ECLI:NL:GHAMS:2008:BC9809
Gerechtshof Amsterdam
- Verzet
- J.H. Huijzer
- W.J.J. Los
- J.C.W. Rang
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen beslissing griffier inzake griffierechten en vast recht in civiele procedure
In deze zaak hebben verzoekers, bestaande uit twee vennoten en een vennootschap onder firma, verzet aangetekend tegen een beslissing van de griffier met betrekking tot de in rekening gebrachte griffierechten. De verzoekers waren van mening dat zij slechts eenmaal vast recht verschuldigd waren, aangezien zij bij dezelfde procureur verschenen en gelijkluidende conclusies hadden genomen. De zaak betreft een eerdere procedure waarin de verzoekers een vordering hadden ingesteld tegen hun voormalige advocaat, die was afgewezen door de rechtbank. De griffier had hen belast met een aanzienlijk bedrag aan vast recht, dat zij betwistten. De verzoekers stelden dat zij procedeerden op toevoeging en dat de vennootschap onder firma was opgeheven, waardoor het tarief voor natuurlijke personen van toepassing zou moeten zijn in plaats van dat voor rechtspersonen. Het hof oordeelde dat de vennootschap nog steeds bestond, omdat zij in rechte optrad. Het hof concludeerde dat de griffier ten onrechte driemaal afzonderlijk vast recht in rekening had gebracht en dat het verschuldigde bedrag moest worden verminderd. De verzoekers vorderden een verklaring voor recht en vergoeding van schade, waarvoor een vast recht van € 300,-- gold. Het hof verklaarde het verzet gegrond en stelde het door de verzoekers te betalen vast recht vast op € 300,--.