ECLI:NL:GHAMS:2007:BC4506
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- F.H.M. Possen
- A. Bijlsma
- K. Kooijman
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de Douanekamer en bindende tariefinlichting in het bestuursrecht
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 18 december 2007, staat de bevoegdheid van de Douanekamer centraal in relatie tot een bindende tariefinlichting. De belanghebbende, S B.V., had een bindende tariefinlichting aangevraagd voor het product 'Apfel Cocktail', met de vraag of dit product moest worden ingedeeld onder post 2206 00 51 of post 2208 90 69 van de Gecombineerde Nomenclatuur. De inspecteur van de Belastingdienst had het product ingedeeld in post 2208 90 69, wat leidde tot een geschil over de toepasselijkheid van douanewetgeving en accijnswetgeving.
De rechtbank oordeelt dat de bindende tariefinlichting geen betrekking heeft op in- of uitvoertransacties, maar enkel op binnenlandse heffing van accijns. Dit betekent dat de Douanekamer niet bevoegd is om deze zaak te behandelen, aangezien de bindende tariefinlichting niet is aangevraagd met het oog op in- of uitvoer. De rechtbank verwijst de zaak door naar de belastingkamer van het gerechtshof te Arnhem, die wel bevoegd is om de zaak te behandelen.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor belanghebbenden om bij het aanvragen van bindende tariefinformatie duidelijk te maken dat deze informatie ook van toepassing is op in- of uitvoertransacties. De rechtbank concludeert dat de inspecteur niet heeft voldaan aan de wettelijke bepalingen van de Douanewet en de Wet op de accijns, wat leidt tot de onbevoegdheid van de Douanekamer in deze zaak. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.