecteur legde een aanslag op van ƒ 929.528. Na een bezwaarschrift en een uitspraak van de inspecteur, trok de belanghebbende haar beroep bij de rechtbank in, maar vroeg om vergoeding van de integrale procedurekosten. De rechtbank kende slechts een gedeeltelijke vergoeding toe, waarop de belanghebbende in hoger beroep ging.
Het Gerechtshof Amsterdam oordeelde dat de rechtbank niet bevoegd was om over de vergoeding van het griffierecht te beslissen. Het Hof concludeerde dat er geen sprake was van onredelijk procesgedrag van de inspecteur, en dat de bijzondere omstandigheden die een integrale vergoeding zouden rechtvaardigen, niet aanwezig waren. Het Hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank en veroordeelde de inspecteur tot betaling van de kosten van de bezwaar- en beroepsfase, en gelastte de Staat om het griffierecht te vergoeden. De uitspraak van het Hof benadrukt dat de inspecteur niet onredelijk heeft gehandeld en dat de late reactie op het bezwaarschrift niet als onredelijk procesgedrag kan worden gekwalificeerd.
De beslissing van het Hof werd op 2 april 2008 in het openbaar uitgesproken, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.