a. In 1976 is de vader van klager overleden. In 1992 is de moeder van klager overleden.
Over de afwikkeling van de nalatenschappen is veelvuldig geprocedeerd.
b. De rechtbank Utrecht heeft bij vonnis van 20 juni 2001 de wijze van verdeling vastgesteld.
c. Bij vonnis van de rechtbank Utrecht van 27 juni 2001 (abusievelijk gedateerd: 27 juni 2004) is de heer H. (hierna: H) aangewezen tot onzijdig persoon voor het geval klager zou weigeren zijn medewerking te verlenen aan de verdeling van de nalatenschap.
d. Bij vonnis van de rechtbank Utrecht van 21 november 2001 is de notaris tot boedelnotaris aangewezen.
e. Bij arrest van het Hof Amsterdam van 13 maart 2003 is partijen (de erfgenamen) bevolen tot verdeling over te gaan met inachtneming van hetgeen daarover in voormelde vonnissen en het arrest was beslist.
f. De notaris heeft daarop een ontwerp akte van verdeling opgesteld. Tegen deze akte heeft klager in 2003 herhaaldelijk schriftelijke bezwaren naar voren gebracht. De notaris heeft meerdere malen schriftelijk, met een toelichting of uitleg gereageerd. Daarbij heeft de notaris onder meer medegedeeld dat hij niet kan afwijken van de door de rechter opgedragen wijze van verdeling.
g. Klager heeft niet willen meewerken aan het passeren van de akte van verdeling. De notaris heeft de concept akte op 14 november 2003 vervolgens ter beoordeling aan H. gezonden.
Na een aanpassing in het concept hebben de notaris en H. geoordeeld dat geen van de door klager naar voren gebrachte bezwaren nog aanleiding gaf om de akte te wijzigen. Vervolgens heeft de heer H. aan de notaris laten weten dat hij akkoord ging met de inhoud van de conceptakte. Klager heeft zijn bezwaren tegen de aldus voorgestane wijze van verdeling gehandhaafd.
h. Klager heeft zich bij brief van 10 september 2004 met een klacht over de notaris tot deze Kamer gewend. In die procedure heeft klager (sterk verkort weergegeven) gesteld dat de notaris is tekortgeschoten in zijn informatieplicht. De klacht is gericht op de volgende aspecten:
- de notaris heeft nagelaten opgave te doen van zijn declaraties die in de loop van de tijd
ten laste van de boedel zijn gekomen;
- de notaris heeft nagelaten opgave te doen van het totaal aantal vonnissen dat hij in
verband met de zaak heeft ontvangen van de advocaat van de wederpartij van klager;. - de notaris heeft niet geantwoord op vragen van klager inzake de toepasselijkheid
van artikel 1370 BW (oud).
i. De Kamer heeft bij beslissing van 13 januari 2005, de klacht voorzover betrekking
hebbend op het niet verstrekken van de gespecificeerde nota’s gegrond verklaard en heeft
de klacht voor het overige ongegrond verklaard.
j. Klager is van voormelde beslissing in hoger beroep gegaan en heeft bij het Hof
Amsterdam 17 klachten tegen de notaris geformuleerd. Het Hof heeft in zijn beslissing
van 17 november 2005 het onderdeel van de klacht betrekking hebbend op het niet
verstrekken van gespecificeerde nota’s gegrond verklaard. Klager is niet-ontvankelijk
verklaard in een aantal onderdelen van de klacht en de overige onderdelen van de klacht
zijn ongegrond verklaard.
k. Bij brief van 28 november 2005 heeft klager zich tot de notaris gewend met een schrijven
“betreffende declaraties, specificaties ervan en geschillen daarover”. Klager geeft in dat schrijven aan dat hij een declaratiegeschil wenst voor te leggen aan de voorzitter van de ring waartoe de notaris behoort en verzoekt de notaris om opgave te doen van de naam en het adres van de betreffende ringvoorzitter.
l. De notaris heeft bij brief van 19 december 2005 aan klager geantwoord dat hij volgens de notariswet niet verplicht is het gevraagde adres op te geven. De notaris geeft aan dat hij het adres per ommegaande zal doorgeven indien klager kan aantonen dat een dergelijke verplichting wel bestaat.
m. De notaris heeft bij brief van 6 februari 2006 aan klager gemeld dat hij inmiddels kennis
had genomen van een brochure van de KNB waaruit kon worden afgeleid dat er voor een
notaris wel een verplichting bestond om het adres van de ringvoorzitter mee te delen. De
notaris heeft in datzelfde schrijven de naam en het adres van de betreffende ringvoorzitter
meegedeeld.