ECLI:NL:GHAMS:2007:BC2939
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid werkgever bij arbeidsongeschiktheid na ongeval met rolcontainer
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de werkgever voor de arbeidsongeschiktheid van een werknemer die rugklachten heeft ontwikkeld na een ongeval met een omvallende rolcontainer. De werknemer, die van 9 november 1999 tot 9 november 2001 in dienst was bij de werkgever, heeft op 11 november 2000 geprobeerd een omvallende container tegen te houden. Na dit voorval heeft hij nog twee weken gewerkt, maar is vervolgens arbeidsongeschikt geraakt. De werknemer stelt dat zijn arbeidsongeschiktheid het gevolg is van het ongeval en dat de werkgever aansprakelijk is omdat deze zijn zorgplicht niet is nagekomen, zoals bedoeld in artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft geoordeeld dat de werknemer niet voldoende bewijs heeft geleverd voor het causaal verband tussen het ongeval en zijn rugklachten. Hoewel het vaststaat dat de container is omgevallen, is niet aangetoond dat dit heeft geleid tot de arbeidsongeschiktheid van de werknemer. De fysiotherapeut van de werknemer heeft weliswaar verklaard dat de klachten verband houden met het ongeval, maar deze verklaring is niet voldoende gemotiveerd. Het hof concludeert dat de werknemer niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden en dat er tal van andere oorzaken voor zijn arbeidsongeschiktheid kunnen zijn geweest.
Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter, die de vordering van de werknemer eerder had afgewezen. De werknemer wordt verwezen in de kosten van het geding in hoger beroep, die aan de zijde van de werkgever zijn begroot op € 244,- aan verschotten en € 2.316,- aan salaris.