ECLI:NL:GHAMS:2006:AZ1208
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herstelmogelijkheid van wisselbepaling en misbruik van procesrecht in hoger beroep
In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [appellante] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter te Haarlem, waarin zij was veroordeeld tot betaling van € 4.337,18 aan Activa Accountants en Belastingadviseurs BV. [Appellante] heeft op 5 januari 2006 een verzoekschrift ingediend om in hoger beroep te komen, waarbij zij verzocht om een termijn te bepalen voor het verbeteren of aanvullen van het verzoekschrift. De mondelinge behandeling vond plaats op 29 juni 2006, waarbij [appellante] werd bijgestaan door mr. L.F. Jansen en Activa door mr. D.J. Maagdelijn.
Het hof heeft beoordeeld of het hoger beroep geldig was ingeleid, aangezien dit met een verzoekschrift in plaats van een dagvaardingsexploot was gedaan. Volgens artikel 343 juncto 111 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering moet een hoger beroep met een dagvaarding worden ingesteld. [Appellante] stelde dat zij bewust voor het verzoekschrift had gekozen omdat het uitbrengen van een dagvaarding op de laatste dag van de appèltermijn niet meer mogelijk was.
Activa betoogde dat [appellante] misbruik van procesrecht maakte door zich te beroepen op artikel 69 Rv, omdat zij opzettelijk voor het verkeerde processtuk had gekozen. Het hof oordeelde dat de strekking van artikel 69 Rv is om gemaakte fouten te herstellen, maar dat in dit geval de procedure welbewust met een verkeerd processtuk was ingeleid. Dit leidde tot de conclusie dat [appellante] niet-ontvankelijk moest worden verklaard in haar hoger beroep. Het verzoek om proceskostenveroordeling werd afgewezen, omdat de wet hiervoor geen aanknopingspunt bood.